Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard

Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen.In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: a) Wet Wet maatschappelijke ondersteuning;b) Compensatiebeginsel de algemene verplichting aan het college om personen met beperkingen, door het treffen van voorzieningen, een zodanige uitgangspositie verschaffen dat zij in aanvaardbare mate zelfredzaam zijn in en staat zijn tot maatschappelijke participatie;c) Algemeen gebruikelijk naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als de aanvrager behorend;d) Algemene voorziening een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt, met uitzondering van de Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV);e) Budgethouder een persoon aan wie ingevolge deze verordening een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is;f) Eigen bijdrage een door het college vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;g) Eigen aandeel een door het college vast te stellen aandeel, die bij de verstrekking van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming betaald moet worden waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;h) Financiële tegemoetkoming een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager;i) Huisgenoot iedere bewoner met wie de aanvrager duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont;j) Hulp bij het huishouden ondersteuning bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort;k) Individuele voorziening een voorziening die individueel wordt aangeboden indien een algemene voorziening geen adequate oplossing biedt;l) Maatschappelijke participatie normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale vervoersystemen of het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;m) Mantelzorger een persoon, die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b. van de wetn) Meerkosten kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voorzover dit deel van de kosten uitgaat boven voor die persoon als algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening;o) Persoon met beperkingen een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt bij de maatschappelijke participatie zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4, 5 en 6 van de wet;p) Aanvrager degene voor wie de voorziening wordt aangevraagd. In geval de voorziening wordt aangevraagd ten behoeve van een minderjarige worden de oudersof pleegouders als aanvrager aangemerkt.q) Persoonsgebonden budget een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening en het besluit maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn;r) Respijtzorg de tijdelijke en volledige overname van de zorg in het kader van de Wmo van een mantelzorger om de continuïteit van de zorg te waarborgen;s) Voorziening in natura een voorziening die in eigendom, in bruikleen of in de vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt;t) Zelfredzaamheid het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk of financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die maatschappelijke participatie mogelijk maken;

Artikel 2. Voorwaarden en weigeringsgronden

1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voorzover:a) deze langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van het voeren van het huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aangaan op te heffen of te verminderen; b) deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequate voorziening kan worden aangemerkt;c) deze in overwegende mate op het individu is gericht;

2. Geen voorziening wordt toegekend:a) indien de voorziening voor een persoon als de aanvrager algemeen gebruikelijk is;b) indien de woonplaats, als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van de aanvrager niet de gemeente Valkenswaard is;c) voorzover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de aanvrager voorafgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt, tenzij de noodzaak, adequaatheid en passendheid van de aangevraagde voorzieningen alsnog kunnen worden beoordeeld;d) indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2006 is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.e) voor zover er aan de zijde van de aanvrager geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd;f) Voor zover van enige andere wettelijke of privaatrechtelijke overeenkomst aanspraak op een voorziening bestaat;g) Indien de aanvrager niet voldoet aan de in artikel 34 gestelde voorwaarden en verplichtingen.

3. Het college kan nadere regels stellen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning met betrekking tot alle op basis van deze verordening verstrekte voorzieningen.

Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen

Artikel 3 Keuzevrijheid.Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget. Conform bepalingen in de wet stelt het college vast in welke situaties de bij wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard neergelegde criteria.

Artikel 4 Financiële tegemoetkoming.Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard in de beschikking opgenomen.

Artikel 5 Persoonsgebonden budget.1. Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:a) een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt ten aanzien van individuele voorzieningen;b) de omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard;c) de wijze waarop het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld wordt door het college vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard;d) een voorziening aangeschaft met een persoonsgebonden budget kan, zodra deze voorziening niet meer wordt gebruikt, door de gemeente worden ingenomen en voor herverstrekking beschikbaar worden gesteld of de restwaarde vervalt naar evenredigheid terug aan de gemeente Valkenswaard.e) het voorschot voor de kosten van onderhoud en verzekering van het persoonsgebonden budget kan, zodra de voorziening niet meer wordt gebruikt, teruggevorderd worden door de gemeente, waarbij rekening wordt gehouden met de tijd tussen verstrekking en gebruik.2. De toekenning van het te verstrekken persoonsgebonden budget, de omvang en de looptijd ervan worden bij beschikking vastgesteld.3. Bij de beschikking wordt een programma van eisen verstrekt waarin aangegeven is aan welke vereisten de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening dient te voldoen.4. Na verzending van de beschikking wordt het persoonsgebonden budget ter beschikking gesteld door storting op de rekening van de aanvrager / eigenaar van het onroerend goed.5. Het college gaat steekproefsgewijs na of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard, op verzoek van het college per omgaande te verstrekken. 6. Na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde bescheiden wordt door het college beoordeeld of er aanleiding bestaat het persoonsgebonden budget geheel of ten dele terug te vorderen of te verrekenen.

Artikel 6 Eigen bijdrage.

1. De persoon met beperkingen van 18 jaar of ouder die in aanmerking wordtgebracht voor een individuele voorziening in de vorm van hulp bij het huishouden, een vervoersvoorziening of een woonvoorziening in natura, persoonsgebonden budget is een eigen bijdrage verschuldigd, in het geval van een financiële tegemoetkoming is men een eigen aandeel verschuldigd, tenzij anders is bepaald in deze verordening.2. De hoogte van de eigen bijdrage of aandeel is inkomensafhankelijk en wordt bepaald door de gemeenteraad, dit bedrag wordt geïnd door het Centraal Administratiekantoor. (CAK)3. Indien de voorziening in de vorm van een lease overeenkomst (natura) wordtverstrekt wordt gedurende maximaal vijfenzestig perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht.4. Indien de voorziening in de vorm van hulp bij het huishouden in natura of eenpersoonsgebonden budget wordt verstrekt, wordt gedurende gehele looptijd vande voorziening een eigen bijdrage in rekening gebracht.

Voorzieningen zonder eigen bijdrage of aandeel

- er wordt geen eigen bijdrage opgelegd voor de (sport) rolstoelen omdat dit op grond van artikel 4.1. lid 4 van het (landelijk) Besluit maatschappelijke ondersteuning niet is geoorloofd. - er wordt geen eigen bijdrage opgelegd voor de collectieve vervoersvoorziening omdat bij gebruikmaking van collectief vervoer de klant al bijdraagt in de kosten. Immers de klant moet een deel van de kosten van een rit zelf betalen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de eigen auto, het (rolstoel)taxivervoer en de bijdrage in brandstof/electriciteitskosten voor een vervoersvoorziening. Ten aanzien van deze voorzieningen dient de persoon met beperkingen al zelf bij te dragen in de kosten.- de kosten van tijdelijke huisvesting wordt verleend aan de eigenaar van een woning, veelal de woningcorporatie. Het is niet goed voorstelbaar dat die woningeigenaar een eigen aandeel zou moeten betalen.- voor verhuis- en inrichtingskosten is een normbedrag bepaald, waardoor de persoon met beperkingen zelf al bijdraagt in de kosten.- respijtzorg is er ter ontlasting van mantelzorg en is van beperkte duur.

Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden

Artikel 7 Algemene omschrijving.De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet, bij het voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:a) een algemene voorziening waaronder algemene hulp bij het huishouden;b) hulp bij het huishouden in natura;c) een persoonsgebonden budget te besteden aan hulp bij het huishouden.

Artikel 8 Primaat van de algemene hulp bij het huishouden.1. Een persoon met beperkingen zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet, kan voor de in artikel 7 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien:a) aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek ofb) problemen bij het uitvoeren van de mantelzorghet zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk maken en de algemene hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen.

2. Een persoon met beperkingen zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet, kan voor de in artikel 7 onder b. en c. vermelde voorzieningen in aanmerking worden gebracht als:a) de in artikel 7 onder a. genoemde voorziening een onvoldoende oplossing biedt ofb) niet beschikbaar is.

Artikel 9 Uitsluiting Het college weigert een voorziening als bedoeld in artikel 7 indien de aanvraag betrekking heeft op hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningenrecreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen (AWBZ).

Artikel 10 Gebruikelijke zorg.Een persoon met beperkingen komt niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden indien tot de woning waar deze persoon deel van uitmaakt, een of meer huisgenoten behoren die wel in staat zijn het huishoudelijke werk te verrichten conform het protocol gebruikelijk zorg CIZ.

Artikel 11 Omvang en levering van de hulp bij het huishouden.1. De omvang van de voorziening huishoudelijke verzorging wordt uitgedrukt inklassen, waarbij de volgende klassen met de daarbij behorende uren kunnen worden toegekend:

Klasse 1, 0 tot en met 1,9 uur per week;Klasse 2, 2 tot en met 3,9 uur per week;Klasse 3, 4 tot en met 6,9 uur per week;Klasse 4, 7 tot en met 9,9 uur per week;Klasse 5, 10 tot en met 12,9 uur per week;Klasse 6, 13 tot en met 15,9 uur per week.

2. Het college verstrekt hulp bij het huishouden in natura op basis van een overeenkomst waarbij de gemeente afspraken heeft gemaakt met verschillendeleveranciers waaruit de aanvrager kan kiezen.

Artikel 12 Respijtvoorziening.Indien er tijdelijk, doch maximaal drie weken al dan niet aaneengesloten, geen ondersteuning door een mantelzorger geleverd kan worden, kan een persoon met beperkingen voor de in artikel 7 onder b. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht in de vorm van een respijtvoorziening.

Artikel 13 Omvang van het persoonsgebonden budget.De bedragen die per klasse in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, worden jaarlijks door het college vastgesteld en vastgelegd in het Besluit.

Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen

Artikel 14 Type woonvoorzieningen.De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:a) een algemene woonvoorziening;b) een woonvoorziening in natura;c) een persoonsgebonden budget te besteden aan een woonvoorziening;d) een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening.

Artikel 15 Primaat algemene woonvoorzieningen 1. Een persoon zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet, kan voor de in artikel 14, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien er aantoonbare beperkingen zijn die het normale gebruik van de woning belemmeren en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan oplossen.

2. Indien deze voorziening niet aanwezig is of niet tot een snelle en adequate oplossing leidt kan een persoon zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet, voor de in artikel 14, onder b.,c. en d. vermelde voorzieningen in aanmerking worden gebracht indien er aantoonbare beperkingen zijn die het normale gebruik van een woning belemmeren die een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken.

Artikel 16 Soorten individuele woonvoorzieningen.De in artikel 14 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit:a. een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten;b. een tegemoetkoming in de kosten van een bouwkundige of woontechnischewoonvoorziening (woningaanpassing):c. een verstrekking in bruikleen of een persoonsgebonden budget voor een nietbouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening;d. een tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie;e. een tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting;f. een tegemoetkoming in de kosten van huurderving;g. een tegemoetkoming in de kosten van een uitraasruimte.

Artikel 17 Primaat van de verhuizing.1. Een persoon met beperkingen kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 16 onder a. in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het normale gebruik van de woning belemmeren.

2. Een persoon met beperkingen of een persoon die op verzoek van het college, ten behoeve van een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet, de woning heeft ontruimd, kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 16 onder a in aanmerking worden gebracht.

3. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet,kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 16 onder b., c., d., e., f. en g in aanmerking worden gebracht wanneer de in het eerste lid genoemde voorziening niet mogelijk is of niet de goedkoopst adequate oplossing is, mits de aanvrager belemmeringen ervaart in het normale gebruik van de woning.

4. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan eveneens voor een voorziening als bedoeld in artikel 16 onder b., c., d., e., f. en g. in aanmerking komen, wanneer een verhuizing (buiten een straal van 1 km) tot gevolg heeft, dat het sociale netwerk van de aanvrager- mantelzorg en burenhulp daaronder begrepen- verloren gaat.

5. Een persoon met beperkingen kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 16, onder g. in aanmerking worden gebracht wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.

Artikel 18 Primaat van de losse woonunit.Indien een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan, of een aanzienlijke verbouwing van (duurder dan € 20.420,--), een woning die het eigendom is van een verhuurder, die niet bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen aan personen zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet behoefte hebben aan een dergelijke woning, kan het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken.

Artikel 19 Hoofdverblijf.1. Een woonvoorziening wordt slechts verleend indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen.2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid en het gestelde in artikel 2 lid 2 onderdeel b, kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling.3. De aanvraag voor het bezoekbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat.4. De woonvoorziening betreft slechts het bezoekbaar maken van de in het tweede lid bedoelde woonruimte met een door het college in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard vast te leggen maximumbedrag.5. Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de aanvrager de woonruimte, de woonkamer, een toilet en de buitenruimte behorende bij het hoofdverblijf kan bereiken.

Artikel 20 Weigeringgronden.De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:1. de aanvraag betrekking heeft op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en AWBZ-woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie van in dit artikel genoemde woonvormen zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.2. de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen; 3. de aangevraagde voorzieningen betrekking hebben op een hoger niveau dan het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw 4. de noodzaak tot het treffen van de woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe geen aanleiding bestond op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolge van ziekte of gebrek;5. de aanvrager niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college;6. deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten; 7. de woonvoorziening aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak;8. de aanvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen, verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een AWBZ- instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg;9. De financiële tegemoetkoming bedoeld in artikel 14, onder d. wordt verleend onder de voorwaarde, dat de gemeente waar de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft, verklaart dat haar niet bekend is dat ten behoeve van de aanvrager eerder een woning bezoekbaar is gemaakt in de afgelopen 10 jaar.10. Beperking zeer dure woonvoorziening: Woonvoorzieningen waarvan de kosten gelijk zijn aan of meer bedragen dan het bedrag genoemd in het Besluit worden niet verleend, tenzij weigering van die voorziening gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard

Artikel 21 Terugbetaling bij verkoop.De eigenaar, die krachtens deze verordening of een aan deze verordening voorafgaande verordening een woonvoorziening heeft ontvangen dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 7 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De aanpassingskosten van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.

Hoofdstuk 5 Verplaatsen in en rondom de woning

Artikel 22 Vormen van voorzieningen.De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woning te verstrekken voorziening kan bestaan uit:a. een algemene voorziening waaronder een algemene rolstoelvoorziening;b. een individuele rolstoelvoorziening te weten:- een rolstoelvoorziening in natura;- een persoonsgebonden budget te besteden aan een rolstoelvoorziening;c. een gemaximeerde financiële tegemoetkoming te besteden aan een sportrolstoel.

Artikel 23 Persoonsgebonden budgetHet verstrekken van een persoonsgebonden budget is bestemd voor aanschaf, aanpassing, onderhoud, service en reparatie en eventueel verzekering van de rolstoel.

Hoofdstuk 6 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 24 Algemene omschrijving.De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen te verstrekken voorziening kan bestaan uit:a) een algemene voorziening waaronder een collectieve vervoersvoorziening;b) een vervoersvoorziening in natura;c) een persoonsgebonden budget te besteden aan een vervoersvoorziening;d) een financiële tegemoetkoming in de kosten van een vervoersvoorziening;

Artikel 25 Algemene voorziening.Een persoon met beperkingen kan voor de in artikel 24 onder a vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet:a) het gebruik van het openbaar vervoer ofb) het bereiken van het openbaar vervoer onmogelijk maken.

Artikel 26 Primaat van het collectief vervoer.Een persoon met beperkingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 24 onder b. c. en d. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen:a) het gebruik van het openbaar vervoer ofb) het bereiken van het openbaar vervoer onmogelijk maken.c) het gebruik van een collectief systeem als bedoeld in artikel 24, onder a., onmogelijk maken dan wel;d) een collectief systeem als bedoeld in artikel 24, onder a., niet aanwezig is dan wel e) aanvullend is op het collectief vervoer als bedoeld in artikel 24, onder a.

Artikel 27 Vervoersvoorziening in natura.1. Een voorziening in natura kan verstrekt worden in de vorm van een verplaatsingsmiddel. 2. Het college verstrekt een vervoersvoorziening als genoemd in artikel 24 onder b. op basis van een lease-overeenkomst, waarbij kosten voor onderhoud, service en reparatie en verzekering zijn inbegrepen.

Artikel 28 Persoonsgebonden budget 1. Een persoonsgebonden budget wordt alleen maar verstrekt voor de kosten van:a) aanschaf van een ander vervoermiddel;b) reparatie en onderhoud en verzekering van een ander vervoermiddel.

Artikel 29 Financiële tegemoetkoming1. Een financiële tegemoetkoming wordt alleen maar verstrekt voor de kosten: a) van aanpassing van een eigen vervoermiddel.b) gebruik van een taxi of een eigen auto;c) gebruik van een rolstoeltaxi.

Artikel 30 Algemeen gebruikelijke vervoersvoorziening.Indien het inkomen uit werk en/of uitkering en/of pensioen en/of rente uit vermogen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen uit werk en/of uitkering en/of pensioen en/of rente uit vermogen van duurzaam samenwonende personen meer bedraagt dan 1,8 maal het netto-norminkomen als bepaald in de wet Werk en Bijstand, artikel 20 t/m 24 voor een alleenstaande c.q. duurzaam samenwonende partners, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruik- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.

Artikel 31 Afstemming op behoefte.1. Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.2. De te verstrekken vervoersvoorziening zal maatschappelijke participatie door middel van lokale verplaatsingen mogelijk maken met het in het Besluit bepaalde aantal strippen dan wel een financiële tegemoetkoming.

Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten

Artikel 32 Gebruik aanvraagformulier.Een aanvraag dient te worden ingediend door middel van een door het college ter beschikking gesteld formulier.

Artikel 33 Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.De aanvraag kan worden ingediend bij het “Zorgloket”. Inzake de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten zal een doorverwijzing plaats vinden naar het Centraal Indicatie Zorg (CIZ).

Artikel 34 Inlichtingen, onderzoek, advies en beschikking.1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een voorziening:a) op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen;b) op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.

2. Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien:a) de gevraagde voorziening om medische redenen wordt afgewezen;b) het college dat overigens gewenst vindt.

3. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet is verplicht aan het college of de door hem aangewezen adviesinstantie die gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

4. Bij de advisering zoals genoemd in het eerste lid wordt door de adviseur gebruik gemaakt van de systematiek zoals neergelegd in de International Classification of Functions, Disabilities and Impairments, de zogenaamde ICF classificatie.

Artikel 35 Samenhangende afstemming.Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard regels vast omtrent de wijze waarop de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend wordt afgestemd op de situatie van de aanvrager.

Artikel 36 Wijzigingen in de situatie.Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 37 Intrekking van een voorziening.1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:a) niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;b) op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;c) de aanvrager niet langer woonachtig is in de gemeente Valkenswaardd) de vastgestelde eigen bijdrage niet is betaald;e) de aanvrager recht blijkt te hebben op vergoedingen of verstrekkingen van derden;f) de aanvrager niet voldaan heeft aan de t.b.v. de uitvoering van deze verordening opgestelde uitvoeringsregels.g) de aanvrager overlijdt.

2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

3. Bij overlijden van de budgethouder eindigt het PGB op de dag gelegen na de dag waarop de budgethouder overlijdt.

Artikel 38 Terugvordering.1. In geval een besluit wordt ingetrokken kan op basis daarvan reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.2. In geval het recht op een in natura verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 39 Hardheidsclausule.Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen bij of krachtens deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 40 Indexering.Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard geldende bedragen verhogen of verlagen.

Artikel 41 Evaluatie.Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt in overeenstemming met de cyclus van het beleidsplan geëvalueerd waarna verslag over doeltreffendheid en effectiviteit aan de raad wordt voorgelegd.

Artikel 42 Citeertitel en inwerkingtreding.1. Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard”.2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 20103. Alle voorgaande verordeningen m.b.t. de Wmo vervallen met in werking stellen van de in lid 2 genoemde verordening.