Rechtspositieregeling Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Geldend van 05-03-2013 t/m heden

Intitulé

Rechtspositieregeling Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Rechtspositieregeling Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Artikel 29:1:1:1  Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand;

  • b

    Car/Uwo: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Artikel 29:1:1:2  Aanstelling

Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst van bepaalde tijd.

Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 29:1:1:3  Vergoeding

De buitengewoon ambtenaar, niet zijnde de burgemeester, wethouder, raadslid of elders benoemde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap.

De vergoeding is gelijk aan driemaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage Iia van de CAR/UWO.

De vergoeding van het tweede lid wordt opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO.

De vergoeding van het tweede lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

Ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof als bedoeld in artikel 6:2 van de CAR/UWO, wordt een extra vergoeding toegekend ter hoogte van 8,6% van het totaal van de vergoedingen op basis van de voorgaande drie leden.

Lid 6 Artikel 3:3 van de CAR/UWO (toelage onregelmatige dienst) is van overeenkomstige toepassing. Als salaris wordt het totaal van de vergoedingen op basis van de voorgaande vier leden beschouwd.

Artikel 29:1:1:4  Aanspraken bij ziekte

Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:2 (recht op bezoldiging bij ziekte), 7:4 (samenloop van bezoldiging bij ziekte met arbeidsongeschiktheidsuitkering), 7:5 (passende arbeid) en 7:6 (gangbare arbeid) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

Voor toepassing van lid 1 wordt onder bezoldiging verstaan: de gemiddelde vergoeding over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan het ziekteverzuim.

Artikel 29:1:1:5  Ontslag en schorsing

Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 (wegens ouderdomspensioen), 8:4 (wegens reorganisatie), 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:11 (wegens FPU), 8:13 (als disciplinaire straf), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden) van de CAR/UWO.

Schorsing  van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 18:5:2 van de CAR/UWO.

Artikel 29:1:1:6  Overige rechten en plichten

De artikel 15:1:1, 15:1:3, 15:1:4, 15:1:5, 15:1:6, 15:1:12, 15:1:15, 15:1:16 en 15:1:19, 15:1:20, 15:1:23 van de CAR/UWO zijn overeenkomstige toepassing.

Artikel 29:1:1:7  Disciplinaire maatregelen

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair wordt gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 29:1:1:8  Citeerartikel

Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Artikel 29:1:1:2

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (BABS) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16).

Artikel 29:1:1:3

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Het eerste lid maakt duidelijk dat de bezoldiging bestaat uit een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap. Het tweede lid legt de relatie met de salarisschaal waarin de functie van de ambtenaar voor de burgerlijke stand doorgaans is ingeschaald. In het derde en vierde lid wordt het basisbedrag opgehoogd met een toeslag voor respectievelijk de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering. De grondslag voor de berekening van de vakantietoelage is de basisvergoeding van drie uursalarissen. De grondslag voor de berekening van de eindejaarsuitkering is de basisvergoeding exclusief de vakantietoelage. Ten slotte wordt in het vierde lid het recht op vakantie-uren, dat de ‘normale’ gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 6:2 van de CAR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit percentage is gebasseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uur) en de arbeidsduur per jaar (1836 uur) van de gemeenteambtenaar. Vakantie-aanspraken worden afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden.

Rekenvoorbeeld:Uitgaande van een salarisbedrag van € 2.802,00 (hoogste bedrag schaal 8), een vakantie-uitkering van 8% en een eindejaarsuitkering van 0,8% (situatie per 1 oktober 1999) vindt de volgende berekening plaats:

Driemaal 1/156e deel van € 2.802,00 (is basisvergoeding)

€ 53,88

Verhoogd met 8% (vakantietoelage)

€ 4,31

Vergoeding:

€ 58,19

Basisvergoeding verhoogd met 3% (eindejaarsuiterking)

€ 5,14

Vergoeding:

€ 59,81

Verhoogd met 8,6% (afkoop vakantie-uren)

€ 5,14

Totale vergoeding per huwelijk of geregistreerd partnerschap:

€ 64,95

Artikel 29:1:1:4

Artikel 125 van de Ambtenarenwet vereist nadere regels voor voorzieningen tijdens ziekte. In de regeling wordt verwezen naar de belangrijkste artikelen van hoofdstuk 7 van de CAR/UWO. De BABS krijgt bij ziekte gedurende 18 maanden 100% van zijn bezoldiging (zijnde de gemiddelde vergoeding over de afgelopen 12 maanden) doorbetaald. Vervolgens krijgt hij tot het einde van zijn dienstverband 80% doorbetaald. Een eventuele arbeidsongeschiktheid (WAO) wordt hierop in mindering gebracht. Gedurende de ziekteperiode kan aan de BABS gevraagd passende arbeid dan wel gangbare arbeid (na 52 weken) te verrichten.

Artikel 29:1:1:5

De BABS wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artiekl 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing,  ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de BABS, onder verwijzing naar de CAR/UWO. Schorsing is in artikel 8:15:1 van de CAR/UWO geregeld en kan om uiteenlopende redenen plaatsvinden.

Artikel 29:1:1:6

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de BABS van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR/UWO.

Artikel 29:1:1:7

Bij het niet nakomen van verplichtingen of bij plichtsverzuim kunnen disciplinaire maatregelen worden genomen tegen de buitengewoon ambtenaar, die uiteenlopen van een schriftelijke berisping tot ontslag. Hierbij is aansluiting gezocht bij hoofdstuk 16 van de CAR/UWO. In dit hoofdstuk is ook de strafprocedure geregeld.