Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebou¬wen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

Geldend van 29-12-1995 t/m heden

Intitulé

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebou¬wen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

De Raad van de gemeente Valkenswaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 1995;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebou¬wen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1In deze verordening wordt verstaan onder:a. openbare ruimte: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar deel van uitmaken.b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.c. gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.d. complex:een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes, enzovoort).e. afgebakend terrein:een terrein, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt.f. ligplaats:een deel van het openbaar water dat door burgemeester en wethouders is aangewe¬zen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark;g. standplaats:een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzienin¬gen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instel¬lingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.h. burgemeester en wethouders:het college van burgemeester en wethouders.i. nummer: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoe-ging van een letter- of een cijfercombinatie.j. object:een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats.k. rechthebbende:ieder, die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanigbeschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de verordening is voorgeschreven, zomede de beheerder.l. uitvoeringsvoorschriften:nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Hoofdstuk 2 Het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen,afgebakende terreinen en ligplaatsen of standplaatsen.

Artikel 21 Burgemeester en wethouders verdelen de gemeente, al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten en duiden deze aan met nummers, zo nodig aangevuld met letters of namen.2 Burgemeester en wethouders kunnen de openbare ruimte en gemeentelijke bouwwerken benoemen.

Artikel 31 Burgemeester en wethouders kunnen aan een object of aan een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.2 Aan een object dat een nummer heeft gekregen moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

Artikel 41 De door burgemeester en wethouders aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelij¬ke bouwwerken toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.2 Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan delen van de openbare ruimte, aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken en aan ligplaatsen of standplaatsen namen of nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.3 Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan zijn onroerende zaak nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Hoofdstuk 3 Plaatsen van naam- en nummerborden

Artikel 51 Indien burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen, huisnummer-verzamelborden en verwij saanduidin-gen aan een bouwwerk, een gebouw, een muur, paal, schutting of andere terreinafscheiding worden aangebracht is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.2 De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat naamborden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 61 Vanwege en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden straatnaamborden, daarbij behorende onderschriften daaronder begrepen, huisnummers en wijkaanduidingen, aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, op een wijze zoals in artikel 7, eerste lid, is bepaald.2 Burgemeester en wethouders geven tevoren schriftelijk kennis aan de rechthebbende als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van hun voornemen over te gaan tot het doen aanbrengen of wijzigen van straatnaamborden, daarbij behorende onderschriften daaronder begrepen, huis¬nummers en wijkaanduidingen.3 Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na de voltooi¬ing aangebracht.4 Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen.

Hoofdstuk 4 Uitvoeringsvoorschriften

Artikel 71 Burgemeester en wethouders stellen nadere technische uitvoeringsvoorschriften vast voor dewijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden. 2 Burgemeester en wethouders stellen, met oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven namen en nummers, nadere registratieve voorschriften.

Hoofdstuk 5 Straf-,overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Strafbepalingen1 Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in de artikelen 5 en 6, eerste en tweede lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.2 De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9 InwerkingtredingDe verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 10 Vervallen oude regelsMet de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 11 Overgangsbepaling1 Namen en nummers, die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.2 Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.3 Bij het wijzigen van een naam of nummer, bedoeld in het eerste en tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze bepaald in de uitvoeringsvoorschriften, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

Artikel 12 CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als "Verordening straatnaamgeving en huisnummering".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering raadsvergadering van 21 december 1995
De secretaris, De voorzitter,