Regeling vervallen per 26-03-2011

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 20 juni 2006, nr. 2006REG001372i, houdende vrijstellingen van het ligplaatsverbod

Geldend van 01-12-2006 t/m 25-03-2011

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 20 juni 2006, nr. 2006REG001372i, houdende vrijstellingen van het ligplaatsverbod

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 20 juni 2006, nr. 2006REG001372i, houdende vrijstellingen van het ligplaatsverbod, gewijzigd bij besluit van 14 november 2006 (Vrijstellingenbesluit wateren provincie Utrecht 2006).

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op de artikelen7c, derde lid, 7g, 7h, vijfde lid, en 7j, vierde lid, van de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996;

Besluiten:

Artikel 1. Woonschepen

Het verbod om een woonschip ligplaats te laten nemen, te ankeren of te meren, of anderszins in een water te plaatsen, bedoeld in artikel 7c, eerste lid, van de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996 , geldt niet voor de volgende plaatsen:

Naam woonarkenpark Adres:

De Dotterbloem Bovendijk te Wilnis.

De Waterlelie Bovendijk te Wilnis.

De Watertuin Bovendijk te Wilnis.

De Vinkenslag Schattekerkerweg De Hoef.

Mur Demmerik 94 te Vinkeveen.

 

Artikel 2.

De in artikel 1 verleende vrijstelling geldt slechts indien de kleuren van het woonschip dekkend donkergroen, donkerbruin, donkergrijs, donkerblauw, antraciet of zwart zijn of als het is betimmerd met onbehandeld red ceder, een en ander in overeenstemming met de omgeving, en indien vergroting van het woonschip binnen de bestaande contour van het park plaatsvindt.

 

Artikel 3.

Het verbod om met een ligplaats voor woonschepen verband houdende voorzieningen te maken of te hebben, bedoeld in artikel 7g juncto artikel 7j, eerste en tweede lid, van de verordening, geldt niet met betrekking tot woonschepen op de in artikel 1 genoemde plaatsen.

 

Artikel 4.

De in artikel 3 verleende vrijstelling geldt niet voor voorzieningen die uitsteken voorbij de woonschipgevel aan de waterzijde.

 

Artikel 5. Andere vaartuigen

1. Het verbod om een vaartuig of ander voorwerp, niet zijnde een woonschip, ligplaats te laten nemen, te ankeren of te meren, of anderszins in een water te plaatsen, bedoeld in artikel 7h, eerste lid, van de verordening, geldt bij een erf voor andere vaartuigen dan bedoeld in het vierde lid van dat artikel, niet: 1e tussen 1 april en 30 september en 2e gedurende ten hoogste drie achtereenvolgende dagen.

2. Het verbod om een vaartuig af te meren geldt niet voor aanlegplaatsen bij horecagelegenheden die als zodanig in een bestemmingsplan zijn aangewezen, voor het in- of uitstappen van passagiers.

3. Het verbod geldt niet voor historische schepen die als varend monument zijn ingeschreven in het Nationaal Register Varende Monumenten bij aanlegplaatsen die als zodanig in een bestemmingsplan zijn aangewezen.

 

Artikel 6. Aanlegplaatsen

1. Het verbod om aanlegplaatsen en daarmee verband houdende voorzieningen te maken of te hebben, bedoeld in artikel 7j, eerste en tweede lid, van de verordening, geldt niet als het een aanlegplaats betreft:

a. voor een vaartuig als bedoeld in artikel 7h, vierde lid, van de verordening of in artikel 5, eerste lid, van dit besluit of;

b. als bedoeld in artikel 5, tweede of derde lid, van dit besluit.

2. Een bij het eerste lid verleende vrijstelling is niet van kracht indien de afmetingen worden overschreden die door de water- of vaarwegbeheerder zijn voorgeschreven bij algemeen verbindend voorschrift.

3. Een bij het eerste lid verleende vrijstelling is niet van kracht indien het gaat om voorzieningen aan de oever behorend bij een woonschip.

 

Artikel 7. Slotbepalingen 

Het Vrijstellingsbesluit woonschepen provincie Utrecht 2003 wordt ingetrokken.

 

Artikel 8.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

 

Artikel 9.

Dit besluit wordt aangehaald als Vrijstellingsbesluit wateren provincie Utrecht 2006.

Ondertekening

B. Staal, voorzitter,
H.H. Sietsma, secretaris.