Regeling vervallen per 23-09-2021

Nadere regels en voorschriften gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2019

Geldend van 18-07-2019 t/m 22-09-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Nadere regels en voorschriften gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

overwegende, dat het gewenst is nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

gelet op artikel 4, eerste lid, artikel 5, tiende lid, artikel 11, artikel 13, tweede lid, artikel 14, eerste en tweede lid, artikel 15, derde lid, artikel 16, artikel 17, eerste, tweede en vierde lid, artikel 18, tweede, derde en vierde lid, artikel 22, derde lid, artikel 26, eerste lid, artikel 30, vijfde lid van de ‘Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2018’;

Besluit

vast te stellen de volgende: “Nadere regels en voorschriften gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2019”.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze nadere regels en voorschriften zijn voor zover hierin genoemd de begripsbepalingen van artikel 1 van de “Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2019” van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

2. Voor werkzaamheden aan graven is de begraafplaats geopend op werkdagen van 8.00 uur tot 16.00 uur.

Artikel 3. Ordemaatregelen

1. Het is verboden om zonder vergunning bloemen of andere waren te koop aan te bieden.

2. Het is verboden reclame te maken voor handel of bedrijf.

3. Het is verboden op de begraafplaats as te verstrooien, tenzij dit met inachtneming van de bij of krachtens deze verordening vastgestelde regels plaatsvindt op een door het college aangewezen strooiveld.

4. Zitbankjes die op contractbasis worden uitgegeven mogen geplaats worden op een in overleg met de beheerder te bepalen locatie.

Artikel 4. Tijden van begraven en asbezorging

1. De tijd van begraven, (crematie-)diensten en het bezorgen van as op maandag tot en met vrijdag is van 9.00 uur tot 16.00 uur.

2. De tijd van het begraven, (crematie-)diensten en het bezorgen van as buiten gangbare uren tegen betaling van een toeslag is mogelijk op werkdagen vanaf 16.00 uur tot 18.00 uur, met als uiterste tijd een uur voor zonsondergang en op zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur.

3. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

 

Artikel 5. Aantal overledenen in graven en asvoorzieningen

1. Per particulier graf mogen maximaal twee overledenen worden begraven en maximaal twee asbussen worden bijgezet, tenzij anders is bepaald. De rechthebbende bepaalt wie worden begraven en bijgezet.

2. Per particulier (kelder)urnengraf en urnenplaats mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet, tenzij anders is bepaald. De rechthebbende bepaalt wie worden begraven en bijgezet.

3. Per algemeen graf worden maximaal twee overledenen begraven en mogen geen extra asbussen worden bijgezet. De gemeente bepaalt wie waar worden begraven.

4. Per urnennis mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet, tenzij anders is bepaald.

5. In een urnennis met gelimiteerde afmeting en beperkte bergingscapaciteit kan slecht één asbus worden bijgezet.

6. In urnennissen en urnengraven met voldoende bergingscapaciteit kan op verzoek een derde asbus geplaatst worden. De beheerder bepaalt of de mogelijkheid aanwezig is.

7. Per particuliere gedenkplaats mogen meerdere overledenen worden herdacht.

8. Per natuurgraf mag maximaal één overledenen worden begraven, in een dubbel natuurgraf twee personen naast elkaar. De gelijktijdig uitgifte van een aangrenzend natuurgraf is mogelijk.

9. In een gazongraf mogen maximaal twee overledenen worden begraven of twee asbussen worden bijgezet.

10. Per keldergraf op de begraafplaatsen Leersum, Amerongen en Gedenkpark Utrechtse Heuvelrug in Doorn mogen maximaal drie overledenen worden bijgezet en drie asbussen.

11. Per keldergraf op de begraafplaatsen Driebergen-Rijsenburg en Maarn mogen maximaal twee overledenen worden bijgezet en vier asbussen.

 

Artikel 6. Afmetingen van de graven en urnennissen

1. De afmetingen van een graf (l x b) zijn:

a. van een zandgraf 200 x 100 cm;

  • b.

    van een kindergraf voor kinderen van 0 tot 12 jaar 150 x 80 cm;

  • c.

    van een kindergraf voor levenloos geboren kinderen 50 x 60 cm;

  • d.

    van een urnengraf op het Gedenkpark in Doorn 70 x 50 cm;

  • e.

    van een urnengraf op de nieuwe begraafplaats Leersum 100 x 100 cm;

  • f.

    van een urnengraf op de overige begraafplaatsen 60 x 60 cm;

  • g.

    van een keldergraf op de nieuwe begraafplaats Amerongen 220 x 150 cm;

  • h.

    van een keldergraf op de overige begraafplaatsen 200 x 100 cm;

  • i.

    van een exclusief (kelder-)graf 250 x 150 cm.

2. De afmetingen van een urnennis (b x h) zijn variabel en afhankelijk van het type voorziening.

 

Artikel 7. Vooruitgifte en reserveringen

1. Vooruitgifte van een particulier graf kan voor een periode van tien, twintig, dertig of vijftig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat. De beheerder bepaalt welke plaatsen daarvoor in aanmerking komen.

2. Reserveren van een graf waarvan het uitsluitend recht pas ingaat op het moment van begraven is mogelijk op basis van beschikbaarheid. De beheerder bepaalt welke plaatsen daarvoor in aanmerking komen. Voor reservering is een aangepast

reserveringstarief van toepassing.

3. Natuurgraven, natuur-urnengraven inbegrepen, en gazongraven komen niet in aanmerking voor vooruitgifte en reservering.

4. In de gevallen als bedoeld in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

 

Artikel 8. Categorieën

1. Natuurgraven, urnen-natuurgraven en gazongraven worden uitsluitend uitgegeven op het Gedenkpark Utrechtse Heuvelrug te Doorn op specifieke themavelden en onder specifieke voorwaarden.

2. Islamitische graven worden alleen uitgegeven op het Gedenkpark Utrechtse Heuvelrug te Doorn in het themaveld ‘Islamitisch Begraafveld’.

3. Exclusieve (kelder-)graven worden alleen uitgegeven op de begraafplaats te Amerongen.

 

Artikel 9: Termijnen particuliere en algemene graven en urnennissen

  • 1.

    Particuliere graven worden uitgegeven voor de tijd van tien, vijftien, twintig, dertig en vijftig jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaten.

  • 2.

    Particuliere urnengraven, urnenplaatsen en particuliere gedenkplaatsen worden uitgegeven voor de tijd van vijf, tien, vijftien, twintig en dertig jaar voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaten.

  • 3.

    Natuurgraven en urnen-natuurgraven worden uitgegeven voor een termijn van negenennegentig jaar.

  • 4.

    Gazongraven worden uitgegeven voor een termijn van tien jaar.

  • 5.

    Het in het eerste, tweede, derde en vierde lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van vijf, tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 6.

    Het gebruik van algemene graven wordt verleend voor een termijn van tien jaar.

  • 7.

    Het gebruik van urnennissen wordt verleend voor een termijn van vijf, tien, vijftien of twintig jaar.

 

Artikel 10. Indeling graven en asbestemmingen per begraafplaats

1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

a. de nieuwe algemene begraafplaats te Driebergen – Rijsenburg: particuliere graven, keldergraven, urnengraven, urnenplaatsen, particuliere gedenkplaatsen en algemene graven

b. de oude algemene begraafplaats te Driebergen – Rijsenburg: begraafplaats waarop geen uitgifte van nieuwe graven of begravingen meer plaatsvinden, met uitzondering van bijzetting van asbussen, welke uitsluitend zijn toegestaan in bestaande graven;

c. de nieuwe algemene begraafplaats te Amerongen: particuliere graven, exclusieve zandgraven, keldergraven, urnennissen, urnenplaatsen, particuliere gedenkplaatsen en algemene graven

d. de oude algemene begraafplaats te Amerongen: geen uitgifte van nieuwe graven, maar uitsluitend bijzettingen in bestaande graven;

e. de nieuwe algemene begraafplaats te Leersum: particuliere graven, keldergraven, urnengraven, urnenplaatsen, particuliere gedenkplaatsen, urnennissen en algemene graven;

f. de oude algemene begraafplaats te Leersum: geen uitgifte van nieuwe graven, maar uitsluitend bijzettingen in bestaande graven;

g. de nieuwe algemene begraafplaats te Maarn: particuliere graven, keldergraven, urnengraven, urnennissen, urnenplaatsen, particuliere gedenkplaatsen en algemene graven;

h. Gedenkpark Utrechtse Heuvelrug te Doorn: particuliere graven, keldergraven, urnengraven, urnenplaatsen, particuliere gedenkplaatsen, natuurgraven, urnen-natuurgraven, gazongraven, urnennissen, algemene graven en Islamitische graven;

i.  de oude algemene begraafplaats te Doorn: geen uitgifte van nieuwe graven, maar uitsluitend bijzettingen in bestaande graven.

2. Op iedere begraafplaats kan de beheerder een of meerdere verstrooivelden aanwijzen. Op de verstrooiingsplaats mag tijdelijk een boeket of bloemenkrans geplaatst worden. Na twee weken worden deze door de beheerder verwijderd. Het plaatsen van andere voorwerpen is niet toegestaan.

3. Ter nagedachtenis aan de overledene mag een gedenkplaatje van maximaal 15 x 15 cm worden aangebracht op een herdenkingsmonument of gedachtenismuur. Het gedenkplaatje mag uitsluitend worden voorzien van de naam en overlijdensdatum van de overledene. Het aanbrengen geschiedt door de beheerder, eventueel in bijzijn van de nabestaanden. De plaatsingstermijn bedraagt tien jaar. Na tien jaar kan opnieuw een plaatsingsrecht worden aangegaan.

 

Artikel 11 Keldergraven

1. De voorwaarden waaraan begraven in een (oud) particulier keldergraf moet voldoen zijn:

a. het beheertechnisch mogelijk is, o.a. gezien de kistafmetingen;

b. het keldergraf waterdicht is;

c. de werkzaamheden veilig uit te voeren zijn.

2. Vergunning voor een reeds bestaand keldergraf kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

  • a.

    de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;

  • b.

    de fundering en constructie onvoldoende veilig;

  • c.

    ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • d.

    de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

  • e.

    van de vergunning geen gebruik gemaakt wordt binnen de daarin gestelde termijn;

  • f.

    de houder van de vergunning dit verzoekt;

  • g.

    het college om redenen van beheer technische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

3. De voorwaarden waaraan nieuwe keldergraven moeten voldoen zijn:

  • a.

    de gebruikte materialen duurzaam zijn;

  • b.

    de fundering en constructie veilig zijn;

  • c.

    het keldergraf beheer technische en esthetische aanvaardbaar is;

  • d.

    de vergunningaanvraag voldoet aan het bestemmingsplan en overige wetgeving.

 

Artikel 12. Melding grafbedekking

De melding tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken op een graf of urnengraf moet schriftelijk worden gedaan, uiterlijk een maand voor plaatsing. Het verzoek dient te bevatten:

  • a.

    NAW-gegevens van de rechthebbende of gebruiker van het graf, urnennis of gedenkplaats;

  • b.

    indien er sprake is van een particulier graf, (kelder-)urnengraf of particuliere gedenkplaats, de naam en het adres van de aanvrager indien deze een ander is dan de rechthebbende en tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

  • c.

    indien er sprake is van een algemeen graf, de naam en het adres van de aanvrager indien deze een ander is dan de gebruiker en tevens de toestemming van de betreffende gebruiker om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

  • d.

    de ligging (grafveld) en nummer van het graf;

  • e.

    naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

  • f.

    een werktekening (in tweevoud), schaal 1:10, waarin aangegeven:

    • -

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • -

      de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

    • -

      de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

    • -

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

    • -

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

 

Artikel 13. Voorwaarden grafbedekking en gedenkteken

1. Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, verduurzaamde houtsoorten en gehard glas met een minimale dikte van 2 cm.

2. De lengte en de breedte van de gedenktekens mogen die van het graf niet overschrijden, ook niet op enige hoogte boven het maaiveld.

3. Voor het plaatsen van gedenktekens gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten

in centimeters vanaf het maaiveld:

  • a. voor particuliere graven, liggende gedenktekens maximaal 200 x 100 centimeter (l x b) en staande gedenktekens  80 x 100 centimeter (b x h), met uitzondering van natuurgraven waar slechts een boomschijf met een diameter van 35 centimeter is toegestaan;

  • b. voor particuliere urnengraven een liggende tegel van maximaal 60 x 60 centimeter, met uitzondering van urnengraven op de begraafplaats Driebergen-Rijsenburg met maximale afmetingen van 50 x 60 centimeter en urnen-natuurgraven waar slechts een boomschijf met een diameter van 35 centimeter is toegestaan;

  • c. voor urnengraven geen staande gedenktekens, met uitzondering van de begraafplaatsen in Doorn en Leersum, waar een maximale hoogte geldt van 50 centimeter;

  • d. voor algemene graven in Doorn, Leersum en Amerongen uitsluitend twee liggende gedenktekens onder elkaar met een afmeting van 60 centimeter breed en 50 centimeter hoog, met een tussenruimte van 15 centimeter.

  • e. voor urnenplaatsen en particuliere gedenkplaatsen maximaal 60 x 60 x 120 centimeter (l x b x h).

  • f. voor kindergraven voor kinderen van 0 tot 12 jaar uitsluitend liggende gedenktekens van 150 x 100 centimeter;

  • g. voor kindergraven voor levenloos geborenen uitsluitend liggende gedenktekens van 40 x 40 centimeter;

  • h. voorzetplaten van urnennissen hebben diverse afmetingen afhankelijk van het type nis. Gedenktekens mogen de afmeting van de voorzetplaat niet overschrijden;

  • i. voor gazongraven in Doorn is slechts toegestaan een staand gedenkteken.

4.  In afwijking van het bepaalde in de vorige leden gelden op het oude gedeelte van de begraafplaats Doorn, zoals aangegeven in het bij dit besluit behorende indelingsplan, de volgende bijzondere regels:

a.  De bedekking voor graven dient te bestaan uit een grafsteen uit de steensoort Bianco del mare;

b.  De maten voor de bedekking staan aangegeven in het hiervoor bedoelde indelingsplan;

c.  In het indelingsplan is tevens aangegeven of de stenen liggend of staand moeten worden geplaatst;

d.  Op particuliere graven mag maximaal één steen worden geplaatst;

e.  Op algemene graven mogen maximaal twee liggende stenen worden geplaatst.

5. De in het derde lid onder a, c en e genoemde gedenktekens moeten vast aan elkaar of aan een fundament verbonden zijn.

6. Bodembedekking of strooibedekking, zoals grind en schelpen zijn alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 10 cm hoogte en indien voorzien van een bodemplaat.

7. Als gedenkteken voor natuurgraven en urnen-natuurgraven is slechts toegestaan een boomschijf van onbehandeld inlands hout, door de gemeente te leveren. De diameter van de boomschijf bedraagt maximaal 35 cm, de dikte 10 cm. De houtsoort is niet vrij te kiezen, de inscriptie wel. De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het laten plaatsen van een inscriptie. Bloemen met een keurmerk van biologische teelt zijn op het graf toegestaan gedurende de eerste 2 weken na bijzetting en worden daarna door de beheerder verwijderd. Andere markeringstekens zijn niet toegestaan.

8. Voor de plaatsing van een urn gelden de volgende voorwaarden:

  • a. indien een urn blijvend zichtbaar wordt geplaatst op een graf dient deze zodanig te worden bevestigd of afgedekt dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen;

  • b. het aanbrengen van een inscriptie op de afdekplaat dient, in opdracht van de gebruiker, door een erkende steenhouwer te worden uitgevoerd;

9.  Voor grafbedekkingen op begraafplaatsen en themavelden met de status van rijks- of gemeentelijk monument gelden afwijkende voorschriften. De Rijks- en Gemeentelijke Monumentenverordeningen zijn leidend.

10. In specifieke situaties kan het college afwijken van de in lid 3 genoemde afmetingen. Een verzoek daartoe wordt beoordeeld op inpasbaarheid binnen het betreffende vak of themaveld.

11. Voor het schoonmaken van grafbedekkingen zijn alleen biologisch afbreekbare middelen toegestaan.

  

Artikel 14. Onderhoud door rechthebbende/gebruiker

1. De rechthebbende of gebruiker is verplicht de grafbedekking op het graf “behoorlijk te onderhouden of te herstellen”. Onder dit onderhoud wordt verstaan het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen, het rechtzetten van verzakkingen van het monument en het uitvoeren van overige herstellingen van het gedenkteken.

2. Voor het schoonmaken van gedenktekens zijn alleen ecologisch afbreekbare middelen toegestaan.

3. Het afval dat vrij komt bij het onderhoud (o.a. groenafval en verpakkingsmaterialen) dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

 

Artikel 15. Grafbeplanting

1. De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger

worden dan de maximaal toegestane hoogte van 120 cm.

2. Verboden zijn sterk woekerende planten, zoals klimop en bamboe, planten met stekels en doornen, bomen en hagen, waaronder begrepen coniferen.

 

Artikel 16. Losse bloemen, planten en ornamenten

  • 1.

    Het plaatsen op graven van losse bloemen in beschikbaar gestelde vazen, eenjarige planten en planten in potten is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmetingen van de grafbedekking. Glazen vazen zijn vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker van het graf draagt zelf zorg voor regelmatig onderhoud en het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren.

3.  Ornamenten, linten en dergelijke die na een teraardebestelling op het graf worden achtergelaten moeten binnen veertien dagen na de dag van de teraardebestelling door de rechthebbende of de gebruiker worden verwijderd. Indien niet aan de genoemde termijn voldaan wordt heeft de beheerder het recht om deze ongevraagd te verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

4. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende zes weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft van de gebruiker, indien deze daartoe tevoren een verzoek heeft ingediend bij de beheerder.

 

Artikel 17 Winterharde gewassen.

1. De winterharde gewassen die op de particuliere graven worden geplant mogen de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden en een maximale hoogte hebben van 120 centimeter. De rechthebbende of gebruiker van het graf is zelf verantwoordelijk voor het tijdig snoeien.

2. De rechthebbende of gebruiker van het graf is zelf verantwoordelijk voor het tijdig verwijderen van planten die in verwaarloosde staat verkeren.

 

Artikel 18. Plaatsen grafbedekking.

De grafbedekking met toebehoren moet volgens aanwijzingen van de beheerder worden opgesteld. Alle sporen van afval, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd.

 

Artikel 19. Samenvoegen van stoffelijke resten op verzoek van rechthebbende.

Het op verzoek van de rechthebbende samenvoegen van twee overledenen op één niveau om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledenen is mogelijk indien de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd, de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt en de situatie dit toelaat. De beheerder beoordeelt of samenvoegen technisch mogelijk is.

 

Artikel 20 Crematie en herbegraving na ruiming

1. Transport van stoffelijke resten voor crematie of herbegraving elders buiten de begraafplaats is alleen toegestaan door een erkende uitvaartonderneming of gespecialiseerd bedrijf.

2. Nabestaanden van een geruimd (urnen-)graf of urnennis en nabestaanden van een asverstrooiing en natuurgraf kunnen tegen betaling door de gemeente een gedenkplaatje laten plaatsen op een algemeen herdenkingsmonument.

 

Artikel 21. Slotbepalingen.

Deze nadere regels en voorschriften gemeentelijke begraafplaatsen treden in werking op 1 januari 2019, onder gelijktijdige intrekking van eerdere nadere regels en voorschriften behorende bij de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2015.

 

Citeertitel.

Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als “Nadere regels en voorschriften gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2019” behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrechtse Heuvelrug 2019.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug,

  

De secretaris,

 

De burgemeester,