Besluit van provinciale staten van Utrecht en de commissaris van de Koning in de provincie Utrecht van 9 december 2020, nummer 821B3ABE, tot vaststelling van het Mandaatbesluit griffie provincie Utrecht (Mandaatbesluit griffie provincie Utrecht)

Geldend van 20-01-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 10-12-2020

Intitulé

Besluit van provinciale staten van Utrecht en de commissaris van de Koning in de provincie Utrecht van 9 december 2020, nummer 821B3ABE, tot vaststelling van het Mandaatbesluit griffie provincie Utrecht (Mandaatbesluit griffie provincie Utrecht)

Provinciale staten van Utrecht;

Gezien het voorstel van het fractievoorzittersconvent van 12 november 2020;

Commissaris van de Koning in de provincie Utrecht;

Gelet op de artikelen 104a , 104d, 104e, 143 en 176 van de Provinciewet;

Overwegende dat:

  • -

    artikel 104a, tweede lid, van de Provinciewet voorschrijft dat provinciale staten in een instructie nadere regels over de taak en de bevoegdheden van de griffier stellen;

  • -

    artikel 104d van de Provinciewet voorschrijft dat Provinciale staten de vervanging

  • -

    van de griffier regelen;

  • -

    het Reglement van orde Provinciale Staten provincie Utrecht 2020 in het voorgaande voorziet;

  • -

    met bijgaand besluit aan de griffier mandaat, volmacht en machtiging worden verleend om werkzaamheden in dit kader te kunnen verrichten;

Besluiten:

Artikel 1 Mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. Dit besluit heeft betrekking op de bevoegdheid om namens provinciale staten respectievelijk de commissaris van de Koning besluiten te nemen, rechtshandelingen en andere handelingen te verrichten.

  • 2. Wat in dit besluit ten aanzien van mandaat is bepaald, is van overeenkomstige toepassing op volmacht en machtiging.

Artikel 2 Uitvoering beslissingen provinciale staten

  • 1. De griffier is bevoegd tot de uitvoering van beslissingen van provinciale staten voor zover deze uitvoering ingevolge de Provinciewet niet bij gedeputeerde staten of de commissaris van de Koning ligt, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel. Hieronder wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het verlenen van een opdracht voor de ondersteuning van werkzaamheden van provinciale staten;

    • b.

      het verlenen van een opdracht ten behoeve van een activiteit waarvoor het fractievoorzittersconvent, de werkgeverscommissie dan wel het presidium goedkeuring heeft verleend;

    • c.

      het beslissen omtrent de vergoeding van opleidingskosten van een statenlid, het betaalbaar stellen van fractievergoedingen, reis- en verblijfkosten, kosten voor buitenlandse dienstreis;

    • d.

      het verlenen van een opdracht aan de accountant;

    • e.

      het verlenen van een opdracht aan de randstedelijke rekenkamer.

  • 2. Indien de uitvoering van een beslissing als bedoeld in het eerste lid het aangaan van een verplichting inhoudt waarmee voor de provincie een belang tot maximaal €214.000 is gemoeid, is de griffier bevoegd.

  • 3. Indien de uitvoering van een beslissing als bedoeld in het eerste lid het aangaan van een verplichting inhoudt waarmee voor de provincie een belang vanaf €214.000 is gemoeid, legt de griffier het voornemen aan de voorzitter van provinciale staten ter instemming voor, alvorens daarop te beslissen.

  • 4. De artikelen 16, 17 en 18 van het Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 19 van dat besluit is van toepassing.

Artikel 3 Personele beslissingen griffie

  • 1. De griffier is bevoegd tot het nemen van alle beslissingen ten aanzien van de op de griffie werkzame ambtenaren die voortvloeien uit artikel 104e, tweede lid, van de Provinciewet.

  • 2. De rechtspositionele voorschriften ten aanzien van de niet op de griffie werkzame provinciale ambtenaren zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Ambtenaren die de griffier bij verhindering vervangen, schorst en ontslaat de griffier in overeenstemming met de voorzitter van provinciale staten na overleg met de werkgeverscommissie.

Artikel 4 Vervanging

Bij niet beschikbaarheid geldt voor de uitoefening van het (onder)mandaat op grond van dit besluit de volgende vervangingsregeling.

  • a.

    De griffier wordt vervangen door de, door hem of haar in overeenstemming met de voorzitter van provinciale staten, na overleg met de werkgeverscommissie, aangewezen ambtenaar van de griffie.

  • b.

    Een medewerker aan wie ondermandaat is verleend krachtens artikel 2, vierde lid, wordt vervangen door de griffier.

Artikel 5 Intrekking

Het Besluit organisatie griffie provincie Utrecht 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 6 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit griffie provincie Utrecht.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 10 december 2020. Als het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 9 december 2020, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst, en werkt dit besluit terug tot en met 10 december 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de (openbare) vergadering van provinciale staten van 9 december 2020.

Provinciale Staten van Utrecht;

Voorzitter,

Griffier,