Regeling vervallen per 01-01-2012

Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren

Geldend van 01-07-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren (Wij)

Nummer 250d/MZ

De Raad van de gemeente Veendam;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Veendam.

Gelet op artikel 147, eerste lid, Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e, en 35, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van jongeren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;

B E S L U I T

vast te stellen de volgende:

Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren (Wij)

luidende als volgt:

HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen 

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet investeren in jongeren;

  • b.

    gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 28, eerste lid onderdeel d, van de wet;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Veendam;

  • d.

    woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, Wet werk en bijstand;

  • e.

    woonkosten:

    1°. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;

    2°. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

Artikel 2 Strekking

De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien de gehuwden beiden 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar zijn.

HOOFDSTUK 2. Criteria voor het verhogen van de norm

Artikel 3. Toeslagen

  • 1. De WIJnorm wordt verhoogd met een toeslag indien de alleenstaande of de alleenstaande ouder hogere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het niet of niet geheel kunnen delen van deze kosten met een ander.

  • 2. De toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, bepaald op het in artikel 30, tweede lid van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 3. De toeslag als bedoeld in het eerste lid bedraagt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in in wiens woning tevens een ander zijn hoofdverblijf heeft 50% van het in artikel 30, tweede lid van de wet genoemde bedrag.

HOOFDSTUK 3. Criteria voor het verlagen van de norm of Toeslag

Artikel 4. Verlaging gehuwden

  • 1. De norm wordt lager vastgesteld indien de gehuwden lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan hebben dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het geheel of gedeeltelijk kunnen delen van deze kosten met een ander.

  • 2. De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt 50% van het in artikel 30, tweede lid van de wet genoemde bedrag.

Artikel 5. Verlaging woonsituatie

  • 1.

    Indien de jongere geen aantoonbare eigenaarslasten van de zelfbewoonde woning, (onder)huurlasten of kosten heeft die voortvloeien uit een kostgangersovereenkomst, verlagen burgemeester en wethouders de toeslag zodanig, dat de jongere alleen de beschikking heeft over de van toepassing zijnde norm danwel 80% van het bedrag vermeld in artikel 28 lid 2 sub d van de wet;

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op degene die daadwerkelijk inwonend is bij zijn ouder(s);

Indien kosten worden gedeeld met een derde die niet het hoofdverblijf heeft in dezelfde woning, waardoor belanghebbende lagere algemene kosten van bestaan heeft dan waarin de norm of de toeslag voorziet, wordt de toeslag als bedoeld in artikel 3, vastgesteld op 50% van het in artikel 25, tweede lid van de wet genoemde bedrag.

Artikel 6. Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar

  • 1. De verlaging bedoeld in artikel 34 van de wet bedraagt:

    • a.

      De toeslag bedraagt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder van 21 jaar 10 % van het in artikel 30, tweede lid van de wet genoemde bedrag.

    • b.

      De toeslag bedraagt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder van 22 jaar 45 % van het in artikel 30, tweede lid van de wet genoemde bedrag.

Artikel 7. Toeslagen-verlagingen bij samenloop Wij en Wwb indien er sprake is van een niet rechthebbende partner. 

Indien er sprake is van samenloop WIJ en WWB kan de norm + toeslag gezamenlijk niet meer bedragen dan 100% van de gehuwdennorm.

HOOFDSTUK 4. Slotbepalingen

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking na behoorlijk te zijn bekend gemaakt, met ingang van 1 juli 2010.

Artikel 8. Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren Veendam.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 mei 2010

 

De raad voornoemd,

 

Voorzitter,                                                                    Griffier,

 

 

A. Meijerman                                                                R. Brekveld