Regeling vervallen per 01-01-2018

Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 31 oktober 2011 (nummer PS2011BEM12) tot het vaststellen van de Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012 (Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012)

Geldend van 21-03-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 31 oktober 2011 (nummer PS2011BEM12) tot het vaststellen van de Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012 (Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012)

Provinciale Staten van Utrecht

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 30 augustus 2011, afdeling Financiën, nummer 80912DC7;

Overwegende dat de Algemene belastingverordening provincie Utrecht 1997 actualisatie en uitbreiding behoeft teneinde een betere grondslag te vormen voor het heff en van leges en precariobelasting;

Gelet op de artikelen 220 tot en met 232e van de Provinciewet, artikel 9 tot en met 31 van de Invorderingswet 1990 en artikel 63 van de Algemene wet rijksbelastingen;

Besluiten:

Vast te stellen de navolgende regeling: Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het provinciebestuur verstrekte diensten als bedoeld in deze verordening en de bijbehorende tarieventabel.

  • 2. Precariobelasting wordt geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Leges worden geheven van de aanvrager of verzoeker van de dienst, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst wordt verstrekt.

  • 2. Precariobelasting wordt geheven van degene van wie dan wel ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie worden aangetroffen.

Artikel 3 Heffingsmaatstaven en tarieven

  • 1. Leges en precariobelasting worden geheven naar de heffingsmaatstaven en tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges en precariobelasting wordt een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. Geen leges zijn verschuldigd met betrekking tot diensten die krachtens enig wettelijk voorschrift kosteloos moeten worden verstrekt.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen algemene regels stellen voor het kosteloos verstrekken van diensten.

  • 3. Geen precariobelasting is verschuldigd voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie

    • a.

      die uitgaande van wettelijke voorschriften moeten worden gedoogd;

    • b.

      waarvoor een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.

Artikel 5 Wijze van heffing

Leges en precariobelasting worden geheven bij wege van een mondelinge, schriftelijke dan wel digitalekennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur. Eenschriftelijke of digitale kennisgeving is gedagtekend.

Artikel 6 Tijdstip van betaling

  • 1. De leges moeten worden betaald:

    • a.

      bij een mondelinge kennisgeving: op het moment dat zij wordt gedaan;

    • b.

      bij een schriftelijke kennisgeving welke wordt uitgereikt: op het moment dat zij wordt uitgereikt;

    • c.

      bij een schriftelijke kennisgeving welke wordt verzonden: binnen vier weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De precariobelasting moet worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Betaling in termijnen

Indien de leges of precariobelasting meer bedragen dan € 200,– kunnen Gedeputeerde Staten betaling in termijnen toestaan. Het aantal termijnen is maximaal vijf en de periode tussen de vervaldagen van de afzonderlijke termijnen is maximaal acht weken.

Artikel 8 Verrekening

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om aan een belastingschuldige uit te betalen bedragen ter zake van leges of precariobelasting aan te wenden ter verrekening van nog van deze belastingschuldige te innen bedragen ter zake van leges of precariobelasting. De belastingschuldige wordt middels een schriftelijke kennisgeving van de verrekening op de hoogte gesteld.

Artikel 9 Uitstel van betaling

Gedeputeerde Staten kunnen onder door hen te stellen voorwaarden bij beschikking uitstel van betaling verlenen. Zij kunnen het uitstel, ook al is dit voor een bepaalde termijn verleend, te allen tijde door opzegging middels een beschikking onmiddellijk doen eindigen.

Artikel 10 Vermindering en teruggaaf

  • 1. Indien het verzoek of de aanvraag wordt ingetrokken nadat reeds met de behandeling is begonnen of indien het verzoek of de aanvraag wordt afgewezen, wordt het te betalen bedrag aan leges met 25% verminderd.

  • 2. Indien het verzoek of de aanvraag gedeeltelijk wordt ingetrokken nadat reeds met de behandeling is begonnen of indien het verzoek of de aanvraag gedeeltelijk wordt afgewezen, wordt het te betalen bedrag aan leges met 12,5% verminderd.

  • 3. Indien bij wettelijk voorschrift kennisgeving van de ontwerp-beslissing op het verzoek of de aanvraag is voorgeschreven en de kennisgeving heeft nog niet plaatsgevonden, is het in het eerste lid bedoelde percentage 50%.

  • 4. De in het eerste en tweede lid bedoelde vermindering is niet van toepassing met betrekking tot reeds gemaakte kosten van kennisgeving.

  • 5. Met een afwijzing als bedoeld in het eerste lid worden gelijkgesteld een weigering om een beslissing te nemen en het krachtens wettelijk voorschrift ontstaan van een afwijzende beschikking als gevolg van overschrijding van een termijn, anders dan voor de mogelijkheid van bezwaar en beroep, tenzij de overschrijding is te wijten aan nalatigheid van de belastingschuldige.

  • 6. Gedeputeerde Staten kunnen in bijzondere gevallen bepalen dat de leges als bedoeld in artikel 7.4.1 van de tarieventabel behorend bij deze verordening ambtshalve worden teruggegeven.

  • 7. In afwijking van het eerste, tweede en zesde lid vindt geen vermindering of teruggaaf plaats:

    • als de aanvraag om een tegemoetkoming in faunaschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming wordt ingetrokken en er al een taxatie van de schade heeft plaatsgevonden;

    • als de aanvraag om een tegemoetkoming in faunaschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming wordt afgewezen of geweigerd.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges en precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Dwanginvordering en invorderingsrente

Artikel 13 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd voor bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van deze belastingverordening mochten voordoen.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 2. Op de in lid 1 genoemde datum wordt de Algemene belastingverordening provincie Utrecht 1997, oorspronkelijk vastgesteld op 10 december 1997 en laatstelijk aangepast per 1 januari 2010, ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2012 hebben voorgedaan.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Utrecht van 31 oktober 2011.

Provinciale Staten van Utrecht,

R.C. ROBBERTSEN,

voorzitter.

L.C.A.W. GRAAFHUIS,

griffier.

Uitgegeven 17 november 2011

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

namens hen

H. Goedhart,

secretaris a.i.

Bijlage: Tarieventabel behorend bij artikel 3, eerste lid van de Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012

Tarieventabel behorend bij artikel 3, eerste lid, van de Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van Utrecht op 12 december 2016

ALGEMEEN BESTUUR

Tarief

1.1.1

een gedoogbeschikking krachtens een provinciale verordening,provinciaal reglement of enige ander wettelijk voorschrift

Nihil

1.1.2

voor te maken kosten van publicatie van een verleende gedoogbeschikking

€ 50,00

1.2

Een beschikking van een provinciaal bestuursorgaan op een aanvraag om een vergunning, verklaring van geen bezwaar, toestemming, ontheffing of vrijstelling of een andere beschikking krachtens een provinciale verordening, provinciaal reglement of enig ander wettelijk voorschrift anders dan in deze tabel reeds is genoemd

€ 32,30

1.3

Wijziging of verlenging van een vergunning, verklaring van geen bezwaar, toestemming, ontheffing of vrijstelling of beschikking krachtens een provinciale verordening, provinciaal reglement of enig ander wettelijk voorschrift bedoeld in artikel 1.2 van deze tarieventabel

50% van het tarief dat geldt voor artikel 1.2

1.4

Het hebben op voor de openbare dienst bestemd water van de provincie Utrecht van een woonschip:

– per vierkante meter gemeten op de plaats van de grootste lengte maal de grootste breedte.

Indien de ligtijd korter dan een jaar is, wordt het bedrag berekend naar rato van het aantal maanden, dat het schip afgemeerd ligt, waarbij een deel van een maand tot een volle maand wordt gerekend aan de bewoners van woonschepen

€ 9,90 per vierkante meter per jaar

VERKEER EN VERVOER

Regeling voertuigen, Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)

3.1.1

Een ontheffing of een wijziging krachtens 148 WVW 1994 van het in artikel 10, eerste lid WVW 1994 genoemde verbod

€ 63,10

3.1.2

Indien voor de onder 3.1.1. bedoelde ontheffing ook een ontheffing in het kader van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 nodig is voor wat betreft verboden ex artikel 5 lid 1 en artikel 42 lid 2 en artikel 62 voor wat betreft de borden C9, C12, C15, G11 en G12

€ 25,30

3.1.3

Een ontheffing ingevolge artikel 149 WVW 1994 voor het niet gekentekende langzaam verkeer (afdeling 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 Regeling voertuigen)

€ 32,30

3.1.4

Een ontheffing ingevolge artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

€ 78,40

3.1.5

Behalve leges als bedoeld onder 3.1.1, 3.1.2, 3.1.3 en 3.1.4 wordt voorts in rekening gebracht een bedrag voor te maken kosten per publicatie

€ 50,00

Wegenverordening provincie Utrecht 2010

3.2.1

Een ontheffing van het gestelde in artikel 5 lid 1 onder a van de Wegenverordening provincie Utrecht 2010 voor wegaansluitingen

€ 577,40

3.2.2

Een ontheffing van het gestelde in artikel 5 lid 1 onder b en c van de Wegenverordening provincie Utrecht 2010 voor slootdempingen, verruimen van sloten en andere handelingen

€ 384,80

3.2.3

Een ontheffing van het gestelde in de artikelen 8 en 9 van de Wegenverordening provincie Utrecht 2010 voor:

– het plaatsen van borden

– overige voorzieningen

€ 172,00

€ 343,90

3.2.4

Een ontheffing van het gestelde in artikel 10 van de Wegenverordening provincie Utrecht 2010 voor:

– een nieuw aan te leggen verkooppunt voor motorbrandstoffen

– een standplaats voor het bedrijven van handel

€ 2.095,00

€ 192,50

3.2.5

De wijziging van een ontheffing van het gestelde in artikel 10 van de Wegenverordening provincie Utrecht 2010 voor:

– een verkooppunt voor motorbrandstoffen

– een standplaats voor het bedrijven van handel

€ 400,00

€ 100,00

3.2.6

Behalve leges als bedoeld onder 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3, 3.2.4 en 3.2.5 wordt voorts in rekening gebracht een bedrag voor te maken kosten per pubicatie

€ 50,00

Overig

3.3

De afgifte van een fasediagram van twee conflicterende richtingen van een verkeersregelinstallatie

€ 52,00

Wet luchtvaart

Luchtvaartverordening provincie Utrecht 2010

3.4

Een ontheffing, luchthavenregeling of luchthavenbesluit in het kader van de Wet luchtvaart

Nihil

VAARWEGEN

Waterverordening provincie Utrecht 2009

4.1

Een ontheffing als bedoeld in artikel 4.7 voor:

a. het uitvoeren van een gestuurde boring

b. het plaatsen van een beschoeiing of een ander werk

c. het hebben, maken of veranderen van een ligplaats of enige andere voorziening bestemd voor het meren van schepen

Een wijziging van de onder c. vermelde vergunning (niet tengevolge van een andere tenaamstelling)

€ 71,50

€ 178,90

€ 417,40

50% van het onder c. genoemde bedrag

WATERHUISHOUDING

Waterwet

4.2.1

Een vergunning als bedoeld in artikel 6.4, lid 1 sub a van de Waterwet bij een hoeveelheid te onttrekken of te infiltreren water (naar boven afgerond op 1.000 m³)

van 150.001 t/m 250.000 m³ per jaar

€ 7.503,60 alsmede

€ 45,20 per 1.000 m³ boven 150.000 m³

van 250.001 t/m 500.000 m³ per jaar

€ 12.031,90 alsmede

€ 30,10 per 1.000 m³ boven 250.000 m³

van 500.001 t/m 1.000.000 m³ per jaar

€ 19.548,40 alsmede

€ 15,80 per 1.000 m³ boven 500.000 m³

van 1.000.001 m³ en meer per jaar

€ 27.455,00 alsmede

€ 7,90 per 1.000 m³ boven 1.000.000 m³

4.2.2

Een vergunning als bedoeld in artikel 6.4, lid 1 sub b van de Waterwet voor zover deze betreft grondwateronttrekking en/of -infiltratie ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening (naar boven afgerond op 1.000 m³)

van 1 t/m 10.000 m³ per jaar

€ 224,00

van 10.001 t/m 50.000 m³ per jaar

€ 224,00 alsmede

€ 58,80 per 1.000 m³ boven 10.000 m³

van 50.001 t/m 100.000 m³ per jaar

€ 2.616,70 alsmede

€ 52,50 per 1.000 m³ boven 50.000 m³

van 100.001 t/m 250.000 m³ per jaar

€ 5.243,60 alsmede

€ 45,20 per 1.000 m³ boven 100.000 m³

van 250.001 t/m 500.000 m³ per jaar

€ 12.031,90 alsmede

€ 30,10 per 1.000 m³ boven 250.000 m³

van 500.001 t/m 1.000.000 m³ per jaar

€ 19.548,40 alsmede

€ 15,80 per 1.000 m³ boven 500.000 m³

van 1.000.001 m³ en meer per jaar

€ 27.455,00 alsmede € 7,90 per 1.000 m³ boven 1.000.000 m³

4.2.3

Een vergunning als bedoeld in artikel 6.4, lid 1 sub b van de Waterwet voor zover deze betreft een grondwateronttrekking en/of -infiltratie t.b.v. een bodemenergiesysteem

Nihil

4.2.4

Een vergunning als onder 4.2.1 en 4.2.2 bedoeld indien deze leidt tot vergroting van de hoeveelheid te onttrekken of te infiltreren water

een bedrag gelijk aan het verschil tussen het bedrag dat verschuldigd is voor de vergrote hoeveelheid en het reeds betaalde bedrag

4.2.5

1. Het wijzigen van een vergunning als onder 4.2.1 en 4.2.2 bedoeld anders dan in het onder 4.2.4 genoemde geval

2. Het wijzigen van een vergunning als onder 4.2.3 bedoeld

€ 111,80

€ 3.500,00

4.2.6

Behalve de leges bedoeld onder 4.2.1, 4.2.2, 4.2.4 en 4.2.5 wordt voorts in rekening gebracht een bedrag voor te maken kosten per publicatie

€ 50,00

4.2.7

Indien aan een aanvraag de beoordeling van een milieueffectrapportage ten grondslag ligt, worden de rechten onder 4.2.1 t/m 4.2.3 of voor het wijzigen van een vergunning als bedoeld onder 4.2.4 verhoogd met

€ 9.145,30

4.2.8

Behalve leges als bedoeld onder 4.2.7 wordt voorts in rekeninggebracht een bedrag voor te maken kosten per publicatie

€ 50,00

Waterverordening provincie Utrecht 2009

4.3.1

Een melding voor het onttrekken van grondwater bij een inrichting waarvoor de verplichting inzake registratie niet geldt

Nihil

MILIEUBEHEER

Provinciale milieuverordening Utrecht 2013

5.1

Een ontheffing voor een activiteit in een stiltegebied

Nihil

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

5.2.1

Het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project

de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze rubriek. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd

5.2.2

Bouwkosten

Onder ‘bouwkosten’ wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, Uniforme administratieve voorwaarden voor deuitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

5.2.3

Schetsplan

10% van het tarief dat zou voortvloeien uit onderdeel 5.2.4, indien sprake zou zijn van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo

5.2.4

Bouwen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo voor het bouwen van een bouwwerk:

– Indien de bouwkosten € 20.000 bedragen of minder

€ 200,00 vast tarief plus 2,50 % over de bouwkosten

– Indien de bouwkosten meer dan € 20.000 bedragen, doch niet meer dan € 50.000

€ 700,00 vast tarief plus 2,25 % van de bouwkosten boven de € 20.000

– Indien de bouwkosten meer dan € 50.000 bedragen, doch niet meer dan € 100.000

€ 1.450,00 vast tarief plus 2,00 % van de bouwkosten boven de € 50.000

– Indien de bouwkosten meer dan € 100.000 bedragen, doch niet meer dan € 400.000

€ 2.450,00 vast tarief plus 1,90 % van de bouwkosten boven de € 100.000

– Indien de bouwkosten meer dan € 400.000 bedragen, doch niet meer dan € 1.000.000

€ 8.150,00 vast tarief plus 1,80 % van de bouwkosten boven de € 400.000

– Indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen, doch niet meer dan € 5.000.000

€ 18.950,00 vast tarief plus 1,70 % van de bouwkosten boven

de € 1.000.000

– Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen, doch niet meer dan € 25.000.000

€ 88.950,00 vast tarief plus 0,25 % van de bouwkosten boven de € 5.000.000

– Indien de bouwkosten meer dan € 25.000.000 bedragen

€ 138.950,00 vast tarief

5.2.5

Extra welstandstoets

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo wordt verhoogd in verband met een extra toetsing van welstandscriteria indien zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, met

de kosten van de welstandscommissie volgens de op dat moment geldende tarievenstructuur van MooiSticht

5.2.6

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo voor een op basis van een schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de leges die zijn geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan als bedoeld in onderdeel 5.2.3 verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van het bouwwerk als bedoeld in onder 5.2.4

5.2.7

Omgevingsvergunning in twee fasen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning in twee fasen als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, Wabo terzake van de:

a. eerste fase

het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de eerste fase wordt gedaan;

b. tweede fase

het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de tweede fase wordt gedaan.

5.2.8

Planologisch strijdig gebruik

Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, Wabo

€ 350,00

5.2.9

Slopen bouwwerk

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, Wabo voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald

€ 250,00

5.2.10

Uitweg/inrit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e, Wabo voor het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een

a. bedrijfsrijuitweg

b. rijuitweg naar een woonhuis of onbebouwd agrarisch perceel

€ 577,40

€ 384,80

5.2.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, Wabo voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald

€ 250,00

5.2.12

Kappen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g, Wabo voor het vellen of doen vellen van houtopstand

Nihil

5.2.13

Handelsreclame

Het tarief bedraagt voor:

a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, onder h, van de Wabo voor het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats

b. het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat op of aan die onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder i van de Wabo

€ 100,00

€ 100,00

Ontgrondingenwet

5.3.1

Een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet:

1. bij een hoeveelheid af te graven vaste stoffen, gemeten in profiel van ontgraving t/m 2.000 m³

€ 290,20

2. bij een hoeveelheid af te graven vaste stoffen, gemeten in profiel van ontgraving van:

– 2.001 t/m 5.000 m³

€ 577,00

– 5.001 t/m 10.000 m³ (naar boven afgerond op 1.000 m³)

€ 577,00 alsmede € 83,40 per 1.000 m³ boven 5.000 m³

– 10.001 t/m 50.000 m³ (naar boven afgerond op 1.000 m³)

€ 994,00 alsmede € 112,20 per 1.000 m³ boven 10.000 m³

– 50.001 t/m 100.000 m³ (naar boven afgerond op 1.000 m³)

€ 5.497,60 alsmede € 203,30 per 1.000 m³ boven 50.000 m³

– 100.001 t/m 1.000.000 m³ (naar boven afgerond op 20.000 m³)

€ 15.676,90 alsmede € 1.220,40 per 20.000 m³ boven 100.000 m³

– 1.000.001 m³ en meer (naar boven afgerond op 200.000 m³)

€ 70.589,60 alsmede € 6.101,80 per 200.000 m³ boven 1.000.000 m³

5.3.2

Het wijzigen van een vergunning als onder 5.3.1 bedoeld indien deze (mede) leidt tot vergroting van de hoeveelheid af te graven vaste stoffen, gemeten in profiel van ontgraving.

Een bedrag gelijk aan het verschil tussen het met toepassing van het bepaalde onder 5.3.1. verschuldigde bedrag voor de vergrote hoeveelheid en het reeds betaalde bedrag

5.3.3

Het wijzigen van een vergunning als onder 5.3.1 bedoeld, anders dan in het onder 5.3.2 genoemde geval.

€ 290,20

5.3.4

Behalve de leges bedoeld onder 5.3.1 tot en met 5.3.3 wordt voorts in rekening gebracht een bedrag voor te maken kosten per publicatie

€ 50,00

Wet bodembescherming

5.4.1

Een beslissing in het kader van een melding op grond van artikel 41 Wet bodembescherming

Nihil

5.4.2

Een beslissing op een melding van het voornemen tot uitvoering van een uniforme sanering

Nihil

5.4.3

Een besluit over ernst en spoed van een geval als bedoeld in artikel 37 juncto artikel 29 Wet bodembescherming

Nihil

5.4.4

Een besluit over een saneringsplan

Nihil

5.4.5

Een besluit over een evaluatierapport

Nihil

5.4.6

Een beslissing naar aanleiding van een monitoringsrapportage in verband met een sanering

Nihil

5.4.7

Een besluit over een nazorgplan in verband met een beschikking

Nihil

5.4.8

Een beslissing naar aanleiding van een nieuw geval van bodemverontreiniging

Nihil

Wet milieubeheer

5.5

Een maatwerkvoorschrift op grond van artikel 8.4.2 Wet milieubeheer of ontheffing op grond van artikel 10.63 Wet milieubeheer

Nihil

Vuurwerkbesluit

5.6

Een vergunning, toestemming voor of melding van opslag of ontbranding van vuurwerk in het kader van het Vuurwerkbesluit

Nihil

Besluit Risico’s Zware Ongevallen 2015

5.7

De beoordeling van een veiligheidsrapport in het kader van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 2015 in relatie tot een gehele vergunningaanvraag van een inrichting

Nihil

RECREATIE EN NATUUR

Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017

6.1

Een ontheffing als bedoeld in artikel 5.6.1 van de Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017 en een wijziging van zo’n ontheffing (behalve in de tenaamstelling), met betrekking tot een verbod, bedoeld in

1. artikel 5.3.1 (storten, dempen en ophogen)

2. artikel 5.4.2 (woonschepen)

3. artikel 5.4.6 (andere vaartuigen)

4. artikel 5.4.9 (aanlegplaatsen)

€ 615,00

€ 750,00

€ 750,00

€ 750,00

6.2

Behalve de leges bedoeld onder 6.1 wordt voorts in rekening gebracht een bedrag voor te maken kosten per publicatie

€ 50,00

6.3

Een verlenging van de onder 6.1 onder 1, 3 of 4 bedoelde ontheffingen, bij een ongewijzigde situatie ten opzicht van de laatst verleende ontheffing of een overschrijving (wijziging tenaamstelling)

50% van de bij die onderdelen genoemde bedragen

6.4

Een verlenging van de onder 6.1 onder 2 bedoelde ontheffing bij een ongewijzigde situatie ten opzichte van de laatst verleende ontheffing of een overschrijving (wijziging tenaamstelling) bij het wisselen van eigenaar van het woonschip

€ 325,50

6.5

Geen rechten als bedoeld in artikel 6.1 tot en met 6.3 worden geheven ter zake van de instandhouding, het herstel of de ontwikkeling van de in artikel 5.6.1 tweede lid van de Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017 bedoelde waarden binnen het kader van het plan en de beleidsregels, bedoeld in artikel 5.3.1 van de verordening, tenzij de betreffende handeling wordt verricht krachtens een wettelijke of privaatrechtelijke verplichting

Wet natuurbescherming (Wnb)

Hoofdstuk 2

7.1.1

Een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede en derde lid, van de Wnb welke (hoofdzakelijk) wordt verleend in samenhang met het programma aanpak stikstof zoals vastgesteld op grond van artikel 1.13 van de Wnb

€ 814,57

7.1.2

Een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede en derde lid, van de Wnb welke (hoofdzakelijk) wordt verleend voor directe effecten, zijnde andere effecten dan stikstofdepositie

€ 2.523,01

7.1.3

Een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede en derde lid, van de Wnb welke wordt verleend voor het uitvoeren van herstel- en instandhoudingsmaatregelen voortkomend uit de gebiedsanalyses in het kader van het programma aanpak stikstof of beheerplannen Natura 2000-gebieden

Nihil

7.1.4

Een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede en derde lid, van de Wnb welke wordt verleend voor in het kader van beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden

Nihil

Hoofdstuk 3

 

7.2.1

Een ontheffing als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, artikel 3.8, eerste lid, en 3.10, tweede lid, van de Wnb indien sprake is van een generieke ontheffing op basis van gebiedsgericht beleid

€ 3.500,00

7.2.2

Een ontheffing als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, artikel 3.8, eerste lid, en 3.10, tweede lid, van de Wnb indien sprake is van een ontheffing met gecoördineerde behandeling

€ 1.338,74

7.2.3

Ontheffingen op basis van hoofdstuk 3 van de Wnb in het kader van beheer en schadebestrijding

Nihil

7.2.4

Een ontheffing als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, artikel 3.8, eerste lid, en 3.10, tweede lid, van de Wnb indien sprake is van een geringe ruimtelijke ingreep en het natuurbelang en de biodiversiteit daarmee is gediend

Nihil

7.2.5.1

Overige ontheffingen op basis van hoofdstuk 3 van de Wnb

€ 978,31

7.2.5.2

Indien de ontheffing als bedoeld in 7.2.5.1 uitsluitend ziet op het belang van één particuliere aanvrager en niet ziet op het realiseren van een infrastructureel werk, van ruimtelijke inrichting of projectontwikkeling

€ 450,00

Hoofdstuk 4

7.3.1

Een ontheffing als bedoeld in artikel 4.5, eerste of derde lid, van de Wnb, indien sprake is van een ontheffing van de plicht tot herbeplanting op dezelfde grond of ontheffing van plicht tot herbeplanten

€ 926,82

7.3.2

Een ontheffing als bedoeld in artikel 4.5, derde lid, van de Wnb indien sprake is van een ontheffing van de plicht om binnen drie jaar te herbeplanten

€ 211,11

7.3.3

Een ontheffing als bedoeld in artikel 4.5, derde lid, van de Wnbingeval ontheffing wordt gevraagd van de wachttermijn voor-afgaand aan de kap

€ 211,11

Hoofdstuk 6

7.4.1

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een tegemoetkoming in geleden schade, aangericht door natuurlijk in het wild levende beschermde vogels of dieren als bedoeld in artikel 6.1 van de Wnb

€ 300,00

WELZIJN

Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

8.1

Een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden.

€ 157,70