Statuut Urgentie Commissie WERV (UCW)

Artikel 1.

• 1. De gemeentebesturen van Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal (WERV) spraken in een convenant in 2001 af te komen tot één gezamenlijke Urgentie Commissie WERV kortweg UCW

• 2. Deze UCW neemt besluiten over woningzoekenden die op grond van individuele omstandigheden vragen om voorrang op de woningmarkt.

Artikel 2.

• 1. De commissie besluit gemandateerd door vier colleges over het al dan niet toekennen van een urgentie wonen aan een individuele woningzoekende.

• 2. In dit besluit betrekt de commissie de door de woningzoekende geleverde gegevens.

• 3. De commissie betrekt in het besluit tevens het eventueel ingewonnen medisch/sociale advies van de Hulpverlening Gelderland Midden (HGM).

• 4. De commissie hanteert in het besluit de urgentienormering uit bijlage 1 van de Huisvestingsverordening ‘Regels inzake Urgentie’ .

Artikel 3.

• 1. De commissie bestaat uit vier stemhebbende leden waarvan één voorzitter en drie leden met een sociale-, medische- en/of juridische achtergrond.

• 2. De vier colleges benoemen de in lid 1. genoemde personen gelijktijdig.

• 3. De leden van de commissie zijn onafhankelijk van de betrokken gemeentes en hebben geen beroepshalve binding met woonruimteverdeling en/of woningzoekenden.

• 4. Elke gemeente voegt één secretaris zonder stemrecht aan de commissie toe.

• 5. Bij afwezigheid van de secretaris neemt een andere medewerker van de betreffende gemeente de functie over.

Artikel 4.

• 1. De vier colleges benoemen de leden van de commissie voor een termijn van 2 jaar.

• 2. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen of krijgen.

• 3. Een lid wordt ontslagen als hij/zij niet meer voldoet aan artikel 3, lid 5 tenzij de vier colleges vinden dat er sprake is van bijzondere omstandigheden.

• 4. In een tussentijdse vacature wordt op zo kort mogelijke termijn voorzien.

• 5. Een herbenoeming is tweemaal mogelijk waardoor de maximale zittingsperiode 6 jaar is.

Artikel 5.

• 1. De commissie vergadert tweemaal per maand maar kan - naar beoordeling van de voorzitter – een andere frequentie kiezen.

• 2. De commissie bepaalt de plaats van de bijeenkomst.

• 3. De secretaris zendt minimaal 3 dagen voor de vergadering de uitnodiging, de agenda, de besluitenlijst, de te behandelen urgentieaanvragen en alle overige stukken aan de leden (inclusief het plaatsvervangend lid).

• 4. De secretaris maakt van de vergadering een verslag en een besluitenlijst.

• 5. De secretaris ondertekent en verzendt het schriftelijke besluit naar de aanvrager.

• 6. Dit besluit bevat de reden(en) die tot toekenning of afwijzing van de urgentie hebben geleid en - wanneer van toepassing - de aanwijzing van passende minimale woonruimte.

• 7. De secretaris behandelt bezwaarprocedures.

• 8. De commissie maakt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden.

• 9. De commissie biedt dit jaarverslag voor 1 juli aan de vier colleges aan.

Artikel 6.

• 1. Een urgentieaanvraag kost de aanvrager € 50,-- leges.

• 2. Dit bedrag kan jaarlijks worden aangepast.

Artikel 7.

• 1. De secretaris beoordeelt of de aanvraag ontvankelijk is.

• 2. De secretaris stelt bij een onvolledig en/of onjuist ingevuld aanvraagformulier of bij het niet betalen van de eigen bijdrage de aanvrager hiervan op de hoogte en vraagt om binnen 30 dagen te voldoen aan het gevraagde.

• 3. Als niet voldaan is aan lid 2 is de aanvraag niet-ontvankelijk.

Artikel 8.

• 1. Twee of meer stemhebbende leden moeten aanwezig zijn voor het nemen van een besluit.

• 2. Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

• 3. De voorzitter bepaalt een nieuwe datum als er geen twee leden aanwezig zijn.

Artikel 9.

• 1. De commissie vergadert besloten.

• 2. De verstrekte schriftelijke urgentierapporten zijn vertrouwelijk.

• 3. De secretaris vernietigt na de vergadering de aan de commissie overhandigde vertrouwelijke stukken.

Artikel 10

• 1. De stemhebbende leden van de commissie krijgen per bijgewoonde vergadering een vergoeding van € 104,31 exclusief reiskosten.

• 2. De vier colleges kunnen - na overleg - de hoogte van de vergoeding aanpassen.

Artikel 11

• 1. Op onderwerpen waarin dit statuut onvoldoende voorziet, treffen de vier colleges na samenspraak voorzieningen.

• 2. Dit statuut treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de vier Huisvestingsverordeningen.