Regeling vervallen per 27-05-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent financieel beleid en beheer (Financiële verordening gemeente Veenendaal)

Geldend van 29-12-2017 t/m 26-05-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent financieel beleid en beheer (Financiële verordening gemeente Veenendaal)

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2009, nummer 2009.00025

overwegende dat

de huidige verordening gemoderniseerd dient te worden;

gelet op

artikel 212 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening financieel beleid en beheer en inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Veenendaal.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Veenendaal en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 2a Planning en controlcyclus

Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de Kadernota, de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de taakvelden aan de programma’s.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 3a Kaders begroting

  • 1. Het college biedt in de loop van het begrotingsjaar een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de tussentijdse rapportage en de jaarstukken.

  • 2. De uiterste datum voor aanbieding van deze nota aan de raad en vaststelling door de raad wordt jaarlijks vastgelegd in de planning & controlcyclus.

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het college voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 5 Tussentijdse rapportages

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2. Het college biedt minimaal twee tussenrapportages per jaar aan de raad aan, op de tijdstippen zoals vastgelegd in de planning & controlcyclus.

  • 3. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de baten en lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van:

    • a.

      inkomsten uit de algemene uitkering;

    • b.

      de rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt;

    • c.

      resultaten uit grondexploitatie;

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 6 Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Het college biedt periodiek een (bijgestelde) nota afschrijving en activabeleid aan de raad aan.

  • 2. In deze nota wordt in ieder geval ingegaan op de te hanteren afschrijvingstermijnen van de materiele vaste activa en de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling.

  • 3. De raad stelt de nota vast binnen 3 maanden nadat deze is aangeboden.

Artikel 7 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden alleen die kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij het bepalen van de in lid 1 genoemde kostprijs worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het saldo van de rente van de opgenomen geldleningen, de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen en de rente van de uitgezette geldleningen te delen door het totaalbedrag van de vaste activa.

  • 4. De kosten van overhead worden verdeeld op basis van personele inzet (capaciteit).

Artikel 8 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten en afvalstoffenheffing.

  • 2. Bij de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en jaarrekening geeft het college de uitgangspunten voor het beleid ten aanzien van prijzen van gemeentelijke diensten.

Artikel 9 Financieringsfunctie

  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • a.

      derivaten worden niet gebruikt;

    • b.

      voor het aantrekken van financieringen worden tenminste drie prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

    • c.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro.

  • 3. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofd van de publieke taak bedingt het college zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

Artikel 9a Grondbeleid

  • 1. Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      De strategische visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting;

    • b.

      Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert;

    • c.

      De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondexploitatie in relatie tot de risico's van de grondexploitatie.

    De raad stelt de nota vast binnen 3 maanden nadat de nota is ingediend.

  • 2. Het college biedt jaarlijks een voortgangsrapportage aan waarin aandacht wordt besteed aan:

    • a.

      het grondbeleid in relatie tot de realisering van de doelstellingen;

    • b.

      per complex de financiële en inhoudelijke verslaglegging van het afgelopen jaar en de herziening van de lopende grondexploitaties per 1 januari, inclusief risicoanalyse en beheersmaatregelen;

    • c.

      een onderbouwing van de geraamde winstneming;

    • d.

      de reserve voor grondexploitatie in relatie tot de risico’s van de grondexploitatie.

Artikel 9b Reserves en voorzieningen

  • 1. Bij het voorstel voor het instellen van een nieuwe bestemmingsreserve of voorziening wordt minimaal de grondslag aangegeven en een plan voor toevoegingen en onttrekkingen.

  • 2. Het plan voor toevoegingen en onttrekkingen wordt jaarlijks beoordeeld.

  • 3. Een bestemmingsreserve heeft bij vorming een minimale omvang van € 25.000,- voor een éénmalige onttrekking en € 100.000,- voor een meerjarige onttrekking.’

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 10 Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, enzovoorts;

    • c.

      het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 11 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 13 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten.

Artikel 13a Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. De ‘Verordening financieel beleid en beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Veenendaal’ vastgesteld door de raad op 11 december 2003 wordt ingetrokken op het moment dat de verordening in lid 2 in werking treedt.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald als Financiële verordening gemeente Veenendaal.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 december 2009,
de heer drs. P.W. Bannink - raadsgriffier
de heer mr. T. Elzenga - voorzitter