Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

De raad van de gemeente Veendam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2018;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. begraafplaats(en): de begraafplaatsen ‘Centrum’, ‘Buitenwoelhof’ en ‘Dalweg 36’;

b. graf: een zandgraf of keldergraf;

c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

d. asbus of aszak: een voorwerp ter berging van as van een overledene;

e. urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

h. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

i. urnennis: een ruimte in het columbarium waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen bevattende as van overledenen;

j. verstrooiingsplaats: een plaats, die bestemd is om as te verstrooien;

k. gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verleend om overledenen te gedenken;

l. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

m. normale uren: uren op werkdagen, niet zijnde algemeen erkende of daarmee gelijkgestelde feestdagen in de zin van artikel 3 van de Algemene termijnenwet, van 09:00 uur tot 15:00 uur;

n. buitengewone uren: uren, niet zijnde normale uren;

o. Enkeldiep graf: een graf waar ten hoogste één lijk of twee asbussen kunnen worden bijgezet.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

a. het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

b. het begraven van doodgeboren kinderen of van overleden zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 8 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

2. Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 8 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 8 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in hoofdstuk 8 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 8 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Restitutie en naheffing

1. De rechthebbende welke schriftelijk afstand doet ten behoeve van de gemeente van het recht op het particulier graf, kindergraf, urnengraf, familiegraf of een urnennis ontvangt daartoe restitutie. De grondslag van de restitutie is het oorspronkelijk betaalde recht. Er vindt alleen restitutie plaats na rato over de nog resterende gehele jaren.

2. Restitutie als bedoeld in lid 1 van dit artikel is voor het particulier graf, kindergraf, urnengraf of familiegraf alleen mogelijk wanneer nog geen bijzetting heeft plaatsgevonden en geen monument op het graf geplaatst is.

3. De rechthebbende welke schriftelijk een grafrecht voor bepaalde tijd omzet in een grafrecht voor onbepaalde tijd ontvangt daartoe een naheffing. Voor deze naheffing geldt in beginsel het tarief voor de uitgifte van het desbetreffende recht voor onbepaalde tijd, zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. Daarbij wordt rekening gehouden met de volgende kortingsstaffel:

- Aanvraag binnen 3 jaar ingediend nadat het grafrecht voor het eerst is verleend: 0%

- Aanvraag na 3 jaar maar binnen 20 jaar ingediend nadat het grafrecht voor het eerst is verleend: 10%

- Aanvraag na 20 jaar ingediend nadat het grafrecht voor het eerst is verleend: 25%

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 14 Nadere regels door de raad

In de geldende beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam zijn door de raad nadere regels voor het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Veendam gegeven.

Artikel 15 Overgangsrecht

De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2018’ van 6 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening lijkbezorgingsrechten 2019”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 november 2018

De voorzitter,

S.B. Swierstra

De griffier,

A.A. Swart

Tarieventabel behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2019"

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf wordt per grafruimte geheven:

1.1.1 Voor een periode van 20 jaar € 2.318, -

1.1.2 Voor een periode van 40 jaar € 4.439, -

1.1.3 Voor onbepaalde tijd € 8.679, -

1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt per grafruimte geheven:

1.2.1 Voor een periode van 20 jaar € 1.259, -

1.2.2 Voor een periode van 40 jaar € 2.318, -

1.2.3 Voor onbepaalde tijd € 4.439, -

1.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier urnengraf) wordt geheven:

1.3.1 Voor een periode van 20 jaar € 1.931, -

1.3.2 Voor een periode van 40 jaar € 3.862, -

1.3.3 Voor onbepaalde tijd € 7.395, -

1.4 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een familiegraf (maximaal 6 personen) wordt geheven:

1.4.1 Voor een periode van 20 jaar € 11.757, -

1.4.2 Voor een periode van 40 jaar € 23.326, -

1.4.3 Voor onbepaalde tijd € 46.648, -

1.5 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt per grafruimte geheven:

1.5.1 Voor een periode van 10 jaar € 1.126, -

1.5.2 Voor een periode van 15 jaar € 1.436, -

1.5.3 Voor een periode van 20 jaar € 1.745, -

Hoofdstuk 2 Verlengen

2.1 Voor het verlengen/omzetten van het uitsluitend recht wordt geheven:

2.1.1 Voor een particulier graf voor een periode van 5 jaar € 394, -

2.1.2 Voor een particulier graf voor een periode van 10 jaar € 716, -

2.1.3 Voor een particulier graf omzetting naar onbepaalde tijd € 8.232, -

2.1.4 Bij het verlengen als bedoeld in artikel 2.1.1 tot en met 2.1.3 geldt voor een enkeldiep graf op begraafplaats Dalweg 36 een tarief van 50% van het tarief zoals genoemd in artikel 2.1.1 tot en met 2.1.3.

2.1.5 Voor een kindergraf voor een periode van 5 jaar € 298, -

2.1.6 Voor een kindergraf voor een periode van 10 jaar € 543, -

2.1.7 Voor een kindergraf omzetting naar onbepaalde tijd € 3.841, -

2.1.8 Voor een urnengraf voor een periode van 5 jaar € 394, -

2.1.9 Voor een urnengraf voor een periode van 10 jaar € 716, -

2.1.10 Voor een urnengraf omzetting naar onbepaalde tijd € 7.025, -

2.1.11 Voor een familiegraf voor een periode van 5 jaar € 1.921, -

2.1.12 Voor een familiegraf voor een periode van 10 jaar € 3.492, -

2.1.13 Voor een familiegraf omzetting naar onbepaalde tijd € 38.417, -

2.1.14 Voor een urnennis voor een periode van 5 jaar € 557, -

2.1.15 Voor een urnennis voor een periode van 10 jaar € 1.014,-

Hoofdstuk 3 Begraven

3.1 Voor het begraven/bijzetten van een lijk wordt op normale uren, als bedoeld in artikel 1 onder m, geheven:

3.1.1 In een particulier graf € 625, -

3.1.2 In een algemeen graf € 625, -

3.2 Voor het begraven/bijzetten van een lijk van een kind beneden één jaar wordt op normale uren, als bedoeld in artikel 1 onder m, geheven:

3.2.1 In een particulier graf € 157, -

3.2.2 In een algemeen graf € 157, -

3.3 Voor het begraven/bijzetten van een lijk van een kind tot 12 wordt op normale uren, als bedoeld in artikel 1 onder m, geheven:

3.3.1 In een particulier graf € 313, -

3.3.2 In een algemeen graf € 313, -

3.4 Voor het begraven op buitengewone uren, als bedoeld in artikel 1 onder n, wordt het recht, bedoeld in 3.1, 3.2 en 3.3 verhoogd met: € 269, -

Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen en urnen

4.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt op normale uren, als bedoeld in artikel 1 onder m, geheven:

4.1.1 In een urnengraf als bedoeld in 1.3 € 303, -

4.1.2 In een urnennis als bedoeld in 1.4 € 303, -

4.1.3 In een particulier graf als bedoeld in 1.1 of 1.2 € 303, -

4.2 Voor het bijzetten van asbussen of urnen op buitengewone uren, als bedoeld in artikel 1 onder n, wordt het recht, bedoeld in 4.1, verhoogd met: € 227, -

Hoofdstuk 5 Verstrooien van as

5.1 Voor het verstrooien van as wordt op normale uren, als bedoeld in artikel 1 onder m, per asbus geheven:

5.1.1 Op een particulier graf € 241, -

5.1.2 Op een particulier urnengraf € 241, -

5.1.3 Op een verstrooiingsplaats € 241, -

5.2 Voor het verstrooien van as op buitengewone uren, als bedoeld in artikel 1 onder n, wordt het recht, bedoeld in 5.1 verhoogd met: € 183, -

5.3 Voor het plaatsen van een herinneringsplaatje wordt geheven: € 68, -

Hoofdstuk 6 Grafbedekking

6.1 Voor het afgeven van een vergunning tot het aanbrengen van een grafkelder, als bedoeld in artikel 16 van de geldende beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam, wordt geheven: € 136, -

6.2 Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in artikel 19 van de geldende beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam wordt geheven: € 143, -

Hoofdstuk 7 Lijkschouwing

7.1 Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven: € 216, -

Hoofdstuk 8 Opgraven of ruimen

Tarieven door het externe bedrijf in rekening gebracht

8.1 Voor het opgraven van een lijk wordt door het ruimingsbedrijf het op dat moment geldende tarief in rekening wordt gebracht. Tarief dat het externe bedrijf bij de aanvrager in rekening brengt

8.2 Voor het na ruimen van een graf begraven van de overblijfselen van een lijk in een particulier graf wordt door het externe bedrijf het op dat moment geldende tarief in rekening wordt gebracht. Tarief dat het externe bedrijf bij de aanvrager in rekening brengt

8.3 Voor het ruimen (schudden) van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt door het externe bedrijf het op dat moment geldende tarief in rekening wordt gebracht. Tarief dat het externe bedrijf bij de aanvrager in rekening brengt

Tarieven door de gemeente geheven

8.4 Voor het opgraven van een asbus wordt geheven: € 198, -

8.5 Voor het verwijderen van een asbus wordt geheven: € 99, -

8.6 Naast het tarief dat het externe bedrijf zelfstandig in rekening brengt, wordt vanwege de werkzaamheden die de gemeente uitvoert, zoals opgesomd in artikel 6 van de geldende beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam, door de gemeente geheven:

bij het verwijderen van een urn uit een urnengraf € 88, -

bij het verwijderen van een kindergraf € 145, -

bij het verwijderen van een particulier graf en familiegraf € 259, -

Hoofdstuk 9 Jaarlijkse heffing

Van hen die van de tot 1 januari 1975 geboden mogelijkheid tot afkoop van het jaarlijks onderhoudsrecht voor de begraafplaats Buitenwoelhof geen gebruik hebben gemaakt, wordt een jaarlijks recht geheven voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte, daaronder begrepen het onderhoud van voorwerpen en beplanting, naar de volgende bedragen:

9.1 Voor het onderhoud van een liggend monument inclusief graftuin bij een particulier graf € 61, -

9.2 Voor het onderhoud van een staand monument inclusief graftuin bij een particulier graf € 125, -

9.3 Voor het onderhoud van monumenten inclusief graftuin bij een particulier familiegraf € 125, -

9.4 Voor het onderhoud van monumenten inclusief graftuin bij een particulier kindergraf € 61, -

9.5 Voor het onderhoud van monumenten inclusief graftuin bij een particulier urnengraf/urnentuin € 61, -

9.6 Voor het onderhoud van monumenten inclusief graftuin bij een particulier urnennis/columbarium € 61, -

Behorende bij het raadsbesluit van 5 november 2018

De griffier,

A.A. Swart