Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Valkenswaard houdende regels omtrent financien Verordening Precariobelasting 2017

Geldend van 15-12-2016 t/m 31-12-2017

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2017”

De gemeenteraad van Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 3 november 2016;

gezien het voorstel van het college van Valkenswaard d.d. 20 september 2016;

registratienummer: 44521/51744;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2017”

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar;

  • e.

    zomerseizoen: de periode 1 april tot en met 1 november;

  • f.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

  • g.

    evenement: evenementen zijn publiek toegankelijke speciaal georganiseerde gebeurtenissen gericht op vermaak, van tijdelijke aard, die van lokale, regionale of nationale betekenis zijn en die georganiseerd worden voor een relatief groot aantal bezoekers.

Artikel 2. Belastbaar feit.

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Deze belasting wordt alleen geheven ter zake:

  • a.

    van het hebben van een terras bij een horeca-inrichting;

  • b.

    van een terrasuitbreiding bij een horeca-inrichting bij een evenement;

  • c.

    van het gebruiken van parkeerplaatsen voor een ander gebruik dan parkeren, op grond van een ontheffing als bedoeld in artikel 8, lid 3 van de parkeerverordening Valkenswaard 2007.

Artikel 3. Belastingplicht.

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4. Vrijstelling.

1.De belasting als bedoeld in artikel 2 ad. a. en b. wordt niet geheven ter zake van:

het hebben van een terras bij een horeca-inrichting waarvoor door de gemeente een recognitie of vergoeding krachtens overeenkomst is bedongen.

2.De belasting als bedoeld in artikel 2 ad. c. wordt niet geheven:

  • a.

    indien de parkeerplaats in gebruik wordt genomen door rechtspersonen, niet zijnde een N.V. of een B.V., die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal/culturele, educatieve, medische, politieke, charitatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, voor zover deze de parkeerplaats in gebruik nemen ten behoeve van het doel waarvoor deze zijn opgericht;

  • b.

    indien terzake van het gebruiken van parkeerplaatsen voor een ander gebruik dan parkeren, een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.

    Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief.

    De belasting bedraagt ter zake van een:

    • -

      een terras als bedoeld in artikel 1 ad. a;

    • a.

      gebied 1 Markt (tarief A)

    • -

      voor een terras voor het zomerseizoen € 30,00 per m² per seizoen;

    • -

      voor een terras voor het gehele jaar € 63,75 per m² per jaar;

    • b.

      gebied 2 Statie en Mgr. Kuypersplein (tarief B)

    • -

      voor een terras voor het zomerseizoen € 20,65 per m² per seizoen;

    • -

      voor een terras voor het gehele jaar € 41,25 per m² per jaar;

    • c.

      gebied 3 Overig Valkenswaard + droge horeca (tarief C)

    • -

      voor een terras voor het zomerseizoen € 15,00 per m² per seizoen;

    • -

      voor een terras voor het gehele jaar € 22,50 per m² per jaar;

    • -

      een terrasuitbreiding als bedoeld in artikel 2

    ad.B € 2,50 per m² per dag;

    -een parkeerplaats als bedoeld in artikel 1 ad. C € 4,00 per parkeerplaats

    per dag.

    Artikel 6. Berekening van de precariobelasting.

    • 1.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 8 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in deze verordening genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

    • 2.

      Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de in beslag genomen gemeentegrond.

    Artikel 7. Belastingtijdvak.

    • 1.

      In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

    • 2.

      In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

    Artikel 8. Wijze van heffing.

    • 1.

      Behoudens het bepaalde in het tweede lid wordt de belasting geheven bij wege van aanslag.

    • 2.

      In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

    Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

    • 1.

      De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

    • 2.

      Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

    • 3.

      Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

    Artikel 10. Termijn van betaling.

    • 1.

      De aanslagen moeten worden betaald in 2 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende twee maanden daarna.

    • 2.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • 3.

      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

    Artikel 11. Kwijtschelding.

    Bij de invordering van de precariobelasting wordt géén kwijtschelding verleend.

    Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

    Artikel 13. Intrekking van oude verordening.

    De “Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting”, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 juni 2004, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel.

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

    • 2.

      De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

    • 3.

      Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Precariobelasting 2017”.

    Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 3 november 2016.

    de gemeenteraad voornoemd,

    de griffier, de voorzitter,

    drs. C. Miedema drs. A.B.A.M. Ederveen