Regeling vervallen per 01-01-2020

Compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

Geldend van 01-05-2015 t/m 31-12-2019

Intitulé

Compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

Het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal;

Gelet op artikel artikel 35, lid 1 van de Participatiewet en artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit;

Vast te stellen: de beleidsregel

Compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

Gelet op de Participatiewet, overwegende dat in het kader van artikel 35 van deze wet het wenselijk is de beleidsregels met betrekking tot bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten nader te beschrijven.

Inleiding

Chronisch zieken en gehandicapten ervaren naast directe ook indirecte zorgkosten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hoge stookkosten, waskosten, of kosten kledingslijtage. Deze kosten doen zich bij iedereen voor, maar chronisch zieken en gehandicapten worden hier meer dan gebruikelijk mee geconfronteerd. Het is echter moeilijk om te benaderen hoe hoog deze kosten in het individuele geval zijn. Deze kosten komen doorgaans op de kosten van eigen bijdragen en eigen risico, waarvan de hoogte wel bekend is en of kosten die vallen buiten de verzekering (bijvoorbeeld voor voorzieningen en medicijnen die niet op de vergoedingenlijst staan).

Artikel 1 Doelgroep

Tot de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten met aannemelijke meerkosten behoren in ieder geval de volgende personen:

  • 1.

    Belanghebbenden van 18 jaar of ouder die een voorziening ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben of beschikken over een geldige indicatie (waaronder Wmo, CIZ, Wlz-indicatie of gehandicaptenparkeerkaart); of

  • 2.

    Belanghebbende die een arbeidsongeschiktheidsuitkering (waaronder WAO, WIA.WAZ of Wajong-uitkering) ontvangen, of een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW, of IOAZ met een ontheffing van de sollicitatieplicht op medische gronden of

  • 3.

    Belanghebbenden die kunnen aantonen chronisch ziek of gehandicapt te zijn. In ieder geval wordt dit aangetoond indien men een bewijs heeft dat het volledig wettelijk Eigen Risico Ziektekostenverzekering 2015 (ad 360,-) of 2016 (ad 385,-) is betaald of betrokkene geen eigen risico hoeft te betalen aangezien hij uitgebreid is verzekerd via Menzis Garant pakket 3.

Artikel 2 Tegemoetkoming meerkosten

  • 1. Aan een persoon die tot de doelgroep behoort met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum wordt een tegemoetkoming verstrekt voor aannemelijke meerkosten.

  • 2. De tegemoetkoming wordt één keer per kalenderjaar op aanvraag toegekend.

  • 3. De tegemoetkoming bedraagt € 200,00.

  • 4. Gehuwden of samenwonenden kunnen beiden in aanmerking komen voor deze tegemoetkoming.

Artikel 3 Draagkracht en draagkrachtperiode

  • 1. Geen draagkracht, als bedoeld in Participatiewet art 35, hebben huishoudens die een netto maandinkomen hebben tot 110% van het wettelijk minimumloon (afgeleid van de bijstandsnorm gehuwden) exclusief vakantiegeld en/of dertiende maand.

  • 2. Een persoon die niet voldoet aan de inkomenseis zoals genoemd in het eerste lid, komt voor een tegemoetkoming in aanmerking indien hij in het betreffende kalenderjaar door de hoge zorgkosten beneden de inkomensgrens van 110% zakt

  • 3. Het vermogen gaat het vermogen zoals genoemd in art 34 lid 3 niet te boven

  • 4. De draagkrachtperiode wordt elke kalenderjaar opnieuw vastgesteld

Toelichting

In de op 3 juni 2013 aangenomen wet (wetsvoorstel 33 726) is de landelijke tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), de compensatie voor het verplicht eigen risico (CER), de korting op de eigen bijdrage bij intramurale zorg en, vanaf 2015, de korting op de eigen bijdrage extramurale zorg afgeschaft.

De reden voor deze afschaffing was dat de tegemoetkoming niet of onvoldoende bij die burgers terecht is gekomen waarvoor de algemene tegemoetkoming bedoeld was. Als reden is hiervoor onder meer aangegeven dat een automatische toekenning, op basis van zorgdeclaraties, tot een ongerichte betaling leidt. De gedachte van de wetgever bij overdracht aan de gemeenten is hierbij dat een toekenning op aanvraag dit voorkomt en de gemeente in staat is om maatwerk te leveren aan hun burgers.

De inkomensondersteuning via een tegemoetkoming is overgedragen aan de lokale overheid . Gemeenten kunnen aanvullend beleid formuleren voor hoe zij de beschikbare middelen op maat willen inzetten: op aanvraag en passend bij de individuele behoeften en mogelijkheden van de cliënt, gericht op zelfredzaamheid en participatie, via Wmo-voorzieningen of via inkomenssteun (individuele bijzondere bijstand in de WWB). Veenendaal kiest ervoor om middelen in te zetten via individuele bijzondere bijstand.

Artikel 1 Doelgroep

Uitgangspunt van de Participatiewet en bijzondere bijstand is maatwerk. Gemeenten hanteren daarom vaak beleidsregels als het gaat om de vraag waarvoor en in welke situaties bijzondere bijstand verleend kan worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om handvatten voor de beoordeling of er sprake is van noodzakelijke kosten voortkomend uit bijzondere omstandigheden waarin de algemene bijstand niet voorziet en om de beoordeling of iemand zelf de kosten kan dragen. Daarbij kan sprake zijn van het hanteren van groepskenmerken. Er zijn echter grote groepen waarvan op grond van deze kenmerken verondersteld wordt dat zij bijzondere bijstand nodig hebben.

Artikel 2 Aanzienlijke meerkosten

Opgemerkt is dat wanneer er sprake is van een chronische ziekte of chronische beperking het aannemelijk is dát er sprake is van meerkosten. De hoogte van deze meerkosten hoeft de aanvrager dan niet meer specifiek aan te tonen.

Niet álle denkbare extra kosten voor personen met chronische ziekten of chronische beperkingen daarmee zijn hiermee in verband te brengen. In dit artikel is uitgegaan van de meest voorkomende specifieke extra kosten met betrekking tot een bepaalde chronische ziekte of chronische beperking. Met ander woorden, is in dit artikel opgenomen van welke kostensoorten wordt aangenomen dat deze direct of indirect extra kosten opleveren voor personen met een chronische ziekte of met een chronische beperking en waarvoor de tegemoetkoming is open gesteld.

Maatwerk via individuele bijzondere bijstand

Mocht op basis van groepskenmerken betrokkene geen aanspraak kunnen maken op deze regeling maar wel te maken hebben met meerkosten of mochten bepaalde meerkosten onverantwoord hoog zijn in relatie tot de hoogte van het (gezins)inkomen of sprake zijn van meerkosten die niet genoemd worden in dit artikel, dan resteert als vangnet de individuele bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet. Deze kan worden aangevraagd bij de gemeente

Hierdoor bestaat een redelijk evenwichtige balans tussen primair een tegemoetkoming die met name de chronische ziekte of chronische beperking die eenvoudig en laagdrempelig is uit te voeren en secundair de verantwoordelijkheid voor minima die, gegeven hun specifieke individuele bijzondere omstandigheden, een beroep moeten kunnen doen op de bijzondere bijstand.