Regeling vervallen per 04-07-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 29 oktober 2019, nr. 81FBFD76, tot vaststelling van een éénjarige Uitvoeringsverordening subsidie opruiming drugsafval provincie Utrecht 2019

Geldend van 12-12-2019 t/m 03-07-2020

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 29 oktober 2019, nr. 81FBFD76, tot vaststelling van een éénjarige Uitvoeringsverordening subsidie opruiming drugsafval provincie Utrecht 2019

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op art. 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4, 6 en 36 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling aan aanmelding als opgenomen in:

    • 1.

      Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L352/1 van 24 december 2013; of,

    • 2.

      Verordening (EG) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;

  • b.

    drugsafval: afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs;

  • c.

    erkende verwijderaar: verwijderaar die over de benodigde milieuvergunningen beschikt om drugsafval volgens de juiste regelgeving te kunnen en mogen verwijderen;

  • d.

    synthetische drugs: uit chemische grondstoffen geproduceerde verdovende middelen;

  • e.

    zakelijk gerechtigden: personen met een zakelijk recht, als bedoeld in boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, op een zaak;

  • f.

    Gedeputeerde Staten: het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    gemeenten;

  • b.

    zakelijk gerechtigden.

Artikel 3 Subsidievorm

Subsidies als bedoeld in deze uitvoeringsregeling worden door Gedeputeerde Staten verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:

  • a.

    het opruimen van drugsafval; of

  • b.

    het opruimen van bodemverontreiniging, die voortvloeit uit achtergelaten drugsafval.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager mede-verantwoordelijk geacht kan worden voor de productie of het achtergelaten drugsafval waarop de aanvraag is gericht;

  • b.

    een aanvraag op grond van deze uitvoeringsverordening na de uiterste indiendatum, bedoeld in artikel 10, tweede lid, wordt ontvangen.

Artikel 6 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      er is sprake van achtergelaten drugsafval;

    • b.

      de locatie waar drugsafval is achtergelaten:

      • 1.

        is gelegen binnen de gemeentegrenzen; of

      • 2.

        behoort tot het zakelijk recht van de aanvrager;

    • c.

      van het achterlaten van drugsafval is aangifte gedaan bij de politie;

    • d.

      het drugsafval is opgeruimd in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag;

    • e.

      aan het project liggen ten grondslag:

      • 1.

        een bewijs van aangifte van de politie met tenminste een kaart met de locatie waar het drugsafval is aangetroffen, foto’s van het achtergelaten drugsafval en een beschrijving van de aangetroffen drugs gerelateerde afvalstoffen;

      • 2.

        een bewijs van de gemaakte kosten voor verwijdering en afvoer van het drugsafval;

      • 3.

        een bewijs van verwijdering en afvoer van het drugsafval.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • 1.

      het aangetroffen drugsafval is verwijderd conform de daartoe geldende wet- en regelgeving;

    • 2.

      het aangetroffen drugsafval is verwijderd door een erkende verwijderaar.

  • 3. Onverminderd het eerste lid, wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de bodemverontreiniging is een gevolg van het achterlaten van drugsafval als bedoeld in het eerste lid, onder a;

    • b.

      de bodemverontreiniging is verwijderd conform artikel 6 tot en met artikel 13 van de Wet bodembescherming.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidie in aanmerking de daadwerkelijk door onafhankelijke derden gemaakte kosten, voor zover deze niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen, met betrekking tot:

  • a.

    het opruimen van drugsafval; of,

  • b.

    het ongedaan maken van een bodemverontreiniging, voortvloeiend uit achterlating van drugsafval.

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen in elk geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    BTW die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 verrekenbaar kan zijn;

  • b.

    BTW die op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds 2003 compensabel kan zijn.

Artikel 9 Subsidieplafond

Gedeputeerde staten stellen het subsidieplafond voor subsidies, als bedoeld in artikel 4, voor in 2019 gemaakte opruimkosten vast op het voor de provincie Utrecht bepaalde jaarbedrag, zoals dat door het Ministerie van Justitie en Veiligheid begin/medio 2020 officieel bekend zal worden gemaakt.

Artikel 10 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      een subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten beschikbaar gestelde aanvraagformulier;

    • b.

      een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen;

  • 2. Subsidieaanvragen kunnen bij Gedeputeerde Staten jaarlijks worden ingediend in de periode van 1 februari t/m 30 juni, volgend op het jaar waarin de opruimkosten zijn gemaakt;

  • 3. Een subsidieaanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in lid 2 van dit artikel genoemde periode door Gedeputeerde Staten is ontvangen.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4, bedraagt tenminste 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van het in artikel 9 aangehaalde subsidieplafond;

  • 2. Onverminderd het eerste lid, wordt, indien sprake is van staatssteun, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun niet wordt overschreden.

Artikel 12 Verdeelcriteria

  • 1. Indien de binnen de periode, bedoeld in artikel 10, tweede lid, ingediende volledige subsidieaanvragen het voor het betreffende jaar geldende subsidieplafond, genoemd in artikel 9, te boven gaan, verdelen Gedeputeerde Staten de subsidie naar evenredigheid onder de voornoemde subsidieaanvragen;

  • 2. In afwijking van artikel 11 wordt, indien de subsidie naar evenredigheid wordt verdeeld, het percentage van de subsidiehoogte bepaald door het aantal binnen de periode, bedoeld in artikel 10, tweede lid, ingediende volledige subsidieaanvragen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie opruiming drugsafval provincie Utrecht 2019.

Ondertekening

Utrecht, 29 oktober 2019,

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

Secretaris,

Toelichting behorende bij Uitvoeringsverordening opruiming drugsafval provincie Utrecht 2019

Algemeen

De voorganger van de inmiddels uitgewerkt regeling 2018 en de nu voorliggende regeling over 2019, vloeiden voort uit het amendement Cegerek/Remco Dijkstra1 inzake de tegemoetkoming in kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de indertijd gemaakte afspraken tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (I&M) en de provincies over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg zouden dragen voor de (toen nog) co-financiering tot max. 50% van kosten die gemeenten en andere grondeigenaren moesten maken voor het opruimen van drugsafvaldumpingen. Deze afspraken werden in 2014 vastgelegd in het Convenant ‘Uitwerking amendement co-financiering opruiming drugsdumpingen’.2

In genoemd amendement was tevens opgenomen dat er naar een duurzame financieringsoplossing van provincies en gemeenten moest worden gezocht. Omdat de geldingsduur van de 1e rijkssubsidieregeling per 1 september 2018 afliep en er toen nog geen duurzame financieringsoplossing was en wij gedupeerden niet in de kou wilden laten staan, besloten wij op 28 augustus 2018 een eigen provinciale subsidieregeling in het leven te roepen ter waarde van € 20.000,-. Het doel van onze regeling was niet anders als die van haar voorganger: het verstrekken van subsidies tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van achtergelaten drugsafval. Recent, en na lang aandringen door o.a. het IPO, heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid besloten3 om voor de jaren 2019 t/m 2024 toch opnieuw jaarlijks een bedrag (landsbreed) van € 1.000.000,- ter beschikking te stellen. Het bedrag is ‘hard’, maar verdere details zijn tot op dit moment nog niet bekend. Ook over de hoogte van de aan elke provincie te verstrekken jaarbijdrage ontbreekt het nog aan info. Vaststaat dat de uitwerking van het voorstel van de minister nog wel de nodige maanden zal duren. Daarom hebben wij besloten om, vooruitlopend op die nadere financiële uitwerking op rijksniveau, met de nu voorliggende eenjarige uitvoeringsverordening als provincie alvast zelf het juridische kader te creëren op basis waarvan gedupeerden vanwege hun in 2019 gemaakte opruimkosten per 1-2-2020 een vergoeding kunnen aanvragen. Vanwege het nog ontbreken van nadere info van het ministerie van J&V stellen wij de hoogte van vergoedingen voorshands nog afhankelijk van de hoogte van de rijksbijdrage over 2019.

Net als in voorgaande jaren wordt er ook in onze provincie Utrecht nog steeds regelmatig afval, afkomstig van de productie van synthetische drugs, achtergelaten/gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De voorliggende regeling maakt het mogelijk dat niet alleen aan decentrale overheden, vooral gemeenten, subsidie kan worden verleend, maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral in buitengebieden niet alleen sprake is van vol eigendom van grond, maar ook van zakelijke rechten (zoals erfpacht en opstal, waarbij bepaalde eigendomsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten), is in de regeling de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.

Voor het opruimen van drugsafval bestaan in iedere regio’s protocollen vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidsschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hierbij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.

Juridisch kader

De inhoud van de regeling komt grotendeels overeen met de indertijd met de 12 provincies samen opgestelde regeling. Bepalingen / essentialia uit de eerste regeling komen ook in deze 3e regeling weer terug, waar het betreft:

  • -

    doelgroep

  • -

    subsidievorm

  • -

    activiteiten die voor een subsidie in aanmerking komen

  • -

    weigeringsgronden

  • -

    vereisten aanvraag

  • -

    kosten die voor vergoeding in aanmerking komen

  • -

    periode indienen aanvraag

  • -

    plafond subsidiebijdrage

  • -

    verdeelcriteria

De regeling past binnen de kaders van de provinciale Algemene subsidieverordening. Relevante aspecten die al daarin zijn geregeld, zijn niet opnieuw in deze uitvoeringsverordening vastgelegd.

Staatssteun

Mogelijk is subsidie voor het opruimen van drugsafval aan te merken als staatssteun, uitgaande van het volgende:

  • -

    de ontvanger is een onderneming in de zin van Europees recht;

  • -

    het voordeel dat met de subsidie wordt verkregen, zou niet op de markt verkregen zijn;

  • -

    de subsidie geldt voor specifieke sectoren;

  • -

    de maatregel vervalst in potentie de mededinging of concurrentiepositie omdat de ontvanger in staat wordt gesteld investeringen te doen.

Indien hiervan in het concrete geval sprake blijkt te zijn, wordt gebruik gemaakt van de ruimte die de de-minimisverordening biedt, in algemene zin en specifiek voor de landbouwsector.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Ook voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving, zoals gehanteerd in de voorgangers van de nu voorliggende uitvoeringsverordening.

Onder b. drugsafval

Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders.

Onder c. erkende verwijderaar

Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogd de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen.

Onder e. zakelijk gerechtigden

Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkte rechten die op een eigendom gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het ‘t opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.

Artikel 2 Doelgroep

Het begrip grondeigenaar is opgevat als zakelijk gerechtigde op de grond. Van belang bij de afbakening van de doelgroep is, dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker (zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming).

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Op grond van de formulering wordt ook voor het opruimen van bodemverontreiniging door het achterlaten van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden, maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van het achterlaten van drugsafval. Overigens is het ook mogelijk dat er géén sprake is van bodemverontreiniging in situaties waarbij drugsafval is achtergelaten.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, wijst op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag. Dat geldt evenzeer bij een te late indiening van een aanvraag. Het al dan niet ontvangen van een tegemoetkoming in de kosten op andere wijze is geen reden tot weigering, mogelijk wel tot matiging van de subsidiehoogte. Sinds 2013 is de reikwijdte van de Wet Bibob aangepast en kan deze rechtstreeks op iedere bijdrageregeling worden toegepast zonder dat dit specifiek is bepaald in de regeling.

Artikel 6 Subsidievereisten

Onder d

In de regeling is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt over opruiming van achtergelaten drugsafval in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Omdat de regeling mogelijk meerdere keren op deze wijze wordt opengesteld, is niet meer het concrete jaar genoemd, maar is verwezen naar het jaar voor het moment van aanvraag, mits deze binnen de openstellingsperiode is ingediend.

Onder e

De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten zijn beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is dan niet meer aan de orde.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

De kosten die voor vergoeding in aanmerking komen, omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op een factuur aantoonbaar.

Onder b

In de geest van de 1e regeling is, dat de tegemoetkoming die gemeenten krijgen in de kosten van de opruiming van drugsafval, inclusief de BTW-compensatie, procentueel gelijk is aan de tegemoetkoming die grondeigenaren, niet zijnde gemeenten, ontvangen voor de door hen gemaakte kosten. Daarom is bij het bepalen van de te verstrekken subsidie rekening gehouden met de BTW-compensatie.


Noot
1

Amendement van de leden Cegerek en Remco Dijkstra, Kamerstukken II 2014/15, 34000 XII, nr. 49.

Noot
2

Staatscourant 28 april 2016, nr. 21103

Noot
3

Brief Ministerie van Justitie en Veiligheid d.d. 4 juli 2019