Regeling vervallen per 26-01-2019

Aanwijzingsbesluit toezichthouders

Geldend van 19-11-2015 t/m 25-01-2019

Intitulé

Aanwijzingsbesluit toezichthouders

Het college burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Veenendaal, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

overwegende dat

·het uit oogpunt van doelmatigheid is gewenst dat (tijdelijke) ambtenaren over voldoende bevoegdheden beschikken voor het uitoefenen van (integraal) toezicht met de daarbij behorende legitimatieplicht;

·bij het vaststellen van de ingevolge artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht (Awb) verplichte legitimatiebewijzen het bepaalde in de ‘Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb’ (Besluit minister van Justitie d.d. 4 juli 2000) en ‘Wijziging Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb’ (Besluit minister van Justitie d.d. 1 juli 2002) in acht wordt genomen;

·wegens wisseling van personeel of uitbreiding van taken het besluit tot aanwijzing van toezichthouders van tijd tot tijd geactualiseerd dient te worden;

·het wenselijk is sociaal rechercheurs en fraudepreventiemedewerkers aan te wijzen als toezichthouders;

·de gemeente op 13 december 2011 heeft ingestemd met de Bestuursovereenkomst, samenwerking toezicht op risicobedrijven Brzo ’99 en VT-chemie 2012-2016;

·voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst de gemeente provinciale medewerkers aanwijst om het toezicht op majeure risicobedrijven uit te voeren;

gelet op

artikel 5:10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), artikel 6:2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal (APV), artikel 34 van de Afvalstoffenverordening 2005, artikel 76a van de Participatiewet, artikel 53a van de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 53a van de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 15a van de Wet sociale werkvoorziening, artikel 8.40 en 21.8 van de Wet milieubeheer en de krachtens deze wet vastgestelde voorschriften van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999, artikel 2.1, eerste lid, onder e en artikel 2.3, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5:11 van de Awb;

besluiten:

vast te stellen het Aanwijzingsbesluit toezichthouders.

Artikel 1

Met het toezicht op de wet- en regelgeving opgenomen in bijlage 1, worden belast:

  • 1.

    ambtenaren van de Afdeling Wonen en Leven met de functie:

    • a.

      management C;

    • b.

      beleidsmedewerker C;

    • c.

      medewerker handhaving A;

    • d.

      medewerker handhaving B;

    • e.

      medewerker handhaving C;

    • f.

      medewerker handhaving D;

    • g.

      adviseur A;

    • h.

      adviseur B;

    • i.

      adviseur C.

  • 2.

    medewerkers van de Omgevingsdienst regio Utrecht (Odru), de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) of van (advies-/ detacherings)bureaus voor zover benoemd als tijdelijk ambtenaar in dienst van de gemeente Veenendaal.

Artikel 2

Met het toezicht op de wet- en regelgeving opgenomen in bijlage 2, worden belast:

  • 1.

    ambtenaren van de Afdeling Wonen en Leven met de functie:

    • a.

      medewerker handhaving D;

    • b.

      medewerker handhaving E.

  • 2.

    medewerkers van (advies-/ detacherings)bureaus voor zover benoemd als tijdelijk ambtenaar in dienst van de gemeente Veenendaal.

Artikel 3

Met het toezicht op de wet- en regelgeving opgenomen in bijlage 3, worden belast:

  • 1.

    ambtenaren van de Afdeling Economie en Werk met de functie:

    • a.

      sociaal rechercheurs;

    • b.

      fraudepreventiemedewerkers;

  • 2.

    medewerkers van (advies-/ detacherings)bureaus voor zover benoemd als tijdelijk ambtenaar in dienst van de gemeente Veenendaal.

Artikel 4

Met het toezicht op de wet- en regelgeving opgenomen in bijlage 4, worden belast: de ambtenaren die in de functie van beleidsmedewerker toezicht/handhaving en toezichthouder A door Gedeputeerde Staten van Utrecht zijn aangesteld.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking één dag na de bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van 27 oktober 2015

Burgemeester en wethouders van Veenendaal

mevrouw drs. A.P.W. van de Klift de heer mr. A.W. Kolff

gemeentesecretaris burgemeester

Burgemeester van Veenendaal

de heer mr. A.W. Kolff

Bijlage 1 toezicht (tijdelijk) ambtenaren ex artikel 1

  • 1.

    Toezicht op de volgende wetgeving:

    • a.

      Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

    • b.

      Wet op de kansspelen;

    • c.

      Wet Geluidhinder;

    • d.

      Wet Bodemsanering;

    • e.

      Wet inzake de luchtverontreiniging;

    • f.

      Monumentenwet;

    • g.

      Huisvestingswet.

  • 2.

    Toezicht op wet- en regelgeving van de gemeente Veenendaal met de volgende onderwerpen:

    • a.

      openbare orde en veiligheid;

    • b.

      volksgezondheid;

    • c.

      milieu;

    • d.

      verkeer, vervoer en waterstaat;

    • e.

      economische aangelegenheden en arbeid.

Bijlage 2 toezicht (tijdelijk) ambtenaren ex artikel 2

1.Toezicht op de volgende wet- en regelgeving van de gemeente Veenendaal:

  • a.

    Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal;

  • b.

    Afvalstoffenverordening Veenendaal.

Bijlage 3 Toezicht (tijdelijk) ambtenaren ex artikel 3

1.Toezicht op de volgende wetten en de daarmee samenhangende wet- en regelgeving van de gemeente Veenendaal:

  • a.

    Participatiewet (PW);

  • b.

    Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);

  • c.

    Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

  • d.

    Wet sociale werkvoorziening (Wsw);

  • e.

    Besluit bijstandsverlening zelfstandige 2004 (Bbz2004);

  • f.

    Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Bijlage 4 Toezicht ambtenaren ex artikel 4

Toezicht op de naleving van de volgende wetten en de daarmee samenhangende wet- en regelgeving:

  • 1.

    het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo), en;

    • a.

      de Wet algemene bepalingenomgevingsrecht;

    • b.

      bij en door majeure risicobedrijven.

  • 2.

    Onder majeure risicobedrijven worden verstaan inrichtingen die onder het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 vallen alsmede inrichtingen, zijnde chemiebedrijven die niet onder het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 vallen en die wel onder categorie 4 van de Richtlijn 1996/61/EC (Integrated Pollution Prevention and Control) vallen en die aan de criteria van het landelijk project Vernieuwing Toezicht Chemie van november 2008 van het Ministerie van VROM voldoen.