Regeling vervallen per 15-02-2017

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand en wet investeren in jongeren

Geldend van 01-01-2012 t/m 14-02-2017

Intitulé

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010, nummer 2010.00095B;

 

overwegende dat: 

het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van uitkeringsgerechtigden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar en het verstrekken van toeslagen en verlagen van inkomensvoorzieningen van jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;

 

gelet op:

artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 8 van de Wet werk en bijstand, de artikelen 12, eerste lid onderdeel e en 35 van de Wet investeren in jongeren;

 

BESLUIT:

vast te stellen de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren (Toeslagenverordening WWB en WIJ 2010)

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

a.college:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

b.raad:

De gemeenteraad van de gemeente Veenendaal;

c.WWB:

Wet werk en bijstand;

d.WIJ:

Wet investeren in jongeren;

e.Toeslag:

De toeslag als bedoeld in artikel 25 WWB en artikel 30 WIJ;

f.Verlaging:

De verlaging als bedoeld in artikel 26 t/m 28 WWB en artikel 31 t/m 34 WIJ;

g.gehuwden-norm:

de norm als bedoeld in artikel 21, onder c WWB en artikel 28, lid 1, onder d WIJ;

h.ouder:

de vader of moeder als bedoeld in respectievelijk de artikelen 1:197 t/m 1:199 van het Burgerlijk Wetboek;

i.kind:

een kind als bedoeld in artikel 4 WIJ en artikel 4, lid 1 onder d WWB;

j.verzorgings-behoevende:

degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in verpleeg- of verzorgingstehuis;

k.woning:

een woning als bedoeld in artikel 1, onder j, Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, lid 6 WWB;

l.woonkosten:

1°. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs,bedoeld in artikel 1, onderdeel d van de Wet op de huurtoeslag;

2°. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. De bepalingen van deze verordening gelden voor:

    • a.

      belanghebbenden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar of

    • b.

      jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar.

  • 2. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien:

    • a.

      beide echtgenoten 27 jaar of ouder zijn doch jonger dan 65 jaar of

    • b.

      beide echtgenoten 21 jaar of ouder zijn doch jonger dan 27 jaar.

  • 3. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid WWB of artikel 41 WIJ onverlet.

Hoofdstuk 2. Toeslagen

Artikel 3. Criteria

  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 25, lid 1 WWB en artikel 30, lid 1 WIJ bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

  • 2. De toeslag bedoeld in artikel 25, lid 1 WWB en artikel 30, lid 1 WIJ bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft;

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt geen toeslag als bedoeld in artikel 25, lid 1 WWB en artikel 30, lid 1 WIJ verleend, indien de ander een niet-rechthebbende partner is en een inkomensvoorziening op grond van de WIJ of een uitkering op grond van de WWB ontvangt;

  • 4. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    • a.

      meerderjarige kinderen;

    • b.

      de verzorgingsbehoevende die bij de belanghebbende inwoont en door hem wordt verzorgd.

Hoofdstuk 3 verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

Artikel 4. Criteria voor gehuwden

  • 1. De verlaging bedoeld in artikel 26 WWB en artikel 31 WIJ bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die met één of meer anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben;

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    • a.

      Meerderjarige kinderen;

    • b.

      de verzorgingsbehoevende die bij de belanghebbende inwoont en door hem wordt verzorgd.

Artikel 5. Criteria voor woonsituatie

De verlaging bedoeld in artikel 27 WWB en artikel 32 WIJ bedraagt 15% van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond, waaraan voor die belanghebbende of jongere geen woonkosten (conform artikel 1 lid 2 onder l van deze verordening) verbonden zijn.

Artikel 6. Criteria voor alleenstaanden van 21 en 22 jaar

De verlaging bedoeld in artikel 34 WIJ is gelijk aan de toeslag die is toegekend op grond van artikel 3 van deze verordening.

Artikel 7. Samenloop en anti-cumulatiebepaling

Indien voor de belanghebbende een verlaging op grond van de artikelen 3 tot en met 6 geldt, bedraagt de verlaging niet meer dan 25% van de gehuwdennorm.

Regelingen in verband met de wijzigingen in de Wwb en intrekking van de Wij per 1 januari 2012

Artikel 7a Wijziging betekenis begrippen

  • 1. Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2. Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

Artikel 7b Wijziging verwijzingen

  • 1. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel a, van de wet, moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 20, eerste lid, onderdeel b, van de wet

  • 2. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel b van de wet moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de wet.

  • 3. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel c van de wet moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 21, eerste lid, van de wet.

Artikel 7c Intrekking Wij

  • 1. In afwijking van artikel 2, lid 1 onder a zijn de bepalingen van deze verordening vanaf 1 januari 2012 evenzo van toepassing op personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar.

  • 2. In afwijking van artikel 6 wordt aan een alleenstaande van 21 jaar geen toeslag toegekend in verband met het niet of niet geheel kunnen delen van kosten, bedoeld in artikel 25 van de wet.

  • 3. In afwijking van artikel 6 wordt aan een alleenstaande van 22 jaar geen toeslag toegekend in verband met het niet of niet geheel kunnen delen van kosten, bedoeld in artikel 25 van de wet.

  • 4. Aan het bepaalde in het tweede en derde lid wordt geen toepassing gegeven in de periode dat een verlaging in verband met schoolverlating wordt toegepast als bedoeld in artikel 28 van de wet.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 8. Hardheidclausule

Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 9. Intrekking oude regeling

De Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2005 vastgesteld op 28 oktober 2004, laatstelijk gewijzigd op 2 februari 2005 en de Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren vastgesteld op 10 december 2009 worden ingetrokken met ingang van de in artikel 11 genoemde datum van inwerkingtreding.

Artikel 10. Overgangsbepaling

Indien voor het tijdstip van de datum van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor inkomensvoorziening op grond van de WWB of WIJ is ingediend en op de datum van de inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist, wordt de beslissing genomen op basis van deze verordening.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2010.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening WWB en WIJ 2010.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 september 2010,

de heer drs. P.W. Bannink - raadsgriffier

de heer mr. T. Elzenga - voorzitter

Toelichting bij Toeslagenverordening WWB en WIJ 2010