Regeling vervallen per 25-02-2014

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van parkeervergunningen

Geldend van 15-12-2005 t/m 24-02-2014

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van parkeervergunningen

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 16 augustus 2005,

gelet op 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Raadsbesluit

Parkeerverordening 2006

De verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van parkeervergunningen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

  • b.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende de aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    wegen: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994;

  • e.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens was ingeschreven, met dien verstande dat ook degene die middels een lease-overeenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven, als houder wordt aangemerkt.

  • f.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • g.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;

  • h.

    langparkeerplaats: parkeerapparatuurplaatsen geschikt voor een onbeperkte parkeerduur;

  • i.

    kortparkeerplaats: parkeerapparatuurplaatsen geschikt voor een maximale parkeerduur;

  • j.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

  • a.

    is aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990;

  • b.

    gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • c.

    van gemeentewege is gemarkeerd voor het parkeren door vergunninghouders;

  • k.

    vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

  • l.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • m.

    parkeersector: de verdeling van Valkenburg aan de Geul in verschillende sectoren zoals omschreven in de Verordening parkeerbelastingen, waarbinnen een daartoe vastgesteld tarief geldt voor het vergunningparkeren;

  • n.

    beroep, bedrijf of onderneming: hetgeen het spraakgebruik hieronder verstaat, met dien verstande dat beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond;

  • o.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

  • p.

    zelfstandige woning: een zelfstandig belastingobject in de zin van de onroerende zaakbelastingen in gebruik als woning.

  • q.

    parkeerplaats op eigen terrein:

  • a.

    een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins of;

  • b.

    een oprit die voldoende ruimte biedt voor het parkeren van tenminste één auto.

  • r.

    bewonersparkeervergunning: een vergunning ten behoeve van de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die als bewoner in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op een adres staat ingeschreven en van wie het adres een zelfstandige woning betreft, in een gebied waar het fiscale regime van kracht is;

  • s.

    bezoekersparkeervergunning: een vergunning ten behoeve van bezoekers van een bewoner die in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven op een adres dat een zelfstandige woning betreft binnen een gebied waar het fiscale regime van kracht is;

  • t.

    werkparkeervergunning voor onbeperkte duur: een vergunning voor inwoners, bedrijven of andere belanghebbenden voor wie het in het belang van diens bedrijfs- of beroepsuitoefening noodzakelijk is om te kunnen parkeren in gebied waar betaald parkeren en vergunningparkeren van kracht is;

  • u.

    werkparkeervergunning voor beperkte duur: een werkparkeervergunning voor één dag of voor bepaalde tijd;

  • v.

    dagparkeerkaart: een parkeerkaart geldig op de daartoe aangewezen betaald parkeerterreinen en geldig gedurende een periode van 00.00 uur tot 24.00 uur;

  • w.

    maandparkeerkaart: een parkeerkaart geldig op de daartoe aangewezen betaald parkeerplaatsen en parkeerterreinen en geldig gedurende één maand of een gedeelte daarvan;

  • x.

    hotelparkeervergunning: een vergunning ten behoeve van een hotel, pension, herberg of hetgeen het spraakgebruik hieronder verstaat, gevestigd binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul;

Artikel 2 Aanwijzing parkeerplaatsen vergunninghouders

  • 1. Het college wijst, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aan die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2. Het college stelt, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vast waarop het parkeren van vergunninghouders is toegestaan.

  • 3. Het college kan aan een vergunning aanvullende voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 3 Maximaal aantal vergunningen

  • 1. Het college stelt, bij openbaar te maken besluit, het maximaal aantal uit te geven bewoners-, bezoekers-, hotel- en werkparkeervergunningen per parkeersector vast.

  • 2. Het college legt, bij openbaar te maken besluit, nadere regels vast met betrekking tot de maximale uitgifte van het aantal vergunningen en de volgorde van vergunningverlening.

  • 3. Het college legt, bij openbaar te maken besluit, nadere regels per parkeersector vast met betrekking tot de maximale uitgifte van het aantal bewonersvergunningen en bezoekersparkeervergunningen per adres.

Artikel 4 De bewonersparkeervergunning

  • 1. Indien en zolang het maximale aantal parkeervergunningen in een parkeersector niet is overschreden en onverminderd het bepaalde in artikel 11, kan het college een vergunning verlenen wanneer de aanvrager staat ingeschreven als bewoner in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op een adres waar een parkeerregime aanwezig is.

  • 2. De aanvrager dient aan te tonen het motorvoertuig waarvoor een vergunning op kenteken wordt aangevraagd, in eigendom te hebben of het gebruiksrecht hierover te hebben. Indien de aanvrager houder is van het voertuig middels een lease-overeenkomst, middels de werkgever dan wel anderszins, dient bij de aanvraag een schriftelijke verklaring van de eigenaar te worden overgelegd, waarin het gebruiksrecht wordt aangetoond.

  • 3. Aan de hand van het adres van de aanvrager wordt bepaald voor welke parkeersector de vergunningaanvraag in aanmerking kan komen.

  • 4. Het college kan één of meerdere bewonersvergunning niet verlenen indien de aanvrager beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein.

  • 5. Aan de bewonersparkeervergunning kan door het college, bij openbaar te maken besluit, nadere beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen en met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 6. Bewoners, ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, en in het bezit van een geldige gehandicaptenparkeerkaart, komen in aanmerking voor een parkeervergunning op kenteken die geldig is in alle parkeersectoren.

Artikel 5 De bezoekersparkeervergunning

  • 1. Het college verleent een bezoekersparkeervergunning wanneer de aanvrager staat ingeschreven als bewoner in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op een adres waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.

  • 2. Aan de hand van het adres wordt bepaald of de aanvrager in aanmerking kan komen voor een bezoekersparkeervergunning.

  • 3. Vergunningen voor bezoekers worden, afhankelijk van de parkeersector waarin de aanvrager woonachtig is, verstrekt in de vorm van kraskaarten of een bewonersvergunning zonder kenteken.

  • 4. De bezoekersparkeervergunning is alleen geldig binnen de parkeersector waarin de aanvrager woonachtig is.

  • 5. De bezoekersparkeervergunning is in afwijking van lid 4 niet geldig op parkeerapparatuurplaatsen in Valkenburg aan de Geul.

    Artikel 6 De hotelparkeervergunning

    • 1.

      Het college verleent op aanvraag van een hotel, pension, herberg of hetgeen het spraakgebruik hieronder verstaat, dat is gelegen in Valkenburg aan de Geul, vergunningen voor het parkeren van gasten op daartoe aangewezen betaalde parkeerterreinen.

    • 2.

      De hotelparkeervergunning is alleen geldig op het op de vergunning vermelde parkeerterrein in Valkenburg aan de Geul.

    • 3.

      Het aantal uit te geven hotelparkeervergunningen kan door het college afhankelijk worden gesteld van het aantal kamers dat wordt aangeboden, en kan tevens afhankelijk worden gesteld van het aantal werknemers. Het college kan per aanvraag het aantal kamers en het aantal werknemers vaststellen op grond waarvan een hotelparkeervergunning wordt verleend.

    • 4.

      De hotelparkeervergunning wordt op naam gesteld van het hotel, pension, herberg of hetgeen het spraakgebruik hieronder verstaat.

    • 5.

      Aan de hotelparkeervergunning kan door het college zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

Artikel 7 De werkparkeervergunning voor onbeperkte duur

  • 1. Het college verstrekt aan bedrijven, instellingen en eigenaren of houders van een motorvoertuig, die kunnen aantonen dat voor het efficiënt uitvoeren van werkzaamheden in Valkenburg aan de Geul de (bedrijfs-) auto onmisbaar is en dat voor een efficiënte bedrijfsvoering noodzakelijk is dat een parkeervergunning wordt verstrekt, een werkparkeervergunning op kenteken.

  • 2. De werkparkeervergunning dient jaarlijks opnieuw te worden aangevraagd.

  • 3. De werkparkeervergunning is geldig in alle betaald parkeergebieden en fiscale sectoren op parkeerplaatsen in Valkenburg aan de Geul.

  • 4. Het college kan in het geval de eigenaar of houder van een motorvoertuig een medisch of paramedisch beroep uitoefent, dan wel een ander beroep uitoefent waarbij er sprake is van een mensreddend element, onverminderd het bepaalde in artikel 12, op aanvraag een werkparkeervergunning, geldig in alle parkeergebieden en fiscale sectoren verlenen.

  • 5. De werkparkeervergunning wordt gesteld op naam of op kenteken.

Artikel 8 De werkparkeervergunning voor beperkte duur

  • 1. Aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent, waarbij dit voertuig wordt gehanteerd bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden en voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op parkeerapparatuurplaatsen en/of vergunningplaatsen moet worden geparkeerd, kan het college op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 11, een werkparkeervergunning voor bepaalde tijd verlenen voor de duur van de werkzaamheden, met een minimale duur van een dag.

  • 2. Aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent, waarbij dit voertuig wordt gehanteerd bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden en voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie moet worden geparkeerd op een aangewezen plaats in het vergunninggebied en betaald parkeergebied, waar een parkeerverbod geldt, kan het college op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 11, een werkparkeervergunning in combinatie met een ontheffing van parkeerverbod op (een) daartoe aangewezen plaats(en) verlenen voor de duur van de werkzaamheden.

  • 3. De werkparkeervergunning voor bepaalde tijd worden gesteld op kenteken of op naam.

Artikel 9 Dagparkeerkaarten en maandparkeerkaarten

  • 1. Bedrijven, centrumbezoekers, toeristen en andere belanghebbenden die in Valkenburg aan de Geul verblijven, komen in aanmerking voor een dagparkeerkaart en/of een maandparkeerkaart.

  • 2. Met het gebruik van de dagparkeerkaart bij parkeerapparatuur wordt de parkeerder een lager parkeertarief gerekend.

  • 3. Met het gebruik van de maandparkeerkaart kan tegen een vast tarief per maand op de daartoe aangewezen betaald parkeerplaatsen worden geparkeerd.

  • 4. De dagparkeerkaart en de maandparkeerkaart zijn alleen te gebruiken op het op de parkeerkaart aangegeven betaald parkeergebieden.

  • 5. Aan de dagparkeerkaart en de maandparkeerkaart kunnen door het college zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

Artikel 10 Verlenen van vergunningen

  • 1. Het college stelt de regels vast op grond waarvan zij vergunningen en ontheffingen verlenen.

  • 2. Elke parkeervergunning wordt verleend voor een periode van maximaal één jaar.

  • 3. Vergunningen dienen elk jaar opnieuw te worden aangevraagd.

  • 4. Om een rangorde voor verlening van parkeervergunningen te kunnen toepassen op de aanvragen die betrekking hebben op het eerst volgende jaar, kan het college een beoordelingsdatum vaststellen, waarbinnen de aanvragen ontvangen moeten zijn.

Artikel 11 Voorschriften voor gebruik en geldigheid van vergunningen en ontheffingen

  • 1. Elke parkeervergunning is geldig voor een maximale periode van 1 januari tot en met 31 december binnen hetzelfde kalenderjaar.

  • 2. Elke parkeervergunning geldt voor het parkeren met één motorvoertuig op één parkeerplaats.

  • 3. De parkeervergunning met kenteken is uitsluitend geldig voor het parkeren met een motorvoertuig met het kenteken dat aan de voorzijde van de parkeervergunning is vermeld;

  • 4. Tijdens het parkeren moet de vergunning geheel leesbaar achter de voorruit zijn aangebracht. Dit dient zodanig te gebeuren dat de voorzijde van de vergunning duidelijk vanaf de buitenkant van het motorvoertuig te lezen is;

  • 5. Indien één of meer van de hiervoor genoemde voorschriften niet worden nageleefd, wordt dit voor de uitvoering van deze verordening beschouwd als parkeren zonder vergunning;

  • 6. De vergunning blijft eigendom van de gemeente Valkenburg aan de Geul.

  • 7. De vergunning mag alleen worden gebruikt in overeenstemming met de bij of krachtens deze verordening vastgestelde criteria voor uitgifte van vergunningen.

  • 8. Elke parkeervergunning is, binnen het gebied waarvoor zij is verleend, geldig op langparkeerplaatsen.

  • 9. In afwijking van het achtste lid, kan het college werkparkeervergunningen verlenen die, naast geldigheid op langparkeerplaatsen, in combinatie met een parkeerschijf ook geldig zijn op kortparkeerplaatsen.

  • 10. De parkeervergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a. de periode waarvoor de vergunning geldt;

  • b. het gebied waarvoor de vergunning geldt;

  • c. indien de vergunning is gesteld op kenteken, het kenteken; indien de vergunning is gesteld op naam, de naam;

  • d. de voorwaarde onder c geldt niet voor dagvergunningen.

  • 11. Het college kan nadere voorschriften voor gebruik en geldigheid van parkeervergunningen en ontheffingen vastleggen.

Artikel 12 Wachtlijst

  • 1. Het college kan, indien reeds zoveel vergunningen zijn verleend dat op grond van het besluit als bedoeld in artikel 10 eerste lid geen vergunningen meer worden verleend, de aanvraag voor een eerste bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3 eerste lid voor onbepaalde tijd op een wachtlijst plaatsen.

  • 2. Binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag om een vergunning wordt beslist of:

    • a.

      de aanvraag wordt toegewezen, dan wel;

    • b.

      de aanvraag wordt afgewezen, dan wel;

    • c.

      de aanvraag op een wachtlijst wordt geplaatst.

  • 3. De in het tweede lid genoemde termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd, de aanvrager dient hiervan schriftelijk in kennis te worden gesteld.

Artikel 13 Intrekken en wijziging van de vergunning

  • 1. De vergunninghouder dient zowel bij de aanvraag als bij wijzigingen in de omstandigheden die bepalend zijn voor de vergunningverlening, de voor de vergunning relevante informatie aan het college te verstrekken. Op verzoek hiertoe van het college dient de vergunninghouder de voor de vergunning relevante informatie te verstrekken.

  • 2. Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder het gebied waarvoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • c.

      wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

    • d.

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

    • f.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      om reden van openbaar belang;

    • h.

      bij het niet (volledig) nakomen van het bepaalde bij of krachtens deze parkeerverordening;

    • i.

      indien de criteria waaronder de vergunning is verleend, gewijzigd zijn.

  • 3. Een besluit tot het intrekken of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of het wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.

  • 4. Wanneer een parkeervergunning is ingetrokken op grond van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, sub e, f, of g, wordt een aanvraag om een parkeervergunning pas behandeld na afloop van de periode waarvoor de ingetrokken vergunning was verleend.

Artikel 14 Verkeerd gebruik

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:

  • a. op een parkeerapparatuurplaats;

  • b. op een belanghebbendenplaats.

  • 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3. Het is verboden, parkeerapparatuur op andere wijze, met andere middelen of met andere munten dan die welke in de kennisgeving op of bij de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 15 Parkeren zonder vergunning

  • 1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan, aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk is voorzien van een vergunning;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 16 Strafmaat

Overtreding van het bepaalde in artikel 14 wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 17 Opsporing

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar zijn oordeel leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de betrokkene(n), ten gunste van de aanvrager af te wijken.

Artikel 19 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De Parkeerverordening 1993, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 1992, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat vergunningen welke zijn verleend krachtens de Parkeerverordening 1993 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag van bekendmaking.

  • 3.

    De verordening kan worden aangehaald als de 'Parkeerverordening Valkenburg aan de Geul 2006'.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 12 september 2005.

De raad voornoemd,

A.M. Hoeberigs Drs. C.A.C.M. Nuytens

griffier voorzitter