Regeling vervallen per 03-02-2015

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand

Geldend van 27-03-2009 t/m 02-02-2015

Intitulé

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.2. In deze verordening wordt verstaan onder:a. College: het college van burgemeester en wethouders;b. Wet: de Wet werk en bijstand;c. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;d. WSF 2000: Wet studiefinanciering; e. Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;f. Peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat;g. Referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum. 

Artikel 2 Voorwaarden

1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komen in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag belanghebbenden die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen zijn geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 100% van de voor hen geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen hebben als bedoeld in artikel 34 van de wet.

2. De voor belanghebbenden geldende bijstandsnorm, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt voor gehuwden vastgesteld op 100% van het bedrag genoemd in artikel 21 aanhef onder c van de wet en voor alleenstaanden op 70% en voor alleenstaande ouders op 90% van dat bedrag.3. In afwijking van lid 2 van dit artikel gelden voor belanghebbenden van 18 jaar tot 21 jaar de jongerennormen zoals bedoeld in artikel 20 van de wet.4. Niet voor langdurigheidstoeslag komen in aanmerking belanghebbenden die een opleiding volgen als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgen als genoemd in de WSF 2000.  

Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar 40% van de voor belanghebbenden geldende bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 2 lid 2. 2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel is de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm op de peildatum bepalend.3. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op de langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.  

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

 

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

 

Artikel 6 Citeerartikel

Deze verordening kan aangehaald worden als: “Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand”.