Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 11 maart 2003, nummer 2003REG000435i, houdende vrijstelling voor bepaalde categorieën opschriften, afbeeldingen en aankondigingen in het kader van de bescherming van natuur en landschap

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder borden: opschriften, aankondigingen of afbeeldingen en constructies die zijn opgericht om de opschriften, aankondigingen of afbeeldingen te dragen of die daartoe geschikt zijn als bedoeld in artikel 2 van de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996 Prov. blad 40, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 januari 2003, prov. blad 4.

Artikel 2

1. Het verbod om borden aan te brengen, bedoeld in artikel 2 van de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996, geldt niet voor de volgende plaatsen en categorieën als de daarbij vermelde voorschriften in acht worden genomen.

a. Borden die uitsluitend betrekking hebben op een beroep, bedrijf of dienst, uitgeoefend of verleend in een daarvoor als zodanig bestemd gebouw, indien zij zich bevinden:

1e. tegen het gebouw, mits ze plat tegen de gevel zijn bevestigd en niet boven de goot- of dakrand uitsteken en in totaal een oppervlakte van maximaal 9,00 m2 hebben óf direct voor het gebouw één bord, mits deze in totaal een oppervlakte heeft van maximaal 2,00 m2 of...

2e. als de borden dan vanaf de openbare weg niet zichtbaar zouden zijn: bij de inrit naar het gebouw mits ze dan zijn geplaatst direct bij die inrit, het aantal niet groter is dan twee, ze een oppervlakte hebben van elk maximaal 0,50 m2, met een maximale lengte in één richting van 1.00 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 1,50 meter. Dit geldt onverminderd bij vestiging van meerdere beroepen, bedrijven of diensten in één of meer gebouwen met een gemeenschappelijke oprit. De oppervlakte kan 1,00 m2 zijn indien de ondergrond van de borden wordt uitgevoerd in een in het landschap passende donkere kleur, zoals donkerbruin, donkergroen of antraciet.

b. Borden voor de verkoop van agrarische producten, mits: ze zijn geplaatst in de directe omgeving van het gebouw waar de producten verkocht worden en het aantal niet groter is dan één, met een oppervlakte van maximaal 1,00 m2, een maximale lengte in één richting van 1,50 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 2,50 meter.

c. Borden die educatieve informatie bevatten over een bezienswaardigheid of gebied mits: ze zijn geplaatst direct bij de bezienswaardigheid of direct bij de toegang naar het gebied, geen handels- of bedrijfsreclame bevatten, hoofdzakelijk zijn uitgevoerd in een in het landschap passende donkere kleur (zoals donkerbruin, donkergroen, antraciet), het aantal niet groter is dan één, met een oppervlakte van maximaal 0,50 m2, een maximale lengte in één richting van 1,00 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 1,50 meter.

d. Borden die toeristisch-recreatieve informatie bevatten over een gebied, mits: ze zijn geplaatst op het parkeerterrein behorend bij het gebied of direct bij de toegang naar het gebied, geen handels- of bedrijfsreclame bevatten, hoofdzakelijk zijn uitgevoerd in een in het landschap passende donkere kleur (zoals donkerbruin, donkergroen of antraciet), het aantal niet groter is dan het aantal te onderscheiden parkeerterreinen ter ontsluiting van het gebied maar maximaal drie, met een oppervlakte van elk 1,50 m2, een maximale lengte in één richting van 1,50 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 2,00 meter.

e. Borden bij benzineverkooppunten, mits: ze direct betrekking hebben op de verkoop van motorbrandstoffen, ze niet boven de goot- of dakrand van het gebouw uitsteken, ze plat tegen de gevel van het gebouw zijn bevestigd, zo mogelijk aan de wegzijde, met uitzondering van één brandstofprijzenbord in de directe nabijheid van de pompinstallatie met een maximale lengte in één richting van 1,50 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 7,50 meter.

f. Borden op grootschalige woningbouwlocaties (zoals de VINEX locatie), gericht op de rijksweg, mits: er maximaal twee per bouwlocatie zijn geplaatst, ze elk een oppervlakte hebben van maximaal 28,00 m2, met een maximale lengte in één richting van 7,00 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 6,00 meter.

g. Borden op een onroerende zaak waarbij deze te koop, te huur of in pacht wordt aangeboden mits: het aantal borden niet groter is dan één, het een oppervlakte heeft van maximaal 4,00 m2, met een maximale lengte in één richting van 2,00 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 2,00 meter.

h. Borden die uitsluitend betrekking hebben op de bouw of verbouwing van een of meer panden (bouwborden) en natuurbouwprojecten, mits: er maximaal één bord in de directe nabijheid van de panden in aanbouw is geplaatst, dat niet staat langs of gericht is op een rijksweg, een oppervlakte heeft van maximaal 6,00 m2, met een maximale lengte in één richting van 3,00 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 5,00 meter.

i. Borden die uitsluitend betrekking hebben op wegwerkzaamheden, mits: er maximaal twee borden per locatie zijn geplaatst, aan elke weghelft één, waarvan elk een oppervlakte heeft van maximaal 12,00 m2, met een maximale lengte in één richting van 4,00 meter en een maximale hoogte boven het maaiveld van 5,00 meter.

2. Een vrijstelling geldt slechts voor zolang de aanduiding op het betreffende bord feitelijke betekenis heeft.

3a. De afmetingen van een bord worden gemeten langs de buitenomtrek van de drager. De onder-of achtergrond en constructie die kennelijk tot het bord behoren, worden hierin begrepen.

3b. De hoogte boven het maaiveld wordt gemeten vanaf het hoogste punt van de buitenomtrek van de drager van het bord tot aan het maaiveld.

3c. Dubbelzijdige borden gelden als twee borden.

4. Een bord wordt niet verlicht. Dit voorschrift geldt niet met betrekking tot de borden, bedoeld in het eerste lid, onder a en e.

5. Een bord is in een goede staat van onderhoud.

Artikel 3

De onderdelen b, c en d van artikel 3, eerste lid, van de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996 zoals die luidden voor de wijziging van 13 januari 2003 vervallen met ingang van de eerste dag van de derde maand na de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking één dag na bekendmaking in het Provinciaal blad (1).

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstellingsbesluit borden provincie Utrecht 2003.