Regeling vervallen per 02-11-2013

Luchthavenregeling MLA-terrein Polsbroek, gemeente Lopik Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 25 oktober 2010 (nr. 80866590) houdende vaststelling van de luchthavenregeling MLAterrein Polsbroek, gemeente Lopik.

Geldend van 02-11-2010 t/m 01-11-2013

Intitulé

Luchthavenregeling MLA-terrein Polsbroek, gemeente Lopik Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 25 oktober 2010 (nr. 80866590) houdende vaststelling van de luchthavenregeling MLAterrein Polsbroek, gemeente Lopik.

Provinciale Staten van Utrecht;

Gelezen het voorstel van Gedepteerde Staten van 6 juli 2010, nr. 80850547, inzake de luchthavenregeling MLA Polsbroek;

Gelet op het overgangsrecht uit artikel XV van de regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens, en artikel 8.64 van de Wet luchtvaart;

Overwegende dat wordt voldaan aan de Luchtvaartnota provincie Utrecht (zie Overwegingen), het Besluit Burgerluchthavens en de Regeling Burgerluchthavens;

Overwegende dat voor deze luchthaven door de minister van Verkeer en Waterstaat reeds enige jaren een ontheffing op grond van de inmiddels vervallen Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen is verleend;

Dat het bestaande gebruik dan ook conform pagina 25 van de Luchtvaartnota provincie Utrecht als uitgangspunt is genomen;

Overwegende dat deze luchthavenregeling als paragraaf 3.2.2 onderdeel uitmaakt van hoofdstuk 3 van de Luchtvaartverordening provincie Utrecht;

Besluiten vast te stellen de volgende luchthavenregeling:

Paragraaf 3.2.2.1 - algemeen

Artikel 3.2.2.1.1

Deze regeling is van toepassing op de luchthaven aan de Zuidzijdseweg 100 A, 3415 PR Polsbroek, kadastraal bekend gemeente Lopik, sectie D, nummer 681, zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende tekening.

Artikel 3.2.2.1.2

De exploitant van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.2.2.1.1 is de heer A.B. Zijderlaan.

Artikel 3.2.2.1.3

Van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.2.2.1.1 mag uitsluitend gebruik worden gemaakt door de exploitant als benoemd in artikel 3.2.2.1.2, of op enig moment door maximaal drie door hem aangewezen gastvlieger(s).

Artikel 3.2.2.1.4

De kaart maakt deel uit van deze regeling (zie Bijlage 1).

Artikel 3.2.2.1.5

Naast deze regeling zijn de regels en voorschriften uit de Wet luchtvaart en Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen van toepassing en moet er zorg voor worden gedragen dat de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.2.2.1.1 overeenkomstig deze regels en voorschriften ingericht en gebruikt wordt.

Artikel 3.2.2.1.6

Exploitant zorgt voor afdoende voorzorgsmaatregelen om het publiek op een veilige afstand van het terrein te houden.

Paragraaf 3.2.2.2 - regels voor het luchthavenluchtverkeer

Artikel 3.2.2.2.1

Op de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.2.2.1.1 mogen micro light aeroplanes opstijgen en landen, met een maximum van 100 vliegbewegingen per gebruiksjaar, op ten hoogste 25, niet aaneengesloten dagen, met een maximum van drie dagen per maand.

Artikel 3.2.2.2.2

De luchthaven zoals genoemd in artikel 3.2.2.1.1 mag uitsluitend voor privé- of hobbydoeleinden worden gebruikt.

Artikel 3.2.2.2.3

Van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.2.2.1.1 mag uitsluitend tijdens de uniforme daglichtperiode, zoals beschreven in het besluit van 18 december 1992, houdende regelen ter bevordering van de veiligheid en de regelmaat van het luchtverkeer (Luchtverkeersreglement), gebruik worden gemaakt.

Artikel 3.2.2.2.4

De in voorgaande artikelen genoemde vliegbewegingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd met micro light aeroplanes (MLA's), in de zin van het Besluit luchtvaartuigen 2008.

Artikel 3.2.2.2.5

Er wordt niet opgestegen of geland binnen een afstand van 50 meter in de dagperiode (07.00 tot 19.00 uur) of 75 meter (19.00- 23.00 uur) in de avondperiode van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen.

Paragraaf 3.2.2.3 - Rapportageverplichtingen

Artikel 3.2.2.3.1  

Het gebruiksjaar betreft de periode van 1 november tot en met 31 oktober.

Artikel 3.2.2.3.2

Binnen vier weken na het einde een gebruiksperiode van drie maanden dient de in artikel 3.2.2.1.2 genoemde exploitant een rapportage, onder vermelding van data gebruik, type en registratie MLA's en het aantal uitgevoerde bewegingen, te overleggen aan Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht over het gebruik van de luchthaven gedurende het betreffende kwartaal.

Artikel 3.2.2.3.3

Tevens dient binnen een maand na het einde van een gebruiksjaar de in artikel 3.2.2.1.2 genoemde exploitant een rapportage op te stellen over het gebruik van de luchthaven, zoals genoemd in artikel 3.2.2.1.1, gedurende het gebruiksjaar.

Artikel 3.2.2.3.4

De in artikel 3.2.2.3.2 genoemde rapportage moet worden goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht. Doel van deze rapportage is inzicht verschaffen in het gebruik van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3.2.2.1.1.

Paragraaf 3.2.2.4 – Inwerkingtreding en geldigheid

Artikel 3.2.2.4.1

Deze luchthavenregeling treedt in werking de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

Artikel 3.2.2.4.2

Deze luchthavenregeling geldt voor een periode van drie jaar na inwerkingtreding ervan.

Ondertekening

Utrecht, 1 november 2010
Provinciale Staten van Utrecht
R.C. ROBBERTSEN, voorzitter.
L.C.A.W. GRAAFHUIS, griffier.  
Uitgegeven 1 november 2010 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen
H.H. SIETSMA, secretaris