Regeling vervallen per 01-01-2019

[Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2018]

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

[Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2018]

INTEGRALE VERORDENING

Behoort bij raadsvoorstel ………titel: Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2018.

 

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2017;

 

Gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2018)

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. begraafplaats: de begraafplaatsen: 1. de nieuwe algemene begraafplaats aan de Traaij 301 te Driebergen-Rijsenburg; 2. de oude algemene begraafplaats ter hoogte van de woning Traaij 106 te Driebergen-Rijsenburg;

3. de nieuwe algemene begraafplaats aan de Holleweg 33 te Amerongen;

4. de oude algemene begraafplaats aan de Rijksstraatweg te Amerongen;

5. de nieuwe algemene begraafplaats aan de Burg v/d Boschlaan 62 te Leersum;

6. de oude algemene begraafplaats aan de Scherpenzeelseweg te Leersum;

7. de nieuwe algemene begraafplaats aan de Jacob van Wassenaerlaan 2 te Maarn;

8. de nieuwe algemene begraafplaats aan de Oude Arnhemsebovenweg 18 te Doorn;

9. de oude algemene begraafplaats aan de Amersfoortseweg te Doorn.

b. graf: een zandgraf of keldergraf;

c. particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen van begraven en begraven houden van lijken;

2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

d. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

e. urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen van bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

f. urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

g. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

h. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

i. strooiveld: een terrein op de begraafplaats dat bestemd is om permanent as op te verstrooien als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging;

j. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of

strooiveld;

k. natuurgraf: particulier graf gelegen op de natuurbegraafplaats te Doorn.

  

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  

Artikel 9 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 10 Nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering

Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

 

Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

1. De verordening lijkbezorgingsrechten 2017 vastgesteld door de gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug op 19 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten 2018”.

  

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 december 2017.

 

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

  

de griffier de voorzitter

W. Hooghiemstra G.F. Naafs Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2018

 

  •  

     

     

     

    Hoofdstuk 1 Uitgifte nieuw recht

    Bedrag in €

     

    1.1

    Particulier graf

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:

     

    1.1.1

    op een particulier graf waarin ten hoogste twee lijken kunnen worden begraven,

    voor een periode van 10 jaar:

    voor een periode van 20 jaar:

       

    • 708,68

      1.417,42

    1.1.2

    op een particulier graf waarin ten hoogste drie lijken kunnen worden begraven,

    voor een periode van 10 jaar:

    voor een periode van 20 jaar:

       

    • 1.063,08

      2.126,10

    1.1.3

    op een graf, ingedeeld in de categorie kindergraven,

    voor een periode van 10 jaar:

    voor de eerste 10 jaar, indien het graf bestemd is voor het doen begraven van een stoffelijk overschot van een kind tot 1 jaar en uit de BRP blijkt dat de ouders van het kind ten tijde van het overlijden woonachtig zijn binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug:

    voor een periode van 20 jaar:

     

    357,44

         

    0,00

    714,87

    1.1.4

    op een graf, ingedeeld in de categorie foetusgraven,

    voor een periode van 10 jaar;

    voor de eerste 10 jaar, indien het graf bestemd is voor het doen begraven van een stoffelijk overschot van een foetus en uit de BRP blijkt dat de ouders van het kind ten tijde van het overlijden woonachtig zijn binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug:

    voor een periode van 20 jaar:

     

    141,35

         

    0,00

    282,65

     

    1.2

    Urnengraf

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven,

    voor een periode van 10 jaar:

    voor een periode van 20 jaar:

         

    • 641,10

      1.282,20

     

    1.3

    Urnennis

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt geheven,

     

    1.3.1

    bestemd voor het plaatsen van maximaal 1 urn of asbus,

    voor een periode van 10 jaar:

    voor een periode van 20 jaar:

     

    • 327,72

      655,45

    1.3.2

    bestemd voor het plaatsen van maximaal 2 urnen of asbussen,

    voor een periode van 10 jaar:

    voor een periode van 20 jaar:

     

    • 499,80

      999,55

    1.3.3

    bestemd voor het plaatsen van maximaal 3 urnen of asbussen,

    voor een periode van 10 jaar:

    voor een periode van 20 jaar:

     

    • 668,78

      1.337,52

     

    1.4

    Algemeen graf

    Voor het verkrijgen van het recht tot begraven van een stoffelijk overschot in een algemeen graf, voor een periode van 10 jaar:

     

    1.4.1

    van een persoon van 12 jaar of ouder, wordt geheven:

    400,43

    1.4.2

    van een kind in de leeftijd tot 12 jaar, wordt geheven:

    200,72

     

     

     

     

     

     

    1.5

    Natuurgraven

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:

     

    1.5.1

    op een natuurgraf waarin maximaal één lijk kan worden begraven,

    voor onbepaalde tijd:

    5.284,56

     

    1.5.2

    op een natuurgraf waarin maximaal twee lijken naast elkaar kunnen worden begraven, voor onbepaalde tijd:

    9.544,98

    1.5.3

    op een natuurgraf waarin maximaal 6 urnen en/of asbussen kunnen worden bijgezet, voor onbepaalde tijd:

    5.284,56

    1.5.4

    op een natuurgraf waarin maximaal 1 urn of asbus kan worden bijgezet,

    voor onbepaalde tijd:

    1.859,83

     

    De rechten als bedoeld in artikel 1.5.1 tot en met 1.5.4 zijn inclusief het algemeen onderhoud van de begraafplaats.

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 2 Verlengen van recht

     

    2.1

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in de onderdelen 1.1 t/m 1.3, wordt geheven:

     

    2.1.1

    Het bedrag, dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 10 jaar.

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 3 Begraven en bijzetten van een lijk

     

    3.1

    Voor het begraven van een lijk in een particulier graf, natuurgraf, algemeen graf of voor het bijzetten van een lijk in een particulier graf

     

    3.1.1

    van een persoon van 12 jaar of ouder, wordt geheven:

    1.189,02

    3.1.2

    van een kind in de leeftijd van 1 jaar tot 12 jaar, wordt geheven:

    742,50

    3.1.3

    van een foetus en van een kind in de leeftijd tot 1 jaar, wordt geheven:

     

    262,17

    3.1.4

    van een foetus en van een kind in de leeftijd tot 1 jaar, indien uit de BRP blijkt dat de ouders ten tijde van het overlijden woonachtig zijn binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug, wordt geheven:

       

    0,00

    3.2.

    Voor het begraven en bijzetten op buitengewone uren, wordt het tarief als bedoeld in dit hoofdstuk verhoogd met 50%.

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 4 Begraven en bijzetten van asbussen en urnen

     

    4.1.

    Voor het begraven en bijzetten van een asbus of urn, wordt geheven:

     

    4.1.1

    in een urnengraf:

    338,02

    4.1.2

    in een particulier graf:

    344,10

    4.1.3

    in een urnennis:

    109,56

    4.1.4

    in een natuurgraf:

    344,10

    4.2

    Voor het begraven en bijzetten op buitengewone uren, wordt het tarief als bedoeld in dit hoofdstuk verhoogd met 50%.

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 5 Onderhoud

     

    5.1

    Voor het door of vanwege de gemeente te verrichten algemene onderhoud van en op de begraafplaats zoals bepaald in artikel 24 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug, wordt geheven per jaar:

    (Voor de rechten zoals bedoeld in artikel 1.5.1. tot en met 1.5.4. geldt dat deze inclusief de kosten voor algemeen onderhoud worden geheven).

         

    120,87

     

    5.2

    Voor het door of vanwege de gemeente te verrichten onderhoud van het particuliere graf, het urnengraf of de urnennis, zoals bepaald in artikel 24 lid 3 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug, wordt geheven per jaar:

     

    5.2.1

    voor een particulier graf:

    136,23

    5.2.2

    voor een particulier kindergraf:

    68,60

    5.2.3

    voor een particulier foetusgraf:

    27,63

    5.2.4

    voor een particulier graf met een grafkelder:

    136,23

    5.2.5

    voor een particulier graf met een dubbele grafkelder

    204,83

    5.2.6

    voor een urnengraf:

    68,60

    5.2.7

    voor een urnennis:

    20,48

    5.3

    De rechten als bedoeld in artikel 5.1 en 5.2 dienen te worden afgekocht voor de periode waarover het grafrecht wordt afgesloten / verlengd.

     

    5.4

    Er vindt geen terugbetaling plaats van vooruitbetaalde of afgekochte onderhoudsrechten wanneer het uitsluitend recht tot begraven of bijzetten gedurende de looptijd komt te vervallen.

     

     

     

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen en verstrooien

     

    6.1

    Voor het opgraven en herbegraven in het bestaande graf of elders van een lijk of de overblijfselen van een lijk, wordt geheven per op te graven (overblijfselen van een) lijk:

       

    708,68

    6.2

    Voor het na opgraven en herbegraven weer direct bijzetten in het bestaande graf van een nieuw stoffelijk overschot, wordt in aanvulling op het bepaalde in onderdeel 6.1 geheven: 70% van het bedrag dat wordt geheven voor het begraven van een lijk als bedoeld in hoofdstuk 3.

         

    6.3

    Voor het opgraven of verwijderen van een asbus, wordt geheven:

     

    6.3.1

    uit een particulier graf:

    249,90

    6.3.2

    uit een urnengraf:

    249,90

    6.3.3

    uit een urnennis:

    87,05

    6.3.4

    uit een natuurgraf:

    249,90

    6.4

    Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende, wordt geheven:

    1.474,76

    6.5

    Voor het verstrooien van as op een daartoe bestemd strooiveld, inclusief het plaatsen van een naamplaatje op de muren bij het strooiveld in Doorn, wordt per asbus geheven:

     

    163,86

     

    6.6

    Voor het, na ruiming van een graf, afzonderen van de overblijfselen van een lijk ten behoeve van crematie of herbegraven, wordt geheven:

    1.627,37

     

     

     

     

    Hoofdstuk 7 Overige heffingen

     

    7.1

    Voor het gebruik van de aula, voor 2 uur, wordt geheven:

    300,09

    7.1.1

    Voor het gebruik van de aula, langer dan 2 uur, wordt per ½ uur of gedeelte hiervan geheven:

     

    74,78

    7.2

    Voor het opbaren van een lijk in de aula of in een andere voor het opbaren geschikte gemeentelijke voorziening tot het tijdstip van begraven, wordt geheven:

     

    262,17

     

    7.3

    Voor het inschrijven en/of overschrijven van een graf of urnennis, wordt geheven:

    49,18

     

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2017.

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug,

de griffier,

 

W. Hooghiemstra