Regeling vervallen per 01-01-2012

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264160, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264160, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op artikel 4 en 30 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende dat het voor starters op de woningmarkt steeds moeilijker is om de stap naar een koopwoning te kunnen maken en dat de provincie Utrecht deze starters wil helpen via het Startersfonds;

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze uitvoeringsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    Maatschappelijke binding provincie Utrecht:

    • 1e tenminste drie jaar onafgebroken ingezetene zijn in één of meerdere gemeenten in de betreffende regio (in dit geval provincie Utrecht), dan wel gedurende de voorgaande tien jaar tenminste zes jaar onafgebroken ingezetene zijn geweest van één of meerdere gemeenten in de betreffende regio; of

    • 2e tenminste negentien uur per week een dagopleiding volgen aan een, in de betreffende regio, gevestigde en erkende instelling voor dagonderwijs;

  • c.

    NHG: Nationale Hypotheek Garantie;

  • d.

    Provinciale Starterslening: een lening die tot doel heeft om huishoudens (in de provincie Utrecht) met beperkte financiële ruimte in staat te stellen een woning te kopen in een andere gemeente dan dat zij woonachtig zijn;

  • e.

    Startersfonds provincie Utrecht: het fonds waaruit de provincie Utrecht op grond van haar deelnemingsovereenkomst met SVn, startersleningen kan toekennen en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort;

    • • Deel A:

      Gemeentelijke deel Startersfonds: gemeenten verstrekken een starterslening onder eigen voorwaarden. De provincie verstrekt 25% van de totale lening totdat de trekkingsrechten van de gemeente op zijn. Alle gemeentelijke voorwaarden blijven hierbij gewoon van kracht;

    • • Deel B:

      Provinciale deel Startersfonds: starters met provinciale maatschappelijke binding maar geen lokale binding kunnen via de gemeente een starterslening verkrijgen uit het provinciale fonds. De gemeente draagt hier niet aan bij, de provincie verstrekt 100% van de starterslening. Ook voor dit deel van het fonds zijn alle gemeentelijke voorwaarden, m.u.v. de lokale bindingseis, van kracht;

  • f.

    Starterslening: een lening met als doel om voor huishoudens met beperkte financiële mogelijkheden de ruimte te vergroten om voor het eerst een eigen woning te kopen;

  • g.

    SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten te Hoevelaken;

  • h.

    Trekkingsrecht: het recht van gemeenten om geld te onttrekken uit het Startersfonds provincie Utrecht (deel A en deel B), Voor deel A is hier per gemeente een maximum aan verbonden dat bepaald is naar rato van het aantal inwoners.

Artikel 2 Criteria

Subsidie kan worden verstrekt aan gemeenten binnen de provincie Utrecht voor activiteiten als bedoeld in artikel 30 van de Asv die gericht zijn op het verstrekken van leningen aan starters op de koopwoningmarkt, één en ander overeenkomstig de doelstellingen en de randvoorwaarden gesteld in de “Notitie Startersfonds provincie Utrecht 2009”.

Artikel 3 Subsidieontvangers / Doelgroepen

Subsidie kan worden verstrekt aan gemeenten binnen de provincie Utrecht die een gemeentelijke Startersregeling hebben en een deelnemingsovereenkomst met de SVn hebben gesloten.

Artikel 4 Vorm

Subsidie kan worden verstrekt in de vorm van trekkingsrechten aan Utrechtse gemeenten.

Artikel 5 Aanvraag (Doorlopend)

  • 1.

    Aanvragen kunnen gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.

  • 2.

    Bij de aanvraag hoeft alleen een ondertekende verordening Starterslening te worden meegezonden waarin is opgenomen dat zij de loketfunctie voor het verstrekken van provinciale Startersleningen (deel B) op zich nemen.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de Asv kan subsidie worden geweigerd als de gemeente in haar verordening Starterslening niet de provinciale starterslening (deel B), inclusief de daarbij behorende provinciale maatschappelijke bindingseis, heeft opgenomen.

Artikel 7 Vaststelling

Subsidie wordt ambtshalve vastgesteld.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie  

  • 1.

    Trekkingsrechten tot € 125.000 worden verstrekt in de vorm van een vast bedrag dat als volgt wordt bepaald:

a. Gemeente Abcoude

€ 24.066

b. Gemeente Baarn

€ 67.605

c. Gemeente Breukelen

€ 40.647

d. Gemeente Bunnik

€ 39.496

e. Gemeente Bunschoten

€ 54.322

f. Gemeente De Bilt

€ 116.334

g. Gemeente De Ronde Venen

€ 95.756

h. Gemeente Eemnes

€ 24.830

i. Gemeente Leusden

€ 79.056

j. Gemeente Loenen

€ 22.936

k. Gemeente Lopik

€ 38.910

l.  Gemeente Maarssen

€ 109.030

m. Gemeente Montfoort

€ 37.376

n. Gemeente Oudewater

€ 27.470

o. Gemeente Renswoude

€ 12.415

p. Gemeente Rhenen

€ 52.018

q. Gemeente Vianen

€ 54.394

r. Gemeente Woudenberg

€ 32.110

s. Gemeente Wijk bij Duurstede

€ 64.558

t. Gemeente IJsselstein

€ 94.343

  • 2.

    Trekkingsrechten vanaf € 125.000,- worden als volgt wordt bepaald:

a. Gemeente Amersfoort

€ 391.154

b. Gemeente Houten

€ 128.736

c. Gemeente Nieuwegein

€ 169.211

d. Gemeente Soest

€ 126.201

e. Gemeente Utrecht

€ 816.421

f. Gemeente Utrechtse Heuvelrug

€ 135.672

g. Gemeente Veenendaal

€ 171.100

h. Gemeente Woerden

€ 134.021

i. Gemeente Zeist

€ 167.552

  • 3.

    Gedeputeerde staten kunnen besluiten tot een herijking van de aan Utrechtse gemeenten toegekende trekkingsrechten in het Startersfonds provincie Utrecht (deel A, gemeentelijk deel), mocht blijken dat één of meerdere Utrechtse gemeenten geen gebruik maken van de aan hen toegekende trekkingsrechten in het Startersfonds provincie Utrecht.

  • 4.

    Gedeputeerde staten kunnen besluiten tot overheveling van de aan Utrechtse gemeenten toegekende trekkingsrechten in het Startersfonds provincie Utrecht deel A, (gemeentelijk deel) naar het provinciale Startersfonds deel B, (provinciaal deel) indien deze gemeenten geen gebruik maken van de aan hen toegekende trekkingsrechten in het Startersfonds provincie Utrecht deel A (gemeentelijk deel).

Artikel 9 Verplichtingen subsidieontvanger 

  • 1.

    De subsidieontvanger dient het provinciale Startersfonds (deel B) te blijven uitvoerentot dat het Startersfonds provincie Utrecht (deel B) uitgeput is of tot uiterlijk 31 december 2011, ook als de subsidieontvanger al door zijn toegekende trekkingsrechten uit het Startersfonds provincie Utrecht (deel A) heen is.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien de subsidieontvanger de deelnemingsovereenkomst met SVn verbreekt.

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze uitvoeringsverordening treedt in werking op 1 januari 2011. Als het provinciaal blad wordt uitgegeven na 31 december 2010 treedt de uitvoeringsverordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad. De verordening vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke uitvoeringsverordening subsidie Startersfonds provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010.
  Gedeputeerde staten,
R.C. ROBBERTSEN, voorzitter.
H.H. SIETSMA, secretaris.  
Uitgegeven 19 november 2010 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen
H.H. SIETSMA, secretaris