Regeling vervallen per 01-01-2013

Regeling flexibele werktijden gemeente Valkenburg aan de Geul

Geldend van 01-12-2009 t/m 31-12-2012

Burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul;

gelet op artikel 4:2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;

gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 4 februari 2010;

besluiten tot vaststelling van de navolgende

Regeling flexibele werktijden gemeente Valkenburg aan de Geul

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1. CAR-UWO

Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Valkenburg aan de Geul.

2. Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins in dienst zijn van de gemeente Valkenburg aan de Geul.

3. Formele arbeidsduur

De volgens de aanstelling vastgestelde omvang van het aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid moet verrichten.

4. Feitelijke arbeidsduur

Het aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid heeft verricht.

5. Bedrijfstijd

De tijd per week gedurende welke de gemeente Valkenburg aan de Geul diensten kan aanbieden aan burgers en bedrijven.

6. Servicetijd

De periode tussen vastgestelde tijdstippen waarin een bepaalde afdeling bezet moet zijn voor serviceverlening aan burgers en bedrijven, alsmede voor interne dienstverlening.

7. Werktijd

De periode tussen vastgestelde tijdstippen waarbinnen door de medewerker arbeid moet worden verricht.

8. Bandbreedte

De marge waarbinnen het college de feitelijke arbeidsduur mogen vaststellen op een andere omvang dan de formele arbeidsduur per week.

9. Pauze

Een periode van een onafgebroken aantal minuten waarop geen arbeid wordt verricht.

10. Bloktijden

De tijden waarop de medewerker, behoudens bijzondere omstandigheden verplicht is aanwezig te zijn.

11. Glijtijden

De tijden buiten de bloktijden, doch binnen de bedrijfstijd waarin aankomst en vertrek vrij zijn.

12. Compensatieverlof

Het verschil tussen de formele en feitelijke arbeidsduur per dag.

13. Positief urensaldo (plusuren)

De tijd die langer is gewerkt dan de formele arbeidsduur.

14. Negatief urensaldo (minuren)

De tijd die korter is gewerkt dan de formele arbeidsduur.

Artikel 2 Arbeidsduur

Lid 1

De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband gemiddeld 36 uur per week. Bij een deeltijd dienstverband is de formele arbeidsduur zoveel uren als in de aanstelling is vastgesteld tot een maximum van 36 uur.

Lid 2

Bij afwijkende arbeidsduur en werktijden maakt de individuele medewerker met zijn direct leidinggevende afspraken over de door hem te werken uren en de tijdstippen waarop gewerkt wordt.

Lid 3

De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen 2:7, 2:7a en 4:1 van de CAR.

Artikel 3 Bedrijfstijd

Lid 1

Wanneer er geen afwijkende regeling betreffende de bedrijfstijd is opgesteld, geldt voor alle dienstonderdelen de volgende bedrijfstijd: maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot

17.00 uur.

Lid 2

De servicetijden zijn voor alle afdelingen; maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 12.30 uur en op afspraak van maandag t/m vrijdag van 14.00 uur tot 18.00 uur.

Lid 3

Wanneer bij het opstellen van de arbeidsduur van de medewerker geen andere afspraken gemaakt worden met als doel het kunnen voldoen aan de servicetijden, zijn de bloktijden van maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur.

Lid 4

Wanneer er bij het opstellen van de arbeidsduur van de medewerker geen andere afspraken gemaakt worden om te kunnen voldoen aan de servicetijden, zijn de glijtijden van maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot 9.00 uur en van 16.00 uur tot 18.00 uur.

Lid 5

Het college kan op jaarbasis maximaal 12 dagdelen aanwijzen waarop binnen de gemeente geen werkzaamheden worden verricht. Op deze dagen vindt geen opbouw van compensatieverlof plaats. De dagdelen worden jaarlijks in overleg met de Ondernemingsraad vastgesteld.

Lid 6

Indien de aanwijzing van de dagdelen bedoeld in leidt tot organisatorische problemen doordat wettelijk verplichte werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, kan het voor bepaalde onderdelen van de organisatie buiten werking worden gesteld.

Artikel 4 Persoonlijke werktijden

Lid 1

De werktijd bedraagt per dag maximaal 9 en minimaal 5 uren. In uitzonderingsgevallen kan dit eenmaal 10 uur zijn (artikel 4:1 lid 4 CAR ).

Lid 2

De werktijden van elk personeelslid vallen in elk geval samen met de in artikel 3 genoemde bloktijden.

Lid 3

Het sectorhoofd en de direct leidinggevende zijn, als de bedrijfsvoering of arbeidsomstandigheden dit vereisen, bevoegd om in afwijking van lid 1 voor individuele medewerkers of groepen medewerkers vaste aanvangs- en vertrektijden vast te stellen, waarbij kan worden afgeweken van de in artikel 3 genoemde bloktijden en werktijden. Het in dienstbelang vaststellen van een structureel afwijkende werktijd voor (een) groep(en) medewerkers geschiedt met instemming van de Ondernemingsraad.

Lid 4

De medewerker bepaalt, in overleg met zijn direct leidinggevende, zelf zijn aanvangs- en vertrektijden, een en ander met inachtneming van het bepaalde in dit reglement. Deze tijden

worden voor onbepaalde tijd bepaald. Wanneer er veranderingen in de tijden nodig zijn, dienen de wijzigingen in onderling overleg tussen de medewerker en het afdelingshoofd bepaald te worden.

Lid 5

Het afdelingshoofd is er verantwoordelijk voor, dat de dienstverlening van de afdeling gedurende de servicetijden kwalitatief en kwantitatief op een aanvaardbaar niveau ligt.

Lid 6

Deeltijd-medewerkers met vaste werktijden ontvangen geen compensatie van feestdagen.

(pech/geluk principe)

Artikel 5 Compensatieverlof

Lid 1

Het verschil tussen de feitelijke en formele arbeidsduur wordt gecompenseerd in de vorm van een even zo groot aantal uren verlof.

Lid 2

De medewerker mag in principe (tenzij tussen medewerker, direct leidinggevende en afdeling P&O anders overeengekomen) maximaal 15 uren compensatieverlof (plusuren) opbouwen. Deze uren worden berekend over een periode van 52 weken. Hierbij mag maximaal 15 uur te weinig gewerkt worden (minuren).

Lid 3

Plusuren die niet binnen de periode van 13 weken volgend op de periode waarin de uren zijn opgebouwd, zijn opgenomen, worden niet overgeboekt naar de volgende periode, tenzij

daarvoor toestemming is verleend door gemeentesecretaris/algemeen directeur. De verantwoordelijkheid voor het urensaldo ligt bij de direct leidinggevende. De afdeling Personeel en Organisatie heeft inzagerecht.

Lid 4

Er mag ten hoogste 15 uren in de min worden gestaan; het meerdere wordt aan het eind van de in lid 3 vastgestelde periode in mindering gebracht op het vakantieverlof. Indien de medewerker geen vakantieverlof meer heeft, worden de ‘minuren‘ verrekend met het uurloon en in mindering gebracht op het salaris.

Lid 5

In geval van ziekte vindt geen opbouw van compensatie-uren plaats, maar wordt de feitelijke arbeidsduur per dag gelijkgesteld aan de formele arbeidsduur per dag.

Lid 6

De te werken arbeidsduur zoals overeengekomen met de medewerker bepaalt de hoeveelheid verlofuren waarop iemand op een feestdag recht heeft.

Lid 7

Uren die de medewerker, zonder daartoe een opdracht te hebben gekregen, meer werkt dan zijn vastgestelde formele arbeidsduur worden niet aangemerkt als overwerk, maar als compensatieverlof.

Lid 8

Aan het eind van het jaar kunnen nooit meer verlof- en compensatie-uren overblijven dan de hoogte van het basisverlof.

Artikel 6 Pauzeregeling

Lid 1

De medewerker die minimaal 5,5 uur, maar maximaal 8 uur per dag werkt, dient tenminste een half uur pauze te nemen tussen 12.00 uur en 14.00 uur.

Lid 2

Wanneer een medewerker meer dan 10 uur per dag werkt, heeft hij tenminste recht op 45 minuten pauze.

Artikel 7 Tijd- en verlofregistratie

Lid 1

Het begin en einde van de werktijd en de pauze(s) dienen te worden vastgelegd via het systeem voor elektronische tijdregistratie.

Lid 2

De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk registreren van zijn arbeidsuren en verlof.

Lid 3

De direct leidinggevende is belast met het toezicht op de naleving van deze regeling.

Lid 4

De afdeling Personeel & Organisatie heeft ter uitvoering van de regeling een signalerende en administratieve functie. De afdeling Personeel en Organisatie draagt zorg voor invoering van de mutaties.

Lid 5

De medewerkers die werkzaam zijn in de buitendienst, dienen de begin- en eindtijden en pauzes alsmede het verlof vast te leggen via de tijdregistratieklok.

Lid 6

Indien de medewerker verzuimt zijn arbeidsuren te registreren, wordt hij geacht pauze te hebben genomen van 12.00 uur tot 14.00 uur. Correctie van de gegevens binnen het tijdregistratiesysteem is alleen mogelijk door middel van het inleveren van een door de direct leidinggevende ondertekend mutatieformulier.

Lid 7

Uitganspunt is dat de tijdstippen van een doktersbezoek, een tandartsbezoek, een ziekenhuisbezoek, e.d. zoveel mogelijk voorafgaand aan of aansluitend op de werktijden dient plaats te vinden. Alleen gemotiveerd kan hiervan worden afgeweken.

Lid 8

Voor deeltijders (minder dan 18 uur) geldt dat een dergelijk bezoek volledig in eigen tijd gepland moet worden.

Lid 9

Bij afwezigheid wegens verlof en ziekte wordt de formele arbeidstijd per dag geregistreerd in het tijdregistratiesysteem.

Lid 10

Bij afwezigheid van een of meerdere werkdagen in verband met dienstreis, bijzonder verlof of opleiding (volgen van lessen en/of trainingstrajecten, deelname aan cursussen, congressen, symposia en voorbereiden of afleggen van examens) wordt de formele arbeidstijd geregistreerd.

Lid 11

Bij opleiding, vorming of training waarbij de medewerker niet in de gelegenheid is om zijn aanvangs- en/of vertrektijd te registreren wordt de medewerker geacht zijn werkzaamheden te hebben aangevangen om 8.30 uur en/of te hebben beëindigd om 17.00 uur, onder aftrek van 30 minuten pauze. Voor deeltijders worden de tijden naar evenredigheid van hun betrekkingsomvang gehanteerd en afgestemd op hun overeengekomen arbeidspatroon (de te werken formele arbeidsduur).

Lid 12

Bij afwezigheid wegens het bijwonen van vergaderingen en besprekingen buiten de gemeente Valkenburg aan de Geul worden de gewerkte uren via een mutatie bijgeschreven in het elektronische tijdregistratiesysteem.

Artikel 8

Lid 1 De leidinggevende bepaalt in overleg met de medewerker of en zo ja welke werkzaamheden de medewerker thuis mag uitvoeren en aan welke randvoorwaarden het thuiswerken moet voldoen en welke faciliteiten worden geboden.

Lid 2 Het bepaalde in het voorgaande lid geldt voor minimaal 1 dag en maximaal 2 dagen per week.

Artikel 9 Sancties

Frauderen met de tijdregistratie wordt aangemerkt als plichtsverzuim als bedoeld in artikel 16:1:1 van de UWO.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling kan aangehaald worden als “Regeling flexibele werktijden gemeente Valkenburg aan de Geul ”.

Lid 2

Deze regeling treedt met ingang van 1 december 2009 in werking onder gelijktijdige intrekking van de’’ regeling inzake variabele werktijden’’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 9 februari 2010.

L.T.J.M. Bongarts, drs. M.J.A. Eurlings

gemeentesecretaris/algemeen directeur. burgemeester.