Regeling vervallen per 27-12-2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014

Geldend van 22-11-2013 t/m 26-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, nummer 2013.00083-3;

gelet op:

de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

eerder gehoord en gelezen:

het amendement (A6) van de fracties van de ChristenUnie, D66, SGP, VVD en CDA dat werd ingediend en aangenomen bij de behandeling van de Programmabegroting 2014-2017, agendapunt 6 van de op 31 oktober 2013 gehouden raadsvergadering, waarin werd overwogen:

  • -

    Dat jaarlijks het mogelijk positief resultaat van inkomsten en uitgaven van de inzameling en verwerking van afvalstoffen wordt gestort in de ‘egalisatiereserve afvalverwijdering en verwerking’;

  • -

    Dat er jaarlijks uit deze reserve al een bedrag wordt ingezet om de tarieven van de afvalstoffenheffing te egaliseren;

  • -

    Dat deze egalisatiereserve naar verwachting op 1 januari 2018 dan nog steeds een batig saldo bevat van € 2.576.051,-

  • -

    Dat het hier gaat om geld dat feitelijk teveel is geheven bij de burgers;

  • -

    Dat het verlagen van de lastendruk voor de burgers in deze economisch zware tijd wenselijk is;

  • -

    Dat een extra bedrag van € 300.000,- voor zowel 2014 en 2015 verantwoord kan worden ingezet voor de verlaging van de afvalstoffenheffing;

  • -

    Dat de reserve per 1 januari 2018 op basis van de huidige gegevens, dan nog steeds een batig saldo bevat van meer dan € 1.900.000,-

  • -

    Dat het bedrag per perceel bij een extra inzet van € 3000.000,- met € 12,98 (afgerond (€ 13,00) naar beneden kan worden bijgesteld.

Besluit:

Met inachtneming van de hierna genoemde beslispunten 1 en 2, vast te stellen de volgende, naar aanleiding van het bovengenoemde amendement (A6), gewijzigde verordening:

  • 1.

    Een extra bedrag van € 300.000,- vanuit de ‘egalisatiereserve afvalverwijdering en verwerking’ in te zetten voor het verlagen van de tarieven afvalstoffenheffing voor 2014 en dit als volgt te verwerken in de Verordening afvalstoffenheffing 2014:

    • a.

      het Meerpersoons tarief afvalstoffenheffing 2014 vast te stellen op € 247,70;

    • b.

      het Alleenwonend tarief afvalstoffenheffing 2014 vast te stellen op € 185,75;

  • 2.

    Eveneens een extra bedrag van € 300.000,- vanuit de ‘egalisatiereserve afvalverwijdering en verwerking’ in te zetten voor het in 2014 vaststellen van de tarieven afvalstoffenheffing voor het belastingjaar 2015.

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014 (Verordening afvalstoffenheffing 2014).

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar € 247,70 per perceel.

  • 2. Aan een alleenwonende belastingplichtige wordt vermindering verleend van 25% van het onder lid 1 genoemde tarief. De vermindering blijft beperkt over het aantal volle maanden dat men alleenwonend is.

  • 3. Het tarief voor het vervangen van een milieupas in geval van verlies, diefstal of zichtbare beschadiging bedraagt € 15,30.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 6. Voor de toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, terwijl elke volgende één maand na het verstrijken van de daaraan voorafgaande termijn vervalt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, terwijl elke volgende termijn één maand na het verstrijken van de daaraan voorafgaande termijn vervalt.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2013’ van 25 oktober 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2014’.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 31 oktober 2013,
griffier - de heer mr. E.J. Kruijswijk Jansen
voorzitter - de heer mr. A.W. Kolff