Regeling vervallen per 01-01-2013

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264151, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Geldend van 01-02-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264151, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op artikel 4 en artikel 33, aanhef en onderdeel d, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende dat het, voor de kunsten zelf en voor jong talent uit de provincie, van belang is dat jonge, veelbelovende makers en innovatieve projecten op het brede terrein van de podiumkunsten zich kunnen ontwikkelen en dat de provincie Utrecht daaraan een bijdrage wenst te leveren;

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze uitvoeringsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    Commissie: adviescommissie bedoeld in het Instellingsbesluit adviescommissie Cultuur provincie Utrecht;

  • c.

    Innovatief project: project dat door werkwijze of resultaat een vernieuwende impuls geeft aan het brede terrein van de podiumkunst, film, letterkunde en cross-overs met andere kunstvormen;

  • d.

    Project: een inhoudelijk en in de tijd samenhangend product op het terrein van de podiumkunst, film, letterkunde en cross-overs met andere kunstvormen;

  • e.

    Scout: een deskundige die door GS is aangewezen om behulpzaam te zijn bij de aanvraagprocedure en kansrijke projecten te selecteren;

  • f.

    Talentvolle maker: maker die niet langer dan vijf jaar werkzaam is in het (semi) professionele circuit van de podiumkunst, film, letterkunde en cross-overs met andere kunstvormen en die zich in het nabije verleden artistiek heeft geprofileerd, met tevens oog voor de zakelijke en publieksaspecten van een project.

Artikel 2 Criteria

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in artikel 33, aanhef en onderdeel d van de Asv van talentvolle makers, evenals aan innovatieve projecten.

  • 2 Bij de beoordeling van aanmeldingen en subsidieaanvragen gelden de volgende criteria:

     Ten eerste op voet van gelijkheid:

    • a.

      het niveau van de artistieke kwaliteit, te bepalen op basis van oorspronkelijkheid,zeggingskracht en het te verwachten vakmanschap;

    • b.

      de bijdrage van het project aan de context van de maker en diens beoogde publiek;

      Ten tweede op voet van gelijkheid:

    • c.

      de bijdrage van het project aan het geheel van initiatieven in de provincie Utrecht en de culturele infrastructuur;

    • d.

      de zakelijke kwaliteit van de aanvrager;

    • e.

      de afkomst van de aanvrager uit andere dan de traditionele geledingen;

    • f.

      het gevestigd zijn van de subsidieontvanger in de provincie Utrecht.

Artikel 3 Subsidieontvangers / Doelgroepen

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

    aan non-profitorganisaties en natuurlijke personen voor de ontwikkeling van een innovatief project in de provincie Utrecht dat uitmondt in een publiekspresentatie; en

  • b.

    aan talentvolle makers voor de ontwikkeling van een project in de provincie Utrecht dat uitmondt in een publiekspresentatie.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1 Potentiële aanvragers moeten zich in 2011 en 2012 voor 1 april aanmelden met een elektronisch aanmeldingsformulier.

  • 2 De meldingen worden voorgelegd aan de scouts die op basis van de artikelen 2 en 7 maximaal tien kansrijke meldingen selecteren. Betrokkenheid van een scout geeft geen recht op een positieve beslissing omtrent subsidie.

  • 3 De tien meldingen bedoeld in het tweede lid worden aan de commissie voorgelegd die op basis van de artikelen 2 en 7 maximaal vijf meldingen selecteert die omgezet kunnen worden in een subsidieaanvraag .

  • 4 Een subsidieaanvraag wordt ingediend voor 1 augustus.

Artikel 5 Adviescommissie

  • 1 Aanvragen om subsidie worden voor advies voorgelegd aan de commissie.

  • 2 De commissie adviseert gedeputeerde staten in het kader van de beslissing op de subsidieaanvragen.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager reeds een artistieke of zakelijke band heeft met een productiehuis, gezelschap, festival, ensemble of werkplaats;

  • b.

    een aanvraag wordt ingediend zonder voorafgaande melding bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • c.

    voor het project reeds een meerjarige geldelijke bijdrage uit een landelijk fonds is toegekend.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1 Subsidies worden verstrekt in de vorm van een vast bedrag dat als volgt wordt bepaald:

    • a.

      de hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten van het voor subsidie in aanmerking komende deel van het project, met dien verstande dat de hoogte van de subsidie maximaal € 30.000,- bedraagt.

    • b.

      indien een subsidie minder dan € 10.000,- zou zijn, wordt zij niet verstrekt.

  • 2 Tot de subsidiabele kosten behoren:

    • a.

      de kosten die direct verband houden met de ontwikkeling en realisering van het project zoals opdrachten aan schrijvers, componisten, choreografen, scenaristen alsmede de kosten van onderzoek, marketing en promotie, vormgeving, huur van repetitieruimten en techniek;

    • b.

      de kosten voor de verankering van kennis en expertise (in de organisatie) van de aanvrager, ter bevordering van cultureel ondernemerschap.

  • 3 Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet:

    de kosten van projecten in het kader van kunstvakopleidingen en van makers die zijn aangesloten bij een productiehuis.

  • 4 Gedeputeerde staten kunnen het subsidiebedrag voor het project aanpassen naar de mate van veelbelovendheid en artistieke kwaliteit, overeenkomstig de criteria zoals omschreven in artikel 2.

Artikel 7a Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 bedraagt voor 2012 € 0,--

Artikel 8 Verplichtingen subsidieontvanger

De activiteiten worden binnen 18 maanden na beschikking op de aanvraag afgerond.

Artikel 9 Europese regelgeving

Voor zover de activiteiten leiden tot een voordeel voor een onderneming wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van de Verordening (EG) 1998/2006 betreffende de-minimissteun.

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011 en vervalt met ingang van 1 januari 2013. Als het provinciaal blad wordt uitgegeven na 31 december 2010 treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke uitvoeringsverordening subsidie Talentvolle makers en innovatieve projecten provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010.
Gedeputeerde staten,
R.C. ROBBERTSEN, voorzitter.
H.H. SIETSMA, secretaris.
Uitgegeven 19 november 2010 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen
H.H. SIETSMA, secretaris