Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Valkenswaard houdende regels omtrent belastingen Verordening parkeerbelastingen 2018

Geldend van 14-12-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Valkenswaard houdende regels omtrent belastingen Verordening parkeerbelastingen 2018

De gemeenteraad van Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 2 november 2017;

gezien het voorstel van het college van Valkenswaard d.d. 19 september 2017;

registratienummer: 303077/305518;

gelet op artikel 225 van de gemeentewet en de Parkeerverordening Valkenswaard 2007:

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2018”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 Stb. 459;

  • b.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.

  • d.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens, of gelijkgesteld buitenlands register, als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • e.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • f.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;

  • g.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Valkenswaard een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon.

  • h.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990;

    • 2.

      of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E10(E9) uit bijlage I van het RVV 1990, met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

    • 3.

      van gemeentewege is gemarkeerd voor het parkeren van vergunninghouders;

  • i.

    vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

  • j.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

  • k.

    dagvergunning voor bezoekers voor bewoners: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, geldig voor 1 dag, krachtens welke het voor bezoekers van bewoners in het betaald parkeergebied of vergunninghoudersgebied het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaaten.

  • l.

    ceremoniële bezoeker: bezoeker van het centrumgebied van Valkenswaard met als doel het bijwonen van begrafenissen, bruiloften en recepties en de daarbij horende aangelegenheden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening staat aangegeven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

  • a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

  • b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

  • 1. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

  • 2. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer;

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte dan wel door middel van het werpen van geld in parkeerapparatuur ofwel het gebruik van de real-time parkeerkaart en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennisgegeven;

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt de belasting overeenkomstig de aangifte betaald via een automatische incasso, als het bij de aanvang van het in werking stellen van de parkeerappaaratuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald voor of op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend;

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald;

  • 5. Voor zover voor het voldoen van belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a een schriftelijk bewijs wordt afgegeven, wordt dit bewijs met de tijdsaanduiding duidelijk leesbaar, direct achter de voorruit van het motorvoertuig zichtbaar aangebracht;

  • 6. Voor de toepassing van het eerste lid wordt het in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de gestelde voorschriften als voldoening op aangifte aangemerkt.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 9 Kosten

  • 1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 62,00.

  • 2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 50,00.

  • 3. Het bedrag van de ingevolge het tweede lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Artikel 10 Vrijstellingen

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart.

  • 2. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a , voor het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats wordt niet geheven van een gebruiker van een elektrisch (hybride) motorvoertuig dat aangesloten en aan het laden is op één van de elektrische oplaadpalen in Valkenswaard welke aangeduid zijn met bord E4 volgens RVV 1990 met onderbord ‘opladen elektrisch voertuig, gratis parkeren’ of aangeduid zijn met het bord E08o volgens RVV 1990 met onderbord ‘gratis parkeren tijdens laden’.

    • 3.Op alle zondagen (inclusief koopzondagen).

    • 4.De navolgende data´s;

    • ·

      maandag 1 januari 2018 (Nieuwjaarsdag)

    • ·

      maandag 2 april 2018 (2e Paasdag)

    • ·

      vrijdag 27 april 2018 (Koningsdag)

    • ·

      zaterdag 5 mei 2018 (Bevrijdingsdag)

    • ·

      donderdag 10 mei 2018 (Hemelvaartsdag)

    • ·

      maandag 21 mei 2018 (2e Pinksterdag)

    • ·

      dinsdag 25 december 2018 (1e Kerstdag)

    • ·

      woensdag 26 december 2018 (2e Kerstdag)

    • ·

      dinsdag 1 januari 2019 (Nieuwjaarsdag).

    Artikel 11 Kwijtschelding

    Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

    Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

    • ·

      Het model van de vergunning inclusief de daaraan verbonden voorschriften wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

    • ·

      Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

    Artikel 13 Overgangsrecht

    De “Verordening parkeerbelastingen 2017” vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    Artikel 14 Inwerkingtreding

    • 1.

      Deze verordening, inclusief de hierna volgende tarieventabel 2018, treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

    • 2.

      De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

    Artikel 15 Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening parkeerbelastingen 2018”.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2017.

    de griffier, de voorzitter,

    drs. C. Miedema drs. A.B.A.M. Ederveen.

    Tarieventabel behorende bij de “Verordening Parkeerbelastingen 2018

    • 1.

      Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt, voor de onderscheiden gebieden die op de bij de tarieventabel behorende en gewaarmerkte overzichtskaart zijn aangegeven:

    • ·

      Centrum gebied:

    * eerste 60 minuten € 0,60;

    * volgende 60 minuten € 1,80

    * en vervolgens € 1,60 per 60 minuten met een maximale parkeertijd van 240 minuten;

    ·Overig gebied (schil):

    * eerste 60 minuten € 1,50 per uur;

    * volgende 60 minuten € 1,50;

    * maximaal dagtarief € 3,00.

    2.Het tarief voor een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt, voor de onderscheiden gebieden die op de bij de tarieventabel behorende en gewaarmerkte overzichtskaart zijn aangegeven:

    Bewonersvergunning

    Centrumgebied:

    Eerste bewonersvergunning: € 85,00 per 2 jaar

    Tweede bewonersvergunning: € 110,00 per 2 jaar

    Buiten centrumgebied:

    Eerste bewonersvergunning: € 45,00 per 2 jaar

    Tweede bewonersvergunning: € 45,00 per 2 jaar

    Bedrijvenvergunning

    (Specifiek voor ondernemingen die voor hun bedrijfsvoering afhankelijk zijn van het verrichten van arbeid op locatie en hun voertuig bij nodig hebben zoals een klus-, installatie- of schildersbedrijf e.d.)

    Centrumgebied:

    Eerste bedrijvenvergunning: € 110,00 per jaar

    Tweede bedrijvenvergunning: € 220,00 per jaar

    Buiten centrumgebied:

    Eerste bedrijvenvergunning lang parkeren: € 55,00 per jaar

    Tweede bedrijvenvergunning lang parkeren: € 110,00 per jaar

    Algemene vergunning voor heel de gemeente

    Eerste algemene bedrijvenvergunning: € 220,00 per jaar

    Tweede algemene bedrijvenvergunning: € 440,00 per jaar

    Bedrijven vergunning voor bezorgdiensten

    Eerste bedrijvenvergunning voor bezorgdiensten: € 220,00 per jaar

    Tweede bedrijvenvergunning voor bezorgdiensten: € 440,00 per jaar

    Dagvergunning voor bezoekers bewoners

    Centrumgebied:

    Per vergunning (dagkaartje) € 1,10 per dag

    (max. 150 st. per adres, per jaar)

    Buiten centrumgebied (belanghebbendengebied):

    Per vergunning (dagkaartje) € 0,20 per dag

    (max. 150 st. per adres, per jaar)

    Overige vergunningen

    Dagkaarten charitatieve instellingen € 1,10 per kaart

    (max. 50/per instelling, per jaar)

    Vergunning voor ambulante diensten € 55,00 per jaar

    Mantelzorgvergunningen voorzien van een indicatiestelling gratis

    Buiten centrumgebied:

    Dagkaarten charitatieve instellingen € 0,55 per kaart

    (max. 50/per instelling, per jaar)

    Vergunning voor ambulante diensten € 55,00 per jaar

    Mantelzorgvergunningen voorzien van een indicatiestelling gratis

    Overige

    Omwisselen van een parkeervergunning bij wijziging kenteken € 5,50 per vergunning

    Behorende bij raadsbesluit van 2 november 2017.

    Valkenswaard,

    de gemeenteraad voornoemd,

    de griffier, de voorzitter,

    drs. C. Miedema drs. A.B.A.M. Ederveen