Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening Reclamebelasting Valkenswaard Centrum 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening Reclamebelasting Valkenswaard Centrum 2019

De gemeenteraad van Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 1 november 2018;

gezien het voorstel van het college van Valkenswaard d.d. 18 september 2018;

registratienummer: 857563/859927;

gelet op artikel 219 en 227 van de gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de “Verordening Reclamebelasting Valkenswaard Centrum 2019”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    openbare aankondiging: een tot het publiek gerichte mededeling, welke erop is gericht de belangstelling van het publiek te trekken voor hetgeen wordt aangekondigd;

  • c.

    Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken;

  • d.

    onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet WOZ;

  • e.

    waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar, als bedoeld in artikel 7, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ vastgestelde waarde.

  • f.

    vestiging:

    • 1.

      de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ;

    • 2.

      twee of meer onroerende zaken, als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, die direct naast of boven elkaar gelegen zijn en die tezamen door één organisatie of bedrijf voor één doel worden gebruikt.

  • g.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen, tonen of vertonen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen.

  • h.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing voor alle ondernemers gevestigd aan weerszijden van de hieronder genoemde straten binnen een afgebakend gebied in het centrum van de gemeente Valkenswaard, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (bijlage).

Het gebied waarop de verordening van toepassing is, wordt begrensd door en omvat de volgende straten:

  • §

    Markt

  • §

    Verzetstrijdersplein

  • §

    Leenderweg tussen Karel Mollenstraat Zuid en Europalaan

  • §

    Frans van Beststraat

  • §

    Karel Mollenstraat Zuid

  • §

    De Kerverij

  • §

    Kerverijstraat

  • §

    Kerverijplein

  • §

    Promenade

  • §

    De Smidse

  • §

    Corridor (oost)

  • §

    Eindhovenseweg tussen Markt en Oranje Nassaustraat

  • §

    Oranje Nassaustraat tussen Eindhovenseweg en Handwerkstraat

  • §

    Handwerkstraat

  • §

    Corridor (west)

  • §

    Passage

  • §

    Richterpad

  • §

    Waalreseweg tussen Richterpad en Eindhovenseweg/Markt

  • §

    Peperstraat (vanaf Markt alleen de eerste 3 panden, nummers 2a, 2d en 2e)

Binnen dit gebied is de verordening van toepassing.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de titel “reclamebelasting” wordt onder de in deze verordening gestelde voorwaarden, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een directe reclamebelasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven per vestiging.

  • 2. De heffingsmaatstaf is een vast bedrag per vestiging en een bedrag dat afhankelijk is van de waarde van de vestiging.

  • 3. Indien de vestiging gelijk is aan de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, is de heffingsmaatstaf een vast bedrag en een bedrag dat afhankelijk is van de waarde van de vestiging.

  • 4. Voor een vestiging als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, sub 2, is de heffingsmaatstaf een vast bedrag en een bedrag dat afhankelijk is van de waarden die aan de vestiging kunnen worden toegerekend.

  • 5. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van delen van de vestiging die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1. Het vaste bedrag voor de reclamebelasting bedraagt € 250,- per vestiging.

  • 2. Voor zover de waarde van de vestiging meer bedraagt dan € 192.000,-, wordt het in het vorige lid genoemde bedrag vermeerderd met € 1,30 per € 1.000,- waarde.

  • 3. De reclamebelasting bedraagt maximaal € 750,- per vestiging.

  • 4. Indien de vastgestelde waarde naar beneden wordt bijgesteld als gevolg van bezwaar of beroep, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsbelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclameheffing als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

  • 1. De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

    • a.

      waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden respectievelijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

    • b.

      die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

    • c.

      die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

    • d.

      die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

    • e.

      aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of centrummanagement, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging of het centrummanagement;

    • f.

      aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

    • g.

      die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

    • h.

      die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

    • i.

      bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;

    • j.

      aangebracht op scholen, zorginstellingen en ziekenhuizen en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw;

    • k.

      aangebracht op onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bedrijfsmatig worden geëxploiteerd.

  • 2. De reclamebelasting wordt niet geheven van de gebruiker van de vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij slechts één enkele openbare aankondiging is aangebracht of geplaatst met uitsluitend de naam en functie van de vestiging of onderneming / ondernemer en waarbij de oppervlakte van de openbare aankondiging kleiner is dan of gelijk is aan ,063 m² (staat gelijk aan A4-formaat).

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt géén kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Overgangsrecht

De “Verordening Reclameheffing Valkenswaard Centrum 2018”, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Reclamebelasting Valkenswaard Centrum 2019”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 november 2018.

de griffier, de voorzitter,

drs. C. Miedema drs. A.B.A.M. Ederveen

Bijlage: kaart als bedoeld in artikel 2

afbeelding binnen de regeling