Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling functioneringsgesprekGemeente Valkenburg aan de Geul 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2016

Intitulé

Regeling functioneringsgesprekGemeente Valkenburg aan de Geul 2014

Het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul

besluit:

  • ·

    gelet op het gestelde in artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • ·

    gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;

  • ·

    Na verkregen instemming van de ondernemingsraad;

tot het vaststellen van de navolgende

Regeling functioneringsgesprekGemeente Valkenburg aan de Geul 2014

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

werkgever:

Het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul

medewerker

De medewerker bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

afdelingshoofd

De leidinggevende van de afdeling waarin de medewerker is geplaatst.

teamleider

De teamleider is de functioneel en/of operationeel leidinggevende van de medewerker en heeft over personele aangelegenheden geen mandaat.

functioneren

Het geheel aan prestaties en gedragingen van de medewerker tijdens de uitoefening van zijn functie. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in:

  • a.

    Functie-inhoud: het geheel aan werkzaamheden, waarmee de medewerker tijdens een functioneringstijdvak feitelijk is belast.

  • b.

    Gedragingen: aspecten van het arbeidsgedrag die van belang zijn voor het oordeel over het functioneren en de ontwikkeling van de medewerker.

functioneringstijdvak

De periode waarover het functioneren van de medewerker geëvalueerd wordt.

Artikel 2 Functioneringsgesprek

Lid 1

Het functioneringsgesprek heeft enerzijds betrekking op het functioneren van de medewerker, de omstandigheden waaronder en het verbeteren daarvan, anderzijds op de ontwikkelingsmogelijkheden en ambities van de medewerker binnen de context van de organisatie.

Lid 2

Het doel van het functioneringsgesprek is tweeledig:

  • a.

    bevorderen optimaal functioneren van de medewerker, dit betekent dat eventuele knelpunten opgespoord en opgelost moeten worden;

  • b.

    het maken van een inventarisatie van de ontwikkelingsmogelijkheden/ambities van de medewerker op de middellange en lange termijn en het maken van afspraken hierover.

Lid 3

In het functioneringsgesprek met een medewerker van 50 jaar of ouder dient zijn belasting en belastbaarheid aan de orde komen. Zonodig kan op basis van dit gesprek aanpassingen worden aangebracht in het takenpakket van de medewerker of kan een andere maatregel worden genomen.

Lid 4

Het afdelingshoofd houdt de beslissingsbevoegdheid, maar de medewerker heeft in het gesprek een grote mate van inspraak op de besluiten die genomen worden en de afspraken die geformuleerd worden.

Artikel 3 Frequentie

Lid 1

Minimaal één keer per kalenderjaar vindt een functioneringsgesprek plaats tussen de medewerker en zijn afdelingshoofd.

Lid 2

Het functioneringsgesprek vindt plaats, binnen 3 maanden

  • a.

    na indiensttreding;

  • b.

    na aanvaarding van een andere functie;

  • c.

    na een ingrijpende verandering van de functie.

Artikel 4 Voorbereiding

Lid 1

Op verzoek van de medewerker en/of het afdelingshoofd kan een personeelsadviseur bij het gesprek aanwezig zijn.

Lid 2

Het afdelingshoofd bepaalt de datum en tijdstip waarop het gesprek zal plaatsvinden en stelt de medewerker hiervan op de hoogte.

Lid 3

De teamleider verstrekt in de voorbereiding informatie aan het afdelingshoofd en is als informant bij het gesprek aanwezig.

Artikel 5 Inhoud

In een functioneringsgesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • a.

    de competenties van de medewerker en wat de medewerker de komende periode hierin wil bereiken;

  • b.

    bij het functioneringsgesprek met een medewerker van 50 jaar of ouder dient zijn of haar belasting en belastbaarheid aan de orde te komen. Op basis van dit gesprek kunnen in het takenpakket van de medewerker aanpassingen worden aangebracht.

  • c.

    vrije input van de leidinggevende(n) en de medewerker met betrekking tot de aandachtspunten, sterke punten en ontwikkelmogelijkheden/ambities;

  • d.

    terugkoppeling en afspraken.

Artikel 6 Gespreksformulier functioneringsgesprek

Lid 1

In het functioneringsgesprek wordt gebruik gemaakt van een gespreksformulier waarvan het model door de werkgever is vastgesteld.

Lid 2

Het gespreksformulier wordt in onderling overleg ingevuld, in tweevoud opgesteld en door het afdelingshoofd en de medewerker ondertekend.

Lid 3

Eén origineel ondertekend gespreksformulier wordt verzonden aan de medewerker en één origineel ondertekend gespreksformulier wordt gearchiveerd op de afdeling Personeel en Organisatie in het personeelsdossier.

Lid 4

De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld, binnen twee weken na ontvangst van het ondertekende gespreksformulier zijn opmerkingen in een aparte notitie bij te voegen.

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling functioneringsgesprek Valkenburg aan de Geul 2014” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2014

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 11 februari 2014.

L.T.J.M. Bongarts, drs. M.J.A. Eurlings,

gemeentesecretaris/algemeen directeur burgemeester

Aandachtspunten bij deze regeling

De aandachtspunten vormen de uitleg bij de regeling functioneringsgesprekken. Er wordt advies gegeven hoe om te gaan met de regeling en hoe deze in de praktijk uit te voeren.

Artikel 2 Doel

Lid 2. Een belangrijk punt bij het begrijpen van het doel van het functioneringsgesprek is het tweezijdige karakter van het gesprek, dit mede omdat een functioneringsgesprek in principe geen directe arbeidsvoorwaardelijke gevolgen heeft. Dit karakter houdt in dat het afdelingshoofd de kaders biedt, maar dat de medewerker ook inbreng heeft in het gesprek. Dit mede met betrekking tot de afspraken die geformuleerd worden bij de afsluiting van het gesprek.

Lid 3. Verder is dit artikel opgenomen dat de leidinggevende de belasting en belastbaarheid van de medewerker van 50 jaar en ouder moet bespreken in het functioneringsgesprek. Deze verplichting is geregeld in artikel 17:3 lid 1 CAR.

Artikel 3 Frequentie

Lid 1. Het is verstandig om één maal per kalenderjaar een functioneringsgesprek te voeren, omdat dit de mogelijkheid geeft om actief (bij) te sturen op het functioneren en de ontwikkeling van de medewerker. Daarnaast is de jaarlijkse frequentie wenselijk in het kader van een goede dossiervorming en past binnen een gesprekkencyclus.

Lid 3. Circa drie maanden na indiensttreding, aanvaarding van een andere functie en/of na een ingrijpende verandering van de functie is het raadzaam om het functioneringsgesprek te laten plaatsvinden. Dit is het moment dat de medewerker de functie heeft kunnen uitvoeren en het afdelingshoofd een beeld heeft kunnen schetsen van de medewerker. Tijdens deze periode kan de medewerker aan de competenties werken en een mening vormen over de gang van zaken zoals zich die voordoet bij de functie en in de organisatie. De toekomstige behoeften kunnen worden geschetst en worden besproken tijdens het functioneringsgesprek. Bij een medewerker met een tijdelijke aanstelling die langer duurt dan drie maanden kan het ook gewenst zijn om een functioneringsgesprek te laten plaatsvinden. De medewerker en het afdelingshoofd kunnen de uitkomsten meenemen en het functioneren in de resterende arbeidstijd optimaliseren.

Artikel 4 Voorbereiding

Lid 1. Het kan wenselijk zijn dat een personeelsadviseur aanwezig is bij het functioneringsgesprek. Dit in bijvoorbeeld gevallen waarbij opleidingsadvies nodig is of wanneer er een conflict dreigt.

Artikel 5 Inhoud

C.Indien het een medewerker van 50 jaar of ouder betreft dient zijn/haar belasting en belastbaarheid aan de orde te komen in het functioneringsgesprek. Zo nodig worden naar aanleiding van het gesprek afspraken gemaakt over aanpassingen in de functie-inhoud en het individuele takenpakket (artikel 17:3 lid 1 CAR).

Artikel 6 Gespreksformulier functioneringsgesprek

Lid 2 en 4. De medewerker heeft de mogelijkheid om het formulier ‘voor akkoord’ of ‘voor gezien’ te tekenen. De eerste optie houdt in dat de medewerker akkoord is met de inhoud van het gespreksformulier. Als de medewerker kiest voor de tweede optie geeft hij/zij daarmee niet expliciet aan het eens te zijn met de inhoud, maar geeft wel aan het formulier gezien te hebben. Mocht de medewerker tekenen ‘voor gezien’ dan kan het afdelingshoofd gevraagd worden de inhoud aan te passen. Als de werkgever hier niet akkoord mee gaat dan kan de medewerker een aparte brief opstellen waar de punten in staan waar hij/zij het niet mee eens is. Deze wordt toegevoegd aan het ‘voor gezien getekend’ gespreksformulier en geretourneerd aan het afdelingshoofd. De teamleider wordt door het afdelingshoofd schriftelijk geïnformeerd over de inhoud van de aparte brief.