Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent amateurkunst

Geldend van 15-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent amateurkunst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

overwegende dat

  • de gemeenteraad in de Cultuurnota 2013-2016 opdracht heeft gegeven tot aanpassing van de Nadere Regels Amateurkunst

  • deze herziening is besproken met de amateurkunstverenigingen van Veenendaal

gelet op

  • artikel 2.2. van de Algemene subsidieverordening Veenendaal (2012) waarin is bepaald dat het college per beleidsterrein nadere regels kan stellen

BESLUIT

Vast te stellen de Nadere Regels Amateurkunst Veenendaal 2017

Nadere regels Amateurkunst

Artikel 1. Begripsbepalingen

 In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Amateurkunst: kunst die zonder winstoogmerk en niet beroepsmatig, hetzij in verenigingsverband, dan wel door instellingen zonder leden, wordt bedreven of uitgevoerd.

  • b.

    Instelling: een organisatie die statutair en feitelijk gevestigd is in Veenendaal, rechtspersoonlijkheid bezit en zich ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de Veenendaalse samenleving op het gebied van de amateurkunst.

  • c.

    Kunstcategorieën:

    • 1.

      Instrumentale muziek

    • 2.

      Vocale muziek

    • 3.

      Toneel/Muziektheater

    • 4.

      Overige cultuuruitingen .

    • 5.

      Instellingen zonder leden: commissies

  • d.

    Lid: een natuurlijk persoon die contributie betaalt en actief deelneemt aan de repetities, trainingen en uitvoeringen of activiteiten van een instelling en daardoor betrokken is bij het nastreven van de instellingsdoeleinden conform de statuten.

  • e.

    Activiteit: cultureel/artistieke uitvoering of voorstelling in Veenendaal die openbaar toegankelijk is en waaraan door publiciteit bekendheid is gegeven.

Artikel 2. Reikwijdte van de regeling

 Tenzij in deze regeling anders is bepaald, is de Algemene Subsidieverordening gemeente Veenendaal van toepassing.

Artikel 3. Doel

  • 1.

    Het stimuleren en bevorderen van (deelname aan) uiteenlopende vormen van amateurkunst in Veenendaal.

  • 2.

    Het vergroten van het culturele aanbod in Veenendaal door het stimuleren en bevorderen van extra activiteiten.

Artikel 4. Verdeelregels basissubsidie

  • 1.

    Om voor de basissubsidie in aanmerking te komen moeten tenminste twee activiteiten worden uitgevoerd.

  • 2.

    Als één of beide verplichte optredens geen doorgang vindt, wordt de basissubsidie geheel of gedeeltelijk teruggevorderd.

  • 3.

    De basissubsidie wordt direct vastgesteld.

Schema subsidies amateurkunst

Kunstdiscipline

Min. aantal leden

Basissubsidiebedrag

maximaal

Instrumentale muziek, groot

Instrumentale muziek, klein

40

15

€15.000,00 harmoniën

€500,00 overige bands

Vocale muziek: koren

15

€ 1.000,00 bij 15-40 leden

€ 1.250,00 bij 40-70 leden

€ 1.500,00 bij > 70 leden

Toneel/Muziektheater

15

€3.000,00

Overige cultuuruitingen

15

€500,00

Instellingen zonder leden

0

€ 1.500,00 Westerkerkmuziek(vast bedrag voor

afgesproken activiteiten)

€ 32.500,00 Kunstplatform (vast bedrag voor

afgesproken activiteiten)

Artikel 5. Subsidievoorwaarden aanvragen basissubsidie

1. Aanvragen voor de basissubsidie moeten worden ingediend vóór 1 mei van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode.

2. Voor het aanvragen van de jaarlijkse basissubsidie moet een volledig ingevuld aanvraagformulier worden ingediend.

3. Tegelijk met de subsidieaanvraag moet een financieel en inhoudelijk verslag van het voorgaande subsidiejaar worden ingediend waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor basissubsidie is gevraagd, hebben plaatsgevonden.

4. Een instelling die voor het eerst subsidie aanvraagt stuurt ook een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel en de oprichtingsstatuten mee met de aanvraag.

5. Van de instellingen met leden moet tenminste 50% van de leden in de gemeente Veenendaal wonen.

6. Als bij een instelling met contributie-betalende leden het ledenaantal op 1 maart van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, onder het hiervoor genoemde minimum is gekomen, wordt nog gedurende één jaar subsidie verstrekt. Als ook het volgende jaar op 1 maart het minimum aantal leden niet is bereikt, wordt de subsidierelatie per direct beëindigd en de subsidieaanvraag afgewezen.

Artikel 6. Subsidieplafond basissubsidies

1. Voor de basissubsidies geldt vanaf 2017 een subsidieplafond dat door het college wordt vastgesteld.

2. Met ingang van het jaar 2017 bedraagt het subsidieplafond voor de basissubsidies € 87.000 per kalenderjaar.  

3. Voor de verdeling van het beschikbare bedrag geldt dat - in geval het subsidieplafond bereikt is - de toe te kennen basissubsidies voor volledige aanvragen, die voor de gestelde termijn zijn ingediend met een gelijk percentage verlaagd worden, zodat budgetoverschrijding achterwege blijft.

Artikel 7. Voorwaarden projectsubsidie voor extra culturele activiteiten

  • 1.

    Een projectsubsidie geldt voor activiteiten in Veenendaal met tenminste twee of meer van de volgende kenmerken:

    • a.

      Het betreft een cultureel project, optreden of uitvoering die de reguliere activiteiten van de aanvrager overstijgt en waarvoor geen subsidie als bedoel in artikel 5 wordt verleend.

    • b.

      Het betreft een culturele activiteit die tot stand komt door samenwerking met andere culturele partijen;

    • c.

      Het betreft een culturele activiteit die uit oogpunt van welzijn of sociale cohesie wordt uitgevoerd voor en/of met specifieke doelgroepen;

    • d.

      Het betreft een culturele activiteit ter verlevendiging van het centrumgebied .

  • 2.

    Het toe te kennen bedrag voor de projectsubsidie is variabel, en bedraagt maximaal € 3.000,00 per activiteit, ook als de activiteit over meerdere dagen verspreid plaatsvindt.

  • 3.

    Aanvragen kunnen worden gedaan gedurende de periode 15 november voorafgaande aan het jaar, waarin de activiteit plaatsvindt tot uiterlijk 1 oktober van het betreffende jaar, waarin de activiteit plaatsvindt.

  • 4.

    Aanvragen kunnen worden gedaan tot tenminste 8 weken voor aanvang van de activiteit op het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier via de website;

  • 5.

    De projectaanvraag dient voorzien te worden van de volgende bijlagen: een projectomschrijving, een begroting en een dekkingsplan.

  • 6.

    Als bij de verantwoording blijkt dat een activiteit waarvoor een projectsubsidie is verleend niet is doorgegaan, moet deze subsidie worden terugbetaald.

Artikel 8. Subsidieplafond projectsubsidies en zaalhuursubsidies

1. Vanaf 2017 geldt voor projectsubsidies en zaalhuursubsidies, voortvloeiende uit de Zaalhuurregeling Amateurkunst Veenendaal’, één subsidieplafond dat door het college wordt vastgesteld.

2. Met ingang van het jaar 2017 bedraagt het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld onder lid 1

€ 60.000 per kalenderjaar.

3. Voor de verdeling van het beschikbare bedrag, als bedoeld onder lid 1, geldt de volgorde van binnenkomst van de volledige aanvraag. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 9. Weigeringsgronden basissubsidie en projectsubsidies

Onverminderd het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening gemeente Veenendaal en ondanks dat wordt voldaan aan de criteria vermeld in deze regeling, kan een subsidie worden geweigerd als:

- de activiteit tot de (subsidie)verantwoordelijkheid van andere overheden behoort;

- de activiteit een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter heeft;

- de activiteit uitsluitend is gericht op specifieke doelgroepen, zoals scholieren of studenten binnen één bepaalde onderwijsinstelling en/of het karakter heeft van een feest of receptie;

- de activiteit een commercieel doel of belang dient;

- de activiteit ook zonder gemeentelijke subsidie doorgang kan vinden;

- het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 10. Overgangsbepalingen en slotbepalingen

1. In alle gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het college.

2. Het college kan haar bevoegdheid ten aanzien van de uitvoering van deze regeling (gedeeltelijk) mandateren.

3. De regeling treedt in werking op 1 januari 2017.

4. Met de inwerkingtreding van deze regeling vervalt de regeling Nadere Regels Amateurkunst, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 13 december 2011.

Ondertekening

Veenendaal, 3 november 2015

Burgemeester en wethouders van Veenendaal,

De secretaris,

Mevrouw drs. A.P.W. van de Klift

de voorzitter,

de heer mr. A.W. Kolff