Regeling vervallen per 03-07-2021

Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012

Geldend van 01-02-2012 t/m 02-07-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-02-2012

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012

PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL

Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 3 januari 2012

Gehoord de commissie Cultuur, sociale zaken, Welzijn en Onderwijs (CSWO) d.d. 23 januari 2012

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de Wet werk en bijstand;

Overwegende,

dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van de ouder(s),

dat het subsidiëren van maatschappelijke, sociale en culturele activiteiten van inwoners met een laag inkomen sociaal isolement kan voorkomen en

dat gemeenten daaraan dienen bij te dragen

BESLUIT:

Vast te stellen: de Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet werk en bijstand;

  • b.

    maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter door resp. mensen met een laag inkomen en schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen;

  • c.

    voorziening: een vorm van financiële ondersteuning, gericht op de maatschappelijke participatie;

  • d.

    schoolgaand kind: ten laste komend kind van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt; de gemeente Valkenburg aan de Geul laat peuters echter ook onder de doelgroep vallen. Het bezoek aan een peuterspeelzaal bevordert de ontwikkeling en spelenderwijs kunnen allerlei sociale vaardigheden worden aangeleerd.

  • e.

    Laag inkomen: 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm excl. vakantie toeslag, inclusief heffingskortingen.

  • f.

    Ingezetene: hij/zij, die is opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente Valkenburg aan de Geul en hier op het moment van aanvraag ook langer dan een jaar daadwerkelijk verblijf houdt.

  • g.

    Vereniging: een groepering, gekenmerkt door samenwerking tussen de leden volgens bepaalde regels ter bevordering van een gemeenschappelijk belang.

    Artikel 2: Taak

    1.De gemeenteraad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te

    bevorderen, met name specifieke aandacht voor schoolgaande kinderen die belemmeringen ondervinden in die participatie, door de financiële positie van hun ouders.

    2.Deze verordening stelt regels over de wijze waarop de in het eerste lid genoemde taak door het college wordt uitgevoerd; met inbegrip van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie.

    Artikel 3. Doel

    • 1.

      Het college biedt voorzieningen aan, die gericht zijn op maatschappelijke participatie.

    • 2.

      De voorzieningen c.q. de tegemoetkomingen worden uitsluitend op aanvraag verstrekt aan belanghebbenden met een (gezamenlijk) inkomen tot 110% van de op hen van toepassing zijnde bijstandsnorm.

    Artikel 4. Doelgroepen.

    • 1.

      Huishoudens bestaande uit de alleenstaande ouder of een gezin met een of meer ten laste komende kinderen in de in de artikelen 5,6,7 en 8 genoemde leeftijdsgroepen.

    • 2.

      Huishoudens, bestaande uit een of meerdere personen van 18 jaar en

      ouder, die zelfstandig in hun bestaan kunnen voorzien.

    • 3.

      Bejaarden verblijvende in verzorgingstehuizen.

    PARAGRAAF 2. VOORZIENINGEN:

    Artikel 5. Kinderen van 2-4 jaar

    • 1.

      Voor kinderen in de peuterleeftijd kan voor de kosten van een peuterspeelzaal, een

      tegemoetkoming worden verstrekt per kalenderjaar.

    • 2.

      Uitbetaling van de tegemoetkoming en voorwaarden

    • a.

      De tegemoetkoming wordt verstrekt na overleg van een op naam van de aanvrager of

      kind gesteld document terzake plaatsing op de peuterspeelzaal in het betreffende

      kalenderjaar;

    • b.

      De vergoeding bedraagt 150 euro per kalenderjaar, per kind ;

    • c.

      Bewijsstukken dienen tot 2 jaar na de aanvraag bewaard te worden

    Artikel 6. Kinderen van 4-12 jaar

    • 1.

      Voor kinderen van de basisschool kan een tegemoetkoming van 100 euro per kind, per kalenderjaar worden verstrekt.

    • 2.

      Uitbetaling van de tegemoetkoming en voorwaarden

    • a.

      De tegemoetkoming wordt verstrekt na overleg van een bewijs van de school dat het

      kind op de school is ingeschreven (een brief met het logo van de school waaruit blijkt

      dat het kind de school bezoekt is voldoende);

    • b.

      De vergoeding bedraagt 100 euro per kalenderjaar, per kind ;

    • c.

      Bewijsstukken dienen tot 2 jaar na de aanvraag bewaard te worden.

    Artikel 7. Kinderen van 12-18 jaar

    • 1.

      Voor kinderen (tot 18 jaar) in het voortgezet onderwijs (vmbo, praktijkscholen, havo en vwo) kan maximaal een vergoeding van 100 euro per kind per kalenderjaar worden verstrekt.

    • 2.

      Uitbetaling van de tegemoetkomingen voorwaarden

    • a.

      De tegemoetkoming wordt verstrekt na overleg van een bewijs van de school dat het

    kind op de school is ingeschreven (een brief met het logo van de school waaruit blijkt dat het kind de school bezoekt is voldoende);

    • b.

      De vergoeding bedraagt 100 euro per kalenderjaar, per kind ;

    • c.

      Bewijsstukken dienen tot 2 jaar na de aanvraag bewaard te worden.

      Artikel 8. Personen ≥ 18 jaar

      • 1.

        Personen ≥ 18 jaar komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten die verband houden met een activiteit in verenigingsverband op het gebied van cultuur of sport en een individuele activiteit naar keuze in het kader van de maatschappelijke participatie.

      • 2.

        Uitbetaling van de tegemoetkoming en voorwaarden

        De maximale tegemoetkoming bedraagt 100 euro per jaar per persoon

        van 18 jaar of ouder.

      Artikel 9. Abonnementskosten (per huishouden)

      Aan huishoudens met een laag inkomen wordt, naast de tegemoetkomingen als hierboven benoemd, een vergoeding verstrekt van maximaal 100 euro voor de abonnementskosten van een dagblad, telefoon, internet of de Centrale Antenne Installatie.

      Artikel 10. Uitgesloten van het recht op een tegemoetkoming worden zijn:

      • a.

        studenten, die een studie volgen, waarvoor studiefinanciering op basis van de Wet Studiefinanciering 18+ mogelijk is;

      • b.

        dienstplichtige militairen;

      • c.

        vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel;

      • d.

        ouders die een tegemoetkoming ontvangen voor kinderen die de peuterspeelzaal bezoeken op basis van een sociaal-medische indicatie;

      • e.

        belanghebbenden die een beroep kunnen doen op voorliggende voorzieningen

        PARAGRAAF 3: SLOTBEPALINGEN

        Artikel 10. Inwerkingtreding

        Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2012.

        Artikel 11. Citeertitel

        Deze verordening wordt geciteerd als:

        Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012.

        Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 februari 2012

        De griffier, De voorzitter,

        A.M. Hoeberigs Drs. M.J.A. Eurlings

        ALGEMENE TOELICHTING BIJ VERORDENINGEN MAATCHAPPELIJKE PARTICIPATIE

        De gemeente Valkenburg aan de Geul kent reeds jarenlang het zogenaamd Sociaal Cultureel Fonds (vh. Breekfonds). Aan minima werd, op aanvraag, bijzondere bijstand verstrekt ten behoeve van deelname aan maatschappelijke activiteiten.

        Deze regeling blijft bestaan; de genoemde activiteiten uit de vorige verordening zijn verbreed tot: “alle activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter”. Het gaat hier niet om een categoriale verstrekking; het dient te worden aangevraagd en de kosten dienen te kunnen worden aangetoond.

        Naar aanleiding van de motie Blanksma- Spekman c.s. (aantal kinderen dat vanwege financiële redenen maatschappelijk niet meedoet, terugdringen), heeft de regering gekozen in de wet Werk en Bijstand voor te schrijven dat gemeenten gehouden zijn een aparte verordening op te stellen met betrekking tot het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten in verband met maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt alleen verstrekt aan personen met een inkomen van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

        Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden op ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst.

        Ondanks het feit dat het in de wettelijke verplichting met name gaat om schoolgaande kinderen heeft de gemeente Valkenburg aan de Geul ook een tegemoetkoming gereserveerd voor de kosten van de peuterspeelzaal voor kinderen van 2 tot 4 jaar.

        Uit landelijk onderzoek blijkt dat de peuterspeelzaal een belangrijk instrument is bij het tegengaan van sociaal economische segregatie. Contacten tussen bevolkingsgroepen zijn van wezenlijk belang, zowel voor de inburgering en de taalvaardigheid van allochtone groepen als voor de sociale cohesie.

        Ondanks het categoriale karakter van de regeling tbv (schoolgaande) kinderen wordt ervoor gekozen toch steekproefsgewijs de gemaakte kosten tbv maatschappelijke participatie te verifiëren. Dit aangezien de gemeente Valkenburg aan de Geul het van groot belang acht dat het geld wordt gebruikt waarvoor het is bedoeld. Over 2 jaar wordt deze regeling geëvalueerd.

        Verder heeft de gemeente Valkenburg aan de Geul een overeenkomst met het Jeugdsportfonds Limburg en stelt jaarlijks een subsidie aan dit fonds beschikbaar. Het doel van het Jeugdsportfonds is het bevorderen van sportbeoefening door kinderen van minder draagkrachtige ouders. Inzet van het JSF kan gezien worden als het “in natura” verstrekken van ondersteuning tbv maatschappelijke participatie (sport). In 2011 is er echter slechts 3 keer gebruik gemaakt van het Jeugd Sport Fonds terwijl er intussen een aardige reserve is opgebouwd door subsidie- en sponsorgelden. Daardoor zouden in 2012 nog plm 60 kinderen kunnen worden ondersteund bij het uitoefenen van een sport.

        Onderliggende verordening krijgt op voorhand geen structureel karakter. De effecten van de verordeningplicht op de participatie van de betreffende doelgroep worden na twee jaar door het rijk geëvalueerd. Vervolgens vindt een beoordeling plaats of het wel of niet wenselijk is om structureel te blijven verplichten om op het beleidsterrein van participatie van kinderen, regels in een verordening vast te leggen.