Regeling vervallen per 31-08-2016

de Beleidsregels ontheffingen motorvoertuigen centrumgebied Veenendaal

Geldend van 16-02-2012 t/m 30-08-2016

Intitulé

de Beleidsregels ontheffingen motorvoertuigen centrumgebied Veenendaal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

gelet op:

artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:  

vast te stellen de Beleidsregels ontheffingen motorvoertuigen centrumgebied Veenendaal.

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. Ambulante handel:

de handel die wordt bedreven door een ondernemer die in het bezit is van een standplaatsvergunning in het centrumgebied.

b. Bewoner:

degene die volgens de in de gemeentelijke basisadministratie beschikbare persoonsgegevens woonachtig is in het centrumgebied.

c. Beroepsvervoerder/leverancier:

(een exploitant van) een bedrijf dat met behulp van een motorvoertuig zorgt voor de bevoorrading van in het centrumgebied gevestigde bedrijven.

d. Centrumgebied:

het gebied dat is aangegeven op de bij deze beleidsregels behorende kaart “Reconstructie Kernwinkelgebied” d.d. 5 oktober 2011.

e. College:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal.

f. Kentekenherkenningssysteem:

een automatisch registratiesysteem waarmee met behulp van camera’s het kenteken van een motorvoertuig kan worden gelezen, alvorens het motorvoertuig buien de venstertijd de toegang tot het centrumgebied te verlenen.

g. motorvoertuig:

motorvoertuig en gehandicaptenvoertuig als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990.

h. Ondernemer/instelling:

Ondernemer/instelling: (een exploitant van) een bedrijf dat is gevestigd in het centrumgebied.

i. Ontheffing:

een in de zin van artikel 87 RVV 1990 door het college te verlenen ontheffing, krachtens welke het is toegestaan om met een motorvoertuig het centrumgebied in- en uit te rijden;

j. Ontheffinghouder:

Ontheffinghouder: degene aan wie door het college ontheffing is verleend.

k. Parkeergelegenheid op eigen terein:

een parkeerplaats op eigen terrein of in een garage, waarover de bewoner of de onderneming/instelling kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving enz.

l. Tijdsduurbeperking:

Tijdsduurbeperking: de uren van de dag en de dagen van de week dat de ontheffing niet geldig is.

m. Venstertijd:

een vastgestelde tijdsperiode op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag tussen 7.00 uur en 13.00 uur waarin er met een motorvoertuig gereden en geladen en gelost mag worden in het centrumgebied.

n. Winkeltijden:

een vastgestelde tijdsperiode op maandag tot en met donderdag tussen 9:00 uur en 18:00 uur, op vrijdag tussen 9:00 uur en 21:00 uur en op zaterdag tussen 9:00 uur en 17:00 uur en op bijzondere koopavonden tussen 18:00 uur tot 21:00 uur.

o. Versproducten:

vis, groente, fruit, bloemen, brood, gekoelde en bevroren producten, en hiermee gelijk te stellen versproducten.

p. Waardeproducten:

Geld en juweliersartikelen

Artikel 2 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een ontheffing voor het rijden in het centrumgebied met een motorvoertuig moet schriftelijk worden ingediend bij het college.

  • 2. Het college stelt een formulier vast voor een aanvraag. Dit formulier dient volledig te worden ingevuld en van een handtekening te worden voorzien.

  • 3. Bij de aanvraag door een natuurlijk persoon dient een kopie van een geldig rijbewijs van degene wiens kenteken geregistreerd wordt.

  • 4. Bij de aanvraag door een onderneming/instelling dient een kopie van een geldig legitimatiebewijs van de eigenaar of de vestigingsmanager te worden overgelegd.

Artikel 3 Weigeringsgronden

  • 1. Het college kan de ontheffing weigeren indien:

    • a.

      de aanvrager niet tot één van de in de beleidsregels genoemde categorieën van personen, ondernemingen/instellingen of bedrijven behoort;

    • b.

      bij een concurrerende aanvraag een groter of gemeentelijk belang wordt geschaad

    • c.

      de ontheffing in de twee jaren voorafgaand aan het tijdstip waarop de ontheffing verleend is, is ingetrokken wegens het handelen in strijd met de in strijd met de ontheffingsvoorschriften en/of ontheffingsbeperkingen.

Artikel 4 Gegevens, voorschriften, beperkingen, geldigheidsduur permanente ontheffing

  • 1. Een ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • ·

      naam en adres van de ontheffinghouder;

    • ·

      het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend;

    • ·

      de uren gedurende welke gebruik mag worden gemaakt van de ontheffing.

  • 2. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een ontheffing die strekken tot:

    • ·

      het verbeteren van de leefbaarheid en bereikbaarheid van het centrumgebied;

    • ·

      het voorkomen van overlast voor bewoners van het centrumgebied;

    • ·

      een goede handhaving van de verkeerswetgeving en de daarop gebaseerde besluiten;

    • ·

      het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers.

  • 3. Indien het verkeersbelang, het belang van de openbare orde of veiligheid of andere dringende omstandigheden dat noodzakelijk maken, kan het college tijdelijk in het centrumgebied afwijkende maatregelen treffen.

  • 4. Een permanente ontheffing als bedoeld in de artikelen 7 tot en met 15 is voor onbepaalde tijd geldig, zolang de ontheffinghouder voldoet aan de criteria die gelden voor het verkrijgen daarvan.

Artikel 5 Intrekking en wijziging van de ontheffing

De ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    op grond van gewijzigd beleid;

  • c.

    als ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn ingediend;

  • d.

    als sprake is van misbruik van de ontheffing;.

  • e.

    bij het in gebreke blijven van de betaling van de leges;

  • f.

    als de ontheffinghouder niet meer voldoet aan de criteria die gelden voor het verkrijgen van een ontheffing, bijvoorbeeld door verhuizing van een in het centrumgebied woonachtige ontheffinghouder of van een in het centrumgebied gevestigde onderneming/instelling;

  • g.

    door het overlijden van de ontheffinghouder.

Artikel 6 Gebruik van de ontheffing

  • 1. De ontheffing dient altijd zichtbaar aanwezig te zijn in het motorvoertuig tijdens het rijden in het centrumgebied.

  • 2. De ontheffing dient op eerste vordering van de in artikel 159 Wegenverkeerswet 1994 bedoelde personen behoorlijk ter inzage worden afgegeven.

  • 3. De fysieke toegang van het centrumgebied wordt verleend door gebruikmaking van een kentekenherkenningssysteem.

Artikel 7 Permanente ontheffing voor bewoners en ondernemingen/instellingen in het centrumgebied

  • 1. Aan een bewoner van het centrumgebied met een parkeerplaats op eigen terrein en aan een onderneming/instelling die gevestigd is in het centrumgebied met een parkeerplaats op eigen terrein, kan een permanente ontheffing zonder tijdsduur beperking worden verstrekt.

  • 2. Aan een bewoner van het centrumgebied zonder parkeergelegenheid op eigen terrein met een rijbewijs kan een permanente ontheffing worden verleend voor het rijden met een motorvoertuig buiten winkeltijden.

  • 3. Aan een onderneming/instelling die gevestigd is in het centrumgebied zonder parkeergelegenheid op eigen terrein kan één permanente ontheffing worden verleend voor het rijden met een motorvoertuig buiten winkeltijden tot 2 uur na winkeltijden.

Artikel 8 Permanente ontheffing voor huisartsen, het Rode kruis, verloskundigen en bewakingsdiensten

Aan huisartsen, het Rode Kruis, verloskundigen en bewakingsdiensten kan een permanente ontheffing zonder tijdsduurbeperking worden verleend voor het rijden met een motorvoertuig in het centrumgebied buiten de venstertijd in het kader van de uitoefening van het betreffende beroep.

Artikel 9 Permanente ontheffing voor taxi´s

Aan een taxibedrijf kan een permanente ontheffing met een tijdsduurbeperking worden verleend voor het rijden met een motorvoertuig in het centrumgebied buiten de venstertijd voor het ophalen of wegbrengen van klanten uit resp. naar het centrumgebied buiten de venstertijd.

Artikel 10 Permanente ontheffing voor gehandicapten

  • 1. Aan een houder van een gehandicaptenparkeerkaart kan een permanente ontheffing, als dan niet met een tijdsduurbeperking, worden verleend voor het rijden met een motorvoertuig of snorfiets in het centrumgebied buiten de venstertijd mits aangetoond is dat het bezoeken van het centrumgebied met een motorvoertuig of snorfiets niet binnen de venstertijd kan plaats vinden.

  • 2. De ontheffing moet duidelijk leesbaar achter de voorruit van het motorvoertuig aanwezig zijn.

  • 3. Voor gehandicapten die met een snorfiets rijden, geldt dat zij de ontheffing op eerste vordering van de in artikel 159 Wegenverkeerswet 1994 bedoelde personen behoorlijk ter inzage afgeven.

Artikel 11 Permanente ontheffing voor ondernemingen/instellingen die afval inzamelen of werkzaamheden verrichten voor het beheer van de openbare ruimte

Aan een bedrijf dat is belast met:

  • a.

    het inzamelen van afval;

  • b.

    het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte,

kan een permanente ontheffing met een tijdsduurbeperking worden verleend voor het rijden met een motorvoertuig in het centrumgebied buiten venstertijd ten behoeve van werkzaamheden, mits aangetoond is dat die inzameling of werkzaamheden niet binnen de venstertijd kunnen worden verricht .

Artikel 12 Permanente ontheffing voor beroepsvervoerders/leveranciers van producten, niet zijnde vers- en waarde producten

Aan een beroepsvervoerder/leverancier kan een permanente ontheffing worden verleend voor het rijden met een motorvoertuig en het laden en lossen in het centrumgebied op maandag van 13.00

uur tot 14.00 uur, mits aangetoond is dat:

  • a.

    de bevoorrading ten behoeve van het doelmatig inzetten van het voertuig in relatie tot de afgeleverde goederen deels/geheel buiten de venstertijd moet plaatsvinden;

  • b.

    het motorvoertuig of het samenstel van voertuigen een maximale lengte van 12 meter heeft.

Artikel 13 Permanente ontheffing voor beroepsvervoerders/leveranciers van versproducten en waardeproducten

Aan een beroepsvervoerder/leverancier van versproducten en waardeproducten kan een permanente ontheffing zonder tijdsduurbeperking worden verleend voor het rijden met een motorvoertuig en het laden en lossen in het centrumgebied buiten de venstertijd mits aangetoond is dat de bevoorradingsactiviteit noodzakelijkerwijs niet anders dan buiten de venstertijd kan worden verricht. Voor het vervoer van versproducten is alleen voor de aanvoer van versproducten een ontheffing mogelijk.

Artikel 14 Permanente ontheffing voor de ambulante handel, niet zijnde de warenmarkt

Aan een ondernemer van ambulante handel, niet zijnde de warenmarkt, kan een permanente ontheffing met een tijdsduurbeperking worden verleend voor het rijden in het centrumgebied.

Artikel 15 Permanente ontheffing voor de ambulante handel, zijnde de warenmarkt

Aan een ondernemer van ambulante handel, niet zijnde de warenmarkt, kan een permanente ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van het centrumgebied met een motorvoertuig op dinsdag van 7.00 uur tot 9.00 uur en van 13.00 uur tot 14.00 uur en op zaterdag van 7.00 uur tot 9.00 uur en van 17.00 uur tot 18.00 uur.

Artikel 16 Incidentele ontheffing voor nader vermelde categorieën

  • 1. Een incidentele ontheffing met een tijdsduurbeperking voor het rijden in het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd kan worden verleend aan:

    • a.

      een bouw-, installatie- en reparatiebedrijf;

    • b.

      een uitvaartondernemer met maximaal vijf volgauto’s;

    • c.

      een bruidsauto met maximaal vijf volgauto’s;

    • d.

      een anoniem waardetransport;

    • e.

      een geldtransport;

    • f.

      een evenemententransport;

    • g.

      een schoonmaakbedrijf;

    • h.

      een storingsdienst;

    • i.

      een verhuisbedrijf;

    • j.

      een bewoner van het centrumgebied voor het door hem zelf uitvoeren van een verhuizing naar zijn eigen woonadres;

    • k.

      een zendwagen van radio en tv;

    • l.

      en hiermee gelijk te stellen gevallen.

Artikel 17 Incidentele ontheffing bij alarmopvolging

Aan een onderneming/instelling die een alarmmelding heeft ontvangen, wordt buiten de winkeltijden toegang verleend via kentekenherkenning in combinatie met het bellen van een daartoe bestemd telefoonnummer.

Artikel 18 Parkeren in het centrumgebied

Het college kan een ontheffing als bedoeld in de artikelen 7, 8, 10, 11, artikel 13 voor zover de aanvrager valt onder beroepsvervoerders/leveranciers van waardeproducten, artikelen 14, 15 en 16 uitbreiden met een ontheffing voor het parkeren in het centrumgebied indien de aanvrager aantoont dat:

  • a.

    de nabijheid van het motorvoertuig noodzakelijk is;

  • b.

    in redelijkheid niet kan worden verlangd, dat de in het voertuig aanwezige materialen en/of gereedschappen worden uitgeladen.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 20 Overgangsbepalingen

  • 1. Ontheffingen, alsmede de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen - hoe ook genaamd - die verleend zijn op grond van de Verordening ontheffingen autoluw gebied Veenendaal worden geacht te zijn verleend op grond van deze Beleidsregels, met uitzondering van de in artikel 7 genoemde ontheffingen, die nog geldig blijven tot maximaal 31 december 2012.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze Beleidsregels een aanvraag om een ontheffing op grond van de Verordening ontheffingen autoluw gebied Veenendaal is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze Beleidsregels nog niet op die aanvraag is beslist, zijn deze beleidsregels van toepassing.

  • 3. Op een ten tijde van inwerkingtreding van deze Beleidsregels aanhangig bezwaarschrift, betreffende een ontheffing, alsmede de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen wordt beslist met toepassing van de Verordening ontheffingen autoluw gebied Veenendaal.

Artikel 21 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels ontheffingen centrumgebied Veenendaal”.

Vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Veenendaal d.d. 1 november 2011,

de heer J.T. Langelaar - secretaris

de heer mr. T. Elzenga - burgemeester