Commissieverordening na derde wijziging geconsolideerd

Geldend van 24-12-2014 t/m heden

Intitulé

Commissieverordening na derde wijziging geconsolideerd

Behoort bij raadsvoorstel 2010-003, Titel: Vaststelling Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad en Verordening op de raadscommissies

en bij raadsvoorstel 2011-147, Titel: Voorkomen doublure spreekrecht bij commissie en raad

en bij raadsvoorstel 2012-350, Titel: Tweede wijzigingsverordening op de verordening op de raadscommissies 2010

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

Gelet op artikel 82 Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN

Vast te stellen de volgende verordening op de raadscommissies:

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of plaatsvervangend lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • e.

    fractie: de leden van de raad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, zoals omschreven in artikel 6 Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad en de op grond van artikel lid 4 aangewezen niet-raadsleden;

  • f.

    zenden: het, via mail of post, doen toekomen van stukken of het doen toekomen van een link die het inzien van stukken via de gemeentelijke website mogelijk maakt.

Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Bestuur en Middelen;

    • b.

      Samenleving;

    • c.

      Ruimte.

  • 2.

    De raadscommissie Bestuur en Middelen adviseert en overlegt over onder meer de

volgende onderwerpen:

algemene zaken, bestuurlijke informatievoorziening, regionale samenwerking, openbare orde en veiligheid, financiën, communicatiebeleid, gemeentelijke dienstverlening en economische zaken.

3.De raadscommissie Samenleving adviseert en overlegt over onder meer de volgende onderwerpen:

burgerzaken, voorzieningenniveau, sociale zaken, samenlevingszaken, welzijn, onderwijs en sport

4.De raadscommissie Ruimte adviseert en overlegt over onder meer de volgende onderwerpen:

ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, natuur en milieu, verkeer en vervoer, beheer openbare ruimte, bouwen en wonen en overige grondgebiedzaken.

  • 5.

    Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp besproken in de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat. In bijzondere gevallen kan de gemeenteraad besluiten dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd.

  • 6.

    Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, wijst de agendacommissie, zoals genoemd in artikel 4 reglement van Orde voor de raad, de voorzitter aan.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde en vierde lid, bedoelde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, derde en vierde lid, genoemde / bedoelde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De raadscommissies Bestuur en Middelen en Samenleving bestaan uit ten minste één en maximaal twee leden per fractie en de raadscommissie Ruimte bestaat uit ten minste één en maximaal drie leden per fractie. Per agendapunt voert slechts één lid namens een fractie het woord.

  • 2.

    Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. Niet-raadsleden leggen in handen van de voorzitter van de raad de eed of verklaring en belofte af, conform artikel 14 van de Gemeentewet.

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde leden worden op voordracht van de fractie door de raad als commmissielid benoemd en ontslagen.

  • 4.

    Iedere fractie kan in totaal maximaal drie niet-raadsleden als commissieleden voordragen. De fracties met één zetel in de raad kunnen maximaal vier niet-raadsleden voordragen.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 3.

    Een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 4.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 5.

    Indien een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Commissiegriffier

In iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig die de raadscommissie ondersteunt.

Hoofdstuk 3: Aanwezigheid college

Artikel 8Burgemeester en wethouders

Het college is aanwezig voor het geven van een toelichting op zijn voorstellen of notities en voor het beantwoorden van vragen.

Hoofdstuk 4: Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De raad stelt voor de commissies een vergaderschema vast. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur , eindigen om 23.00 uur en vinden plaats in de raadzaal van het Cultuurhuis. Als de agenda niet om 23.00 uur is afgerond, bepaalt de commissie op voorstel van de voorzitter de dag en het tijdstip waarop de vergadering wordt voortgezet.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste

twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

3.De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiegriffier.

Artikel 10 Oproep

  • 1.

    De raadsvoorstellen en andere stukken worden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk tien dagen voor een vergadering, op de website van de gemeente geplaatst.

  • 2.

    Na vaststelling van de agenda’s door de gemeenteraad, op voordracht van de agendacommisie, zendt de voorzitter de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 3.

    De agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden gezonden.

  • 4.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, eerste lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden

Artikel 11 De agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 & 13 oude tekst

Artikel 12 & 13 voorgestelde nieuwe tekst

Artikel 12 Publicatie van stukken

1.Stukken als bedoeld in artikel 10 worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep voor een ieder op het gemeentehuis en in openbare gebouwen in de dorpen ter inzage gelegd en op de website van de gemeente gepubliceerd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

2.Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, in beheer van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad en commissies inzage.

Artikel 12 Publicatie van stukken

1.Stukken als bedoeld in artikel 10 worden op de website van de gemeente gepubliceerd.

2.Bij deze publicatie wordt vermeld:

a.de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

b.de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

c.de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

3.Indien na het verzenden van de oproep stukken worden gepubliceerd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

4.Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, in beheer van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad en commissies inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

1.De vergadering wordt door aankondiging in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of in het gemeentelijk informatieblad of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de website van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

2.De openbare kennisgeving vermeldt:

a.de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

b.de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

c.de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

Artikel 13

(vervallen)

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal fracties aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal fracties aanwezig is.

Artikel 16 Spreekrecht voor niet-leden, niet zijnde wethouders

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen niet-leden, niet zijnde wethouders gezamenlijk gedurende circa dertig minuten het woord voeren over niet-geagendeerde onderwerpen die behoren tot het werkterrein van de commissie.

  • 2.

    Voorafgaand aan het betreffende agendapunt kunnen niet-leden, niet zijnde wethouders, gedurende maximaal vijf minuten per persoon het woord voeren over het betreffende agendapunt5.

  • 3.

    Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      over raadsvoorstellen, waarover de raad of een commissie van de raad een hoorzitting heeft gehouden – of in een andere vorm gelegenheid heeft gegeven tot spreken – minder dan twee maanden voorafgaand aan de vergadering.

  • 4.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 5.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 6.

    Elke spreker krijgt circa vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan afwijken van de lengte van de spreektijd.

  • 7.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

  • 8.

    De raadsleden kunnen aansluitend vragen stellen aan de inspreker.

Artikel 17 Beeldvorming

  • 1.

    Indien de gemeenteraad, eventueel op voorstel van de agendacommissie, het voor de beeldvorming van belang acht, kunnen inwoners, (vertegenwoordigers van) maatschappelijke organisaties, bedrijven etc. worden uitgenodigd om deel te nemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    De sprekers nemen hiertoe plaats aan de vergadertafel en spreken vanaf hun zitplaats.

  • 3.

    De voorzitter kan voorstellen doen over de orde van de vergadering in afwijking van artikel 21.

Artikel 18Overzicht van uitkomsten

  • 1.

    Het ontwerp-overzicht van uitkomsten wordt aan de leden van de commissie toegezonden, uiterlijk een week na de vergadering. Het wordt gelijktijdig toegezonden aan de overige personen die het woord gevoerd hebben en aan de leden van de raad.

  • 2.

    Tijdens de vergadering worden, zo mogelijk, het overzicht van uitkomsten van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van het overzicht van uitkomsten aan de raadscommissie te doen, indien het overzicht van uitkomsten onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient tenminste 48 uur voor de betreffende vergadering bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4.

    Het overzicht van uitkomsten moet bevatten:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld welke fracties afwezig waren;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;

    • d.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    Het overzicht van uitkomsten wordt opgesteld onder de zorg van de commissiegriffier.

  • 6.

    Het vastgestelde overzicht van uitkomsten wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19 Plaats van spreken

  • 1.

    De leden van de raad en overige aanwezigen spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de leden van de raad en de overige aanwezigen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 20 Volgorde sprekers

  • 1.

    Alle sprekers voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2.

    De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 21 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, worden niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde en het plegen van interrupties.

Artikel 22 Spreektijd

De voorzitter of een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen,

    dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een woordvoerder of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 27 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

Artikel 28 Rondvraag

Als laatste agendapunt voor de sluiting is er een rondvraag.

Artikel 29 Besluiten

De commissie besluit bij meerderheid van stemmen, waarbij iedere aanwezige fractie één stem heeft.

Hoofdstuk 5: Besloten vergadering

Artikel 30 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 31 Notulen

  • 1.

    De notulen van een besloten vergadering worden per post naar de commissieleden verzonden.

  • 2.

    Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden.

  • 3.

    De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 32 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 33 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6: Toehoorders en pers

Artikel 34 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 35 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 36 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen uitsluitend toegestaan zolang dit geen inbreuk maakt op de orde van de vergadering.

Hoofdstuk 7: Slotbepalingen

Artikel 37 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 38 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag waarop deze is bekendgemaakt, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening op de raadscommissies 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 april 2010,
Gewijzigd in de openbare vergadering van 28 april 2011,
Gewijzigd in de openbare vergadering van 2 juli 2012 (m.i.v. 1 augustus 2012)