Regeling vervallen per 03-04-2024

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent raadscommissies (Verordening op de raadscommissies Veenendaal 2016)

Geldend van 01-10-2016 t/m 02-04-2024

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent raadscommissies (Verordening op de raadscommissies Veenendaal 2016)

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van voorzitter en de griffier d.d. 24 augustus 2016;

gelet op artikel 82, lid 1 Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de navolgende:

Verordening op de raadscommissies Veenendaal 2016

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raadscommissie: de raadscommissie of een bijzondere raadscommissie;

  • b.

    lid: lid van een raadscommissie

  • c.

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie;

  • d.

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie die tevens medewerker van de griffie is;

  • e.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • f.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Artikel 2. Instelling raadscommissie

  • 1. De raad stelt een raadscommissie in.

  • 2. De raad stelt een bijzondere raadscommissie waarbij de raad haar taak bepaalt.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie:

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. Ieder lid van de raad is lid van de raadscommissie en kan worden benoemd tot lid van een bijzondere raadscommissie.

  • 2. Elke fractie, die bij aanvang van de zitting van de raad is gevormd op grond van artikel 7, eerste lid van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, kan de raad voorstellen ten hoogste drie personen, die geen lid van de raad zijn, te benoemen tot lid van een raadscommissie. De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 Gemeentewet zijn op deze personen van overeenkomstige toepassing. Deze schaduw-raadsleden dienen tijdens de laatste verkiezingen geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de fractie die voordraagt ter benoeming.

Artikel 5. Zittingsduur

  • 1. De zittingsperiode van een lid eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4 gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een schaduw-raadslid ontslaan op voorstel van de fractie die het schaduw-raadslid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. Een schaduw-raadslid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslagbesluit neemt de raad in zijn eerstvolgende vergadering.

  • 5. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van schaduw-raadsleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 6. Voorzitter

  • 1. De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is lid van de agendacommissie.

  • 3. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 4. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

  • 5. De voorzitter kan zich tijdens de vergadering laten vervangen door een andere voorzitter voor 1 of meerdere agendapunten, mits de agendacommissie daarvoor voorafgaand aan de vergadering, toestemming heeft gegeven.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier voorziet in ondersteuning van iedere raadscommissie door een medewerker van de griffie.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 2 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8. Burgemeester en wethouders

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4.

    De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en één of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 9. Secretaris

De raadscommissie kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen

Artikel 10. Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen plaats op de één na laatste dinsdag en donderdag van de maand.

  • 2. De vergaderingen beginnen om 19.30 uur en eindigen in beginsel om 23.00 uur. De vergaderingen vinden in principe in het gemeentehuis plaats.

Artikel 11. Oproep en agenda

  • 1. De voorzitter roept schriftelijk, bij voorkeur 14 dagen voor de vergadering, de leden op onder vermelding van de dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden digitaal beschikbaar gesteld.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de agendacommissie na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aanvullende agendapunten aan de voorlopige agenda toevoegen.

  • 4. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raadscommissie of de voorzitter kan de commissie bij vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen, onderwerpen van de agenda afvoeren of de volgorde van behandeling wijzigen.

Artikel 12. Ter inzage leggen van stukken

Indien op stukken geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken onder berusting van de griffier en worden deze stukken ook in het digitale vergadersysteem geplaatst, maar wel zodanig dat alleen raadsleden en schaduw-raadsleden de geheime stukken kunnen raadplegen.

Paragraaf 2. Orde van de vergadering

Artikel 13. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst die genummerd is en op alfabetische volgorde is.

  • 2. Aan het einde van elke vergadering wordt de presentielijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 14. Spreekrecht

  • 1. Er mag worden ingesproken. Insprekers kunnen gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten, tenzij de raadscommissie anders beslist, het woord voeren in de vergadering over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Elke inspreker heeft maximaal 3 minuten spreektijd.

  • 3. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      de besluitenlijst en naar aanleiding van de rondvraag.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit zo spoedig mogelijk maar in ieder geval vijf minuten voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. De inspreker voert het woord bij het begin van de behandeling van het agendapunt, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de leden toestaan aan de inspreker een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen de inspreker en de leden en de inspreker neemt niet deel aan de beraadslaging.

Artikel 15. Besluitenlijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor de besluitenlijst van de vergadering.

  • 2. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst van de vergadering, zo spoedig mogelijk na de vergadering, openbaar gemaakt door plaatsing op de gemeentelijke website.

  • 3. De besluitenlijst bevat:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de ter vergadering aanwezige leden, de wethouders en anderen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      het advies van de commissie aan de raad m.b.t. een onderwerp of voorstel;

    • d.

      de toezeggingen;

    • e.

      een overzicht van insprekers met, indien beschikbaar, als bijlage hun inspreektekst.

  • 4. Bij het begin van de vergadering wordt, indien mogelijk, de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 5. De leden, de commissiegriffier, de wethouders en anderen hebben het recht een voorstel tot verandering van een bijdrage aan de vergadering, aan de raadscommissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is.

  • 6. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 16. Geluids- en beeldopname

  • 1. De vergaderingen worden digitaal in beeld en geluid vastgelegd.

  • 2. De beeld- en geluidopnames van de vergaderingen zijn digitaal via de gemeentelijke website toegankelijk.

  • 3. Het in het eerste en tweede lid vermelde is niet van toepassing op besloten vergaderingen als bedoeld in artikel 25 van deze verordening.

Artikel 17. Spreekregels

  • 1. Aanwezigen spreken vanaf hun plaats of vanaf het sprekersgestoelte en richten zich tot de voorzitter.

  • 2. Aanwezigen voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 3. Per onderwerp is er één woordvoerder per fractie.

Artikel 18. Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of een voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19. Spreektijd

  • 1. De agendacommissie bepaalt bij het opstellen van de voorlopige agenda van de vergadering de totale spreektijd per agendapunt.

  • 2. De onder 1 genoemde spreektijd geldt voor alle aanwezigen.

Artikel 20. Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kan tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort moet worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde betreft uitsluitend de orde van de vergadering.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 21. Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interruptie zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde agendapunt, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige agendapunt het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

Artikel 22. Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie besluiten de beraadslaging voor een door de voorzitter te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 23. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden, de wethouders, de burgemeester, de secretaris en de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het betreffende onderwerp of voorstel een aanvang wordt genomen.

2. Artikel 24. Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is behandeld, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten vat de voorzitter de discussie en eventuele standpunten samen en vraagt of leden moties en amendementen willen aankondigen.

  • 3.

    Nadat de beraadslaging is gesloten concludeert de voorzitter of een voorstel hamerstuk, bespreekstuk of niet behandelrijp is en of er stemverklaringen worden afgegeven.

  • 4.

    Het advies van de raadscommissie bevat de standpunten van alle fracties en eventuele leden.

2. Hoofdstuk 4 Besloten vergadering

2. Artikel 25. Algemeen

2.Op een besloten vergadering is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

2. Artikel 26. Besluitenlijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor de besluitenlijst van de besloten vergadering.

  • 2. De besluitenlijst bevat:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de ter vergadering aanwezige leden, de wethouders en anderen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      het advies van de commissie aan de raad m.b.t. een onderwerp of voorstel;

    • d.

      de toezeggingen.

  • 3. De notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden.

  • 4. De leden van de raad, de griffier, de wethouders, de secretaris en anderen hebben het recht, ten aanzien van een bijdrage aan de vergadering, een voorstel tot verandering aan de raadscommissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is.

  • 5. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en griffier ondertekend.

Hoofdstuk 5 Toehoorders en pers

Artikel 27. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

Artikel 28. Geluid- en beeldregistratie

Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 29. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de

verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 30. Intrekking Derde herziening Verordening op de raadscommissies Veenendaal 2002

De door de raad op 28 mei 2015 vastgestelde ‘Derde herziening Verordening op de raadscommissies Veenendaal 2002’ wordt ingetrokken.

Artikel 31. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2016.

Artikel 32. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Verordening op de raadscommissies Veenendaal 2016’.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 22 september 2016,
mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk de heer mr. A.W. Kolff
griffier voorzitter