Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 12 september 2016, kenmerk 819E10B9, tot het verlengen van de herzieningstermijn van negen peilbesluiten van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Besluit verlenging herzieningstermijn negen peilbesluiten Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2016)

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 12 september 2016, kenmerk 819E10B9, tot het verlengen van de herzieningstermijn van negen peilbesluiten van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Besluit verlenging herzieningstermijn negen peilbesluiten Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2016)

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelezen het besluit van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden van 6 juli 2016;

Gelet op artikel 4.8, tweede lid, van de Waterverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009;

Besluiten:

Artikel 1

De herzieningstermijn, bedoeld in artikel 4.8, eerste lid, van de Waterverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009, van de volgende door het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vastgestelde peilbesluiten wordt met ten hoogste vijf jaren verlengd:

  • 1.

    Peilbesluit Maartensdijk;

  • 2.

    Peilbesluit Groenraven-Oost, noordelijk deel;

  • 3.

    Peilbesluit Groenraven-Oost, zuidelijk deel;

  • 4.

    Peilbesluit tussen Kromme Rijn en Amsterdam-Rijnkanaal;

  • 5.

    Peilbesluit Houten;

  • 6.

    Peilbesluit Gerverskop;

  • 7.

    Peilbesluit Kamerik Teylingens;

  • 8.

    Peilbesluit Oudeland en Indijk;

  • 9.

    Peilbesluit Brediusbos.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Ondertekening

Gedeputeerde staten van Utrecht,

namens hen,

drs. S. van Gool,

teamleider Water

Rechtsbescherming

Belanghebbenden kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de datum van verzending of uitreiking van dit besluit daartegen bezwaar maken door het indienen van een gemotiveerd bezwaarschrift. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Adviescommissie bezwaarschriften van PS en GS, postbus 80300, 3508 TH Utrecht.

Aan de behandeling van een bezwaarschrift zijn voor de indiener geen kosten verbonden. Indien bezwaar is gemaakt kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd, als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de beslissing op het bezwaarschrift kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzieningenrechter van de Sector bestuursrecht van de Rechtbank Midden-Nederland, Sector bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Bij het verzoek om voorlopige voorziening moet een kopie van het bezwaarschrift worden gevoegd. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Nota van toelichting

Van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden kregen wij het verzoek, gemotiveerd in een notitie, voor verlenging van de looptijd met vijf jaar voor de volgende peilbesluiten, die aflopen in 2018 en 2019:

  • 1.

    Peilbesluit Maartensdijk;

  • 2.

    Peilbesluit Groenraven-Oost, noordelijk deel;

  • 3.

    Peilbesluit Groenraven-Oost, zuidelijk deel;

  • 4.

    Peilbesluit tussen Kromme Rijn en Amsterdam-Rijnkanaal;

  • 5.

    Peilbesluit Houten;

  • 6.

    Peilbesluit Gerverskop;

  • 7.

    Peilbesluit Kamerik Teylingens;

  • 8.

    Peilbesluit Oudeland en Indijk;

  • 9.

    Peilbesluit Brediusbos.

Op basis van artikel 4.8 van de Waterverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 zijn wij bevoegd om op verzoek van het algemeen bestuur eenmalig voor ten hoogste vijf jaren vrijstelling te verlenen van de verplichting om een peilbesluit ten minste eenmaal in de tien jaar te herzien.

Op grond van de in genoemde notitie gegeven motivering verlenen wij voor een periode van vijf jaar de gevraagde vrijstelling van de herzieningstermijn voor de peilbesluiten die aflopen in 2018 en 2019. Met deze vrijstelling van de herzieningstermijn van deze peilbesluiten kan het waterschap flexibeler inspelen op wensen en kansen in het gebied en effectiever omgaan met de beschikbare middelen. Op basis van de verstrekte informatie achten wij de peilen in deze gebieden afgestemd op de functies in het gebied en het watersysteem is voldoende robuust voor de komende jaren. Wij voorzien in deze gebieden op de korte termijn geen functieveranderingen of andere ontwikkelingen die daar verandering in zouden brengen. Ook zijn de peilbesluiten zo ingericht dat ze veranderingen (bijvoorbeeld maaivelddaling) volgen (door peilindexatie). Nu niet voorziene ontwikkelingen kunnen, zo nodig, worden opgevangen door partiële herzieningen.

Wij verlenen geen vrijstelling van de herzieningstermijn van de, in de notitie van het waterschap genoemde, peilbesluiten die aflopen in 2020 en 2021. Hiervoor zien wij geen urgentie. Desgewenst kan over twee jaar opnieuw een verzoek worden ingediend voor deze peilbesluiten met een geactualiseerde motivering.