Regeling vervallen per 01-04-2020

Algemene subsidieverordening 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-03-2020

Intitulé

Algemene subsidieverordening 2013

De gemeenteraad der gemeente Veere

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 december 2012,

besluit vast te stellen de Algemene Subsidieverordening Veere 2013.

Afdeling 1

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

aanvrager

een rechtspersoon, met volledige rechtsbevoegdheid, die zich zonder winstoogmerk als hoofddoel stelt de behartiging van de belangen op één of meer programma’s waarvoor deze verordening van toepassing is, met uitzondering van openbare lichamen die zijn ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke Regelingen.

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen voor de toepassing van deze verordening een natuurlijk persoon of een groep natuurlijke personen gelijkstellen met een aanvrager

activiteitenplan

een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, alsmede de relatie van de activiteiten met het gemeentelijk beleid

grondslagen

is hetgeen waarop de subsidieverlening is gebaseerd

instelling

elke organisatie, niet zijnde een publiekrechtelijke instantie, die zich zonder winstoogmerk het uitvoeren van een of meer activiteiten ten doel stelt waarvan het college van burgemeester en wethouders de ideële of materiële waarde voor de Veerse bevolking erkent

jaar

kalenderjaar

productbegroting

een overzicht van de voor het boekjaar geraamde inkomsten en uitgaven van alle producten afzonderlijk, waarin begrepen zijn alle vaste en variabele kosten van een jaar.

programma

een raadsprogramma, waarin de gemeenteraad politieke kaders stelt aan het college van burgemeester en wethouders

publiekrechtelijke instanties

zijn bestuursorganen en publiekrechtelijke rechtspersonen zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht

reserve

algemene reserve: een gedeelte van het eigen vermogen dat vrij ingezet kan worden als buffer voor exploitatierisico’s;

bestemmingsreserve: een gedeelte van het eigen vermogen waaraan door het bestuur al een bestemming is gegeven. Het bestuur kan nog beslissen een andere bestemming aan deze reserves te geven.

voorziening

Een voorziening is een onderdeel van het vreemd vermogen. Een voorziening wordt gevormd voor toekomstige verplichtingen waarvan het exacte tijdstip en/of omvang nog niet bekend zijn, maar wel redelijk zijn in te schatten. Er is een oorzakelijk verband met gebeurtenissen in de periode voorafgaand aan de datum waarop de voorziening op de balans wordt opgenomen. Een voorziening kan alleen gebruikt worden voor datgene waarvoor het oorspronkelijk is bedoeld.

subsidie

een subsidie als bedoeld in artikel 4.21 van de Algemene wet bestuursrecht, is een aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten

subsidieplafond

het jaarlijks door de gemeenteraad vastgestelde bedrag dat ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies

subsidies, incidentele

een subsidie voor (een) bepaalde activiteit(en) die een eenmalig karakter dragen

subsidies, structurele

een subsidie voor jaarlijks terugkerende activiteiten

uitvoeringsbesluit

een door het college genomen besluit waarin nadere uitvoering wordt gegeven aan deze verordening

uitvoeringsovereenkomst

een schriftelijke overeenkomst tussen de subsidieontvanger en subsidieverstrekker. In de uitvoeringsovereenkomst worden de prestaties in een bepaald tijdvak die door de subsidieontvanger zullen worden gerealiseerd, nader uitgewerkt

de verordening

de Algemene Subsidieverordening Veere

de Wet

de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Voor zover overige Wet - en regelgeving niet anders bepaald, is deze verordening van toepassing op subsidies die betrekking hebben op de volgende programma’s:

woongebied, buitengebied, leren en leven, sociale voorzieningen, zorg, veiligheid, milieu, economische zaken, openbare ruimte, cultuur, bestuur en financiële middelen en overige door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen programma’s.

Artikel 3 Bevoegdheidsverdeling

  • 1. Subsidie wordt door het college verleend en vastgesteld op grond van deze door de raad vastgestelde verordening.

  • 2. Het college beschikt op de aanvraag om subsidie met inachtneming van het terzake vastgestelde beleid.

  • 3. Het college is bevoegd ter uitvoering van een besluit tot subsidieverlening met de subsidieontvanger een overeenkomst te sluiten, de zogenaamde uitvoeringsovereenkomst.

  • 4. Het college is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere regels te stellen.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de begroting vast, waarin maximum bedragen zijn opgenomen voor het subsidieplafond per programma en verwijst voor de verdeling daarvan naar de criteria als vastgesteld in het beleid.

  • 2. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat de gemeenteraad de begroting goedkeurt.

Hoofdstuk 3 Vormen van subsidie en grondslagen

Paragraaf 1 Vormen subsidie

Artikel 5 subsidievormen

Subsidies kunnen bestaan in de volgende vormen:

a. incidentele en structurele waarderingssubsidie

b. incidentele en structurele budgetsubsidie categorie A

c. budgetsubsidie categorie B

d. budgetsubsidie categorie C

Artikel 6 Waarderingssubsidie

Een waarderingssubsidie is een subsidie die wordt verleend van € 250 tot maximaal € 2.500 per jaar, als waardering voor een organisatie of activiteit die bijdraagt aan de doelen als genoemd in de betreffende beleidsregels, ongeacht de feitelijke kosten van de organisatie of de activiteit.

Artikel 7 Budgetsubsidie categorie A

Een budgetsubsidie categorie A is een subsidie die wordt verleend van minimaal € 250 tot maximaal € 25.000 per jaar en is bedoeld voor: vernieuwende en/of structurele activiteiten die bijdragen tot de realisatie van de beleidsnota’s en beleidsregels van de gemeente Veere.

Artikel 8a Budgetsubsidie categorie B

Een budgetsubsidie categorie B is een subsidie die wordt verleend van minimaal € 25.000 per jaar en is bedoeld voor: vernieuwende en/of structurele activiteiten die bijdragen tot de realisatie van de beleidsnota’s en beleidsregels van de gemeente Veere door professionele instellingen. Dit zijn instellingen die beroepskrachten in dienst hebben.

Artikel 8b Budgetsubsidie categorie C

Categorie C is een subsidie die wordt verleend van minimaal €25.000 tot maximaal €50.000 per initiatief en is bedoeld voor stimuleren van maatschappelijke intitatieven om de komen tot “meer samenleving minder overheid” welke getoetst worden aan de nadere regels “Leefbaarheidsbijdrage”

Paragraaf 2 grondslagen voor de berekening van het subsidiebedrag

Artikel 9 Berekening van Waarderingssubsidie

De berekening van een waarderingssubsidie is gebaseerd op:

a. de beleidsnota’s en beleidsregels van de Gemeente Veere;

b. de subsidieaanvraag, en

c. de subsidieplafonds.

Artikel 10 Berekening van budgetsubsidie categorie A

  • 1. De berekening van een budgetsubsidie categorie A is gebaseerd op:

  • a. de beleidsnota’s en beleidsregels van de Gemeente Veere;

  • b. de kosten van de activiteiten, zoals opgenomen in de begroting, en de subsidieplafonds

  • 2. Indien in het eerste lid, onder b, vermelde niet mogelijk is dan wordt onderzocht of subsidiëring op basis van kosten aan de hand van een exploitatiebegroting aan de orde kan zijn.

Artikel 11 Berekening van budgetsubsidie categorie B

  • 1. De berekening van een budgetsubsidie categorie B is gebaseerd op: a. de beleidsnota’s en beleidregels van de Gemeente Veere; b activiteiten en/of prestaties, en de subsidieplafonds.

  • 2. Indien in het eerste lid, onder b, vermelde niet mogelijk is dan wordt bekeken of subsidiëring op basis van kosten aan de hand van een exploitatiebegroting aan de orde kan zijn.

  • 3. Bij subsidiëring op basis van activiteiten/prestaties wordt de hoogte van de subsidie bepaald door de activiteiten die zijn opgenomen in een activiteitenplan; danwel het product van het aantal prestaties en een bedrag per prestatie zoals de gemeente en de instelling overeenkomen.

  • 4. Bij subsidiëring op basis van kosten kan de hoogte van een subsidie bepaald worden aan de hand van een exploitatiebegroting van de subsidiabele activiteiten

  • 5. Bij subsidiëring op basis van kosten kan het college van burgemeesters en wethouders in de beschikking tot subsidieverlening per kostensoort de maximale hoogte van de subsidie bepalen. Daarbij wordt, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, onderscheiden: a. personeelskosten; b. huisvestingskosten; c. organisatiekosten; d. activiteitenkosten; e. overige kosten

  • 6. Het college van burgemeester en wethouders kan vaststellen welk percentage van de subsidie verkregen voor een bepaalde kostensoort, de subsidieontvangers mag aanwenden voor een andere kostensoort;

  • 7. Het college geeft in de subsidiebeschikking aan welke grondslag van toepassing is.

Hoofdstuk 4 Aanvraag van de subsidie

Artikel 12 Subsidieaanvraag incidentele en structurele waarderingssubsidie

  • 1. Een aanvraag voor een structurele waarderingssubsidie moet vóór 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd worden ingediend.

  • 2. Een structurele waarderingssubsidie kan voor vier jaar verleend worden. Als het een eerste aanvraag betreft, wordt deze voor één jaar verleend.

  • 3. Voor zover de aanvraag een incidentele waarderingssubsidie betreft dient de aanvrager ten minste dertien weken voor de aanvang van de geplande activiteit een aanvraag voor subsidie in te dienen.

  • 4. Bij een aanvraag betreffende een waarderingssubsidie moet het volgende worden verstrekt: a. een activiteitenplan; b. inkomsten en uitgaven die met de activiteiten samenhangen: een begroting; c. voor zover van toepassing datum en plaats van uitvoering; d. voor zover van toepassing aantal te verwachten deelnemers, en e. indien een aanvraagformulier voor een bepaalde subsidie is vastgesteld door het college, dient dit in plaats van de bovenstaande bescheiden te worden gehanteerd.

Artikel 13 Subsidieaanvraag incidentele en structurele budgetsubsidie categorie A

Een aanvraag voor een structurele budgetsubsidie categorie A moet vóór 1 mei van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd worden ingediend.

Voor een incidentele budgetsubsidie categorie A moet aanvrager ten minste dertien weken voor de aanvang van de activiteiten een aanvraag voor subsidie indienen.

Bij een aanvraag tot een maximumbedrag van € 2.500 zijn de bepalingen uit artikel 12 lid 4a tot en met e van deze verordening van toepassing

Bij een aanvraag betreffende een budgetsubsidie categorie A moet in ieder geval worden verstrekt: a. een activiteitenplan; b. inkomsten en uitgaven die met de activiteiten samenhangen: een begroting; c. de balans van activa en passiva op de laatste dag van het laatst voorafgaande boekjaar; d. voor zover van toepassing datum en plaats van uitvoering; e. voor zover van toepassing aantal te verwachten deelnemers; f. als een instelling al een budgetsubsidie ontvangt redenen waarom de budgetsubsidie onvoldoende ruimte biedt, en g. indien daar om verzocht wordt een overzicht waarin de activiteiten ten behoeve van de gemeente Veere gespecificeerd worden.

Artikel 14 Subsidieaanvraag budgetsubsidie categorie B

  • 1. Een aanvraag voor een budgetsubsidie categorie B moet worden ingediend voor 1 mei van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd worden ingediend.

  • 2. De subsidie aanvrager maakt voor 1 februari van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarin het tijdvak ingaat dat opgenomen is in het productbegroting, kenbaar als zij voorziet dat zij een substantieel grotere subsidieaanvraag zal indienen dan het jaar daarvoor.

  • 3. Een aanvraag voor een budgetsubsidie moet vergezeld gaan van: a. een productbegroting; b. een rekening en verantwoording over de in de productenbegroting opgenomen producten van het afgelopen boekjaar, als in dat jaar subsidie werd ontvangen van de gemeente; c. een verslag van de producten in het afgelopen boekjaar als in dat jaar subsidie werd ontvangen van de gemeente; d. de balans van activa en passiva op de laatste dag van het laatst voorafgaande boekjaar, en e. indien daar om verzocht wordt een overzicht waarin de activiteiten ten behoeve van de gemeente Veere gespecificeerd worden.

Artikel 15 Subsidieaanvraag, aanvullende bepalingen

  • Onverminderd het bepaalde in de artikelen 14 tot en met 16 van de Verordening zijn de volgende bepalingen van kracht:

    • 1.

      Bij een eerste aanvraag om subsidie door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid moet een oprichtingsakte, inclusief de statuten worden overlegd.

    • 2.

      Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer bestuursorganen en/ of fondsen, doet hij daarvan mededeling onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

    • 3.

      Het college kan bepalen dat een of meer van de stukken zoals verzameld in de artikelen 14 tot en met 16 van de Verordening niet verstrekt hoeven te worden, als redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat de aanvraag met deze stukken vergezeld gaat of dat de stukken niet bijdragen aan het inzicht.

Artikel 16 Beslistermijnen met betrekking tot aanvragen

Het college beslist op een aanvraag voor een structurele waarderingssubsidie, structurele budgetsubsidie categorie A en een budgetsubsidie categorie B na de behandeling van de gemeentebegroting maar vóór 1 januari van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Het college beslist op een aanvraag voor een incidentele waarderingssubsidie en een incidentele budgetsubsidie categorie A binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

Hoofdstuk 5 Weigering van de subsidie

Artikel 17 Weigeringsgronden

Een aanvraag om subsidie kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van in de Wet genoemde gevallen ondermeer geweigerd worden in de volgende gevallen:

a. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met (internationale) wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde.

b. de activiteiten van de instelling strijdig zijn met de op grond van internationale verdragen algemeen erkende rechten van de mens.

c. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd zich niet in hoofdzaak richten op de gemeente Veere dan wel niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente.

d. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitsluitend of overwegend gericht zijn op het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard.

e. de aanvrager haar activiteiten niet open heeft gesteld voor alle groeperingen zonder onderscheid naar ras, land van herkomst, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

f. de aanvrager de activiteit(en) met winstoogmerk verricht.

g. de aanvrager geen instelling is, noch daaraan is gelijkgesteld door het college van burgemeester en wethouders ingevolge artikel 1 van de Verordening.

h. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden beschikt om de prestaties te leveren hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden.

i. de aanvrager activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd wil leveren die niet passen binnen het beleid van de gemeente.

j. Als de aanvrager al een budgetsubsidie categorie B ontvangt kan alleen een budgetsubsidie categorie A of een waarderingsubsidie verleend worden indien de activiteit plaats zal vinden bovenop de bestaande activiteiten.

Hoofdstuk 6 Verlening van de subsidie

Artikel 18 Subsidieverlening

  • 1. Tenzij in deze verordening anders is aangegeven gaat aan een besluit tot subsidievaststelling een besluit tot subsidieverlening vooraf.

  • 2. Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende bepalingen opnemen met betrekking tot (financiële) tussentijdse verslaglegging en/of verslaglegging binnen een bepaalde termijn na afloop van een activiteit/investering.

  • 3. Bij verlening van een budgetsubsidie categorie B kan een daarbij behorende uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten.

  • 4. Het college overlegt met de ontvanger van een budgetsubsidie categorie B over de realisatie van de prestatieafspraken.

Artikel 19 Duur van de subsidie

  • 1. Subsidies worden in principe verleend voor de duur van een jaar.

  • 2. Indien het college voor een langere periode dan een jaar subsidie verleent, geeft het in de subsidiebeschikking aan voor welke periode dit geldt en op welke wijze het subsidiebedrag over de periode is uitgesplitst dan wel op welke wijze het toegekende bedrag jaarlijks geïndexeerd wordt.

Hoofdstuk 7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 20 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Bij de subsidieverlening op grond van deze verordening kan het college de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan vermeld in artikel 4:37 van de Wet opleggen.

  • 2. Het college kan, naast de in het eerste lid genoemde verplichtingen, bijvoorbeeld de volgende verplichtingen opleggen a. de subsidieontvanger dient er zorg voor te dragen dat, waar de activiteiten worden uitgeoefend in een ruimtelijke voorziening, deze mede bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is voor lichamelijk gehandicapten, tenzij een voorschrift zich hiertegen verzet; b. de subsidieontvanger dient, wanneer hij een instelling of vereniging is, op zodanige wijze georganiseerd te zijn, dat zijn personeel en de vrijwilligers, alsmede degenen ten behoeve van wie hij activiteiten organiseert, in de gelegenheid zijn invloed uit te oefenen op het beleid van de aanvrager.

Hoofdstuk 8 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 21 Aanvraag tot subsidievaststelling

De subsidieontvanger dient binnen vier maanden na afloop van de activiteiten of na afloop van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag in tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 4:44 van de Wet, tenzij bij de subsidieverlening een andere termijn is gesteld.

Artikel 22 Gegevens bij de aanvraag tot vaststelling budgetsubsidie categorie A

  • 1. Bij een aanvraag om vaststelling van een budgetsubsidie categorie A dienen de gegevens te worden overlegd zoals bedoeld in de Wet.

  • 2. Met inachtneming van artikel 4:78 lid 5 van de Wet wordt vrijstelling verleend voor het indienen van de accountantsverklaring, tenzij dit bij subsidieverlening anders is bepaald.

Artikel 23 Gegevens bij de aanvraag tot vaststelling budgetsubsidie categorie B

Bij een aanvraag om vaststelling van een budgetsubsidie categorie B dienen de gegevens te worden overlegd zoals bedoeld in de Wet.

Artikel 24 Beslistermijnen voor vaststelling

Het college stelt de subsidie vast binnen drie maanden nadat de aanvraag daartoe is ontvangen.

Het college kan haar beslissing met ten hoogste drie maanden verdagen. Een besluit tot verdaging wordt schriftelijk medegedeeld aan de subsidieontvanger die de aanvraag tot vaststelling heeft ingediend. Daarbij wordt de reden vermeld, en de termijn waarbinnen de beslissing tegemoet kan worden gezien.

Artikel 25 Vaststelling van de waarderingssubsidie

  • 1. Het college stelt waarderingssubsidies gelijktijdig vast met de verlening.

  • 2. Het college kan de subsidievaststelling achteraf intrekken of lager vaststellen op basis van de Wet.

Artikel 26 Vaststelling van de budgetsubsidie categorie A en B

  • 1. Buiten de gronden voor het lager vaststellen van de subsidie zoals omschreven in artikel 4:46 van de Wet kan het college de subsidie lager vaststellen op basis van het tweede, vijfde of zesde lid van deze bepaling.

  • 2. Als de instelling de in de beschikking en/of uitvoeringsovereenkomst tot subsidieverlening aangegeven activiteiten en/of door het college bepaalde resultaten realiseert tegen een lager bedrag dan in de beschikking en/of uitvoeringsovereenkomst is aangegeven, wordt de subsidie vastgesteld op basis van dit lagere bedrag.

  • 3. Als de instelling de in de beschikking en/of uitvoeringsovereenkomst tot subsidieverlening aangegeven activiteiten en/of door het college bepaalde resultaten realiseert tegen een hoger bedrag dan in die beschikking en/of uitvoeringsovereenkomst is aangegeven, wordt bij de vaststelling van de subsidie uitgegaan van het bij de verlening aangegeven bedrag.

  • 4. Als de instelling meer activiteiten en/of andere resultaten realiseert dan is overeengekomen in de beschikking en/of uitvoeringsovereenkomst leidt dit bij de vaststelling niet tot een hoger bedrag dan bij de verlening is aangegeven

  • 5. Als de instelling kwantitatief of kwalitatief minder activiteiten en/of resultaten realiseert dan is overeengekomen in de beschikking en/of uitvoeringsovereenkomst kan bij de subsidievaststelling een evenredige korting worden toegepast.

  • 6. Als de instelling naar het oordeel van het college naar aard en hoedanigheid andere activiteiten en/of andere resultaten realiseert dan overeengekomen in de beschikkingen en/of uitvoeringsovereenkomst, kan bij de subsidievaststelling een evenredige korting worden toegepast.

  • 7. Indien de instelling geld gebruikt voor activiteiten die onder een andere kostendrager vallen, kan bij de subsidievaststelling een evenredige korting worden toegepast.

  • 8. Indien de instelling schulden fingeert of moedwillig veroorzaakt, zonder dat daar een bevredigende verklaring voor wordt verkregen, kan bij de subsidievaststelling een evenredige korting worden toegepast.

Hoofdstuk 9 Uitbetaling, verrekening, vermogensheffing

Artikel 27 Uitbetaling

  • 1. Structurele waarderingssubsidies worden uitbetaald in maart van het betreffende subsidiejaar.

  • 2. Structurele budgetsubsidies categorie A en B kunnen 100% bevoorschot worden.

  • 3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

  • 4. Een structurele budgetsubsidie categorie A van € 10.000 tot € 25.000 wordt in vier termijnen, één termijn in iedere eerste maand van ieder kwartaal, bevoorschot.

  • 5. Een structurele budgetsubsidie categorie B van € 25.000 of meer wordt in 12 maandelijkse termijnen bevoorschot

  • 6. Het college kan per aanvraag besluiten gemotiveerd af te wijken van de in dit artikel genoemde uitbetalingstermijnen bijvoorbeeld indien bijzondere omstandigheden zich voordoen.

  • 7. Indien de subsidieverlening tot stand is gekomen met rijksgelden, zal de definitieve afrekening plaatsvinden nadat het college van burgemeester en wethouders daartoe bericht heeft ontvangen van de betreffende instantie.

Artikel 28 Verrekening

Onverschuldigd betaalde subsidies of voorschotten kunnen worden verrekend met subsidies of voorschotten voor een volgend tijdvak.

Artikel 29 Reservevorming door budgetsubsidie categorie A en budgetsubsidie categorie B

  • 1. De algemene reserve mag niet meer bedragen dan: a. 20% van de totale jaarlasten van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd bij budgetsubsidies categorie A; b. 10% van de totale jaarlasten van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd bij budgetsubsidies categorie B; c. bij instellingen die naast subsidie van de gemeente Veere, subsidie ontvangen van minimaal één andere gemeente kan de maximale hoogte van de toegestane algemene reserve worden vastgesteld in afstemming met de andere subsidiërende gemeenten; d. het college kan per aanvraag besluiten gemotiveerd af te wijken van de in dit artikel genoemde maxima voor de algemene reserve, bijvoorbeeld indien bijzondere omstandigheden zich voordoen.

  • 2. Indien in enig jaar de hoogte van de algemene reserve van de instellingen bedoeld in het eerste lid van dit artikel het toegestane maximum overschrijdt, kan het meerdere teruggevorderd worden bij de vaststelling van het subsidiebedrag.

  • 3. Bestemmingsreserves zijn toegestaan, maar dienen te worden goedgekeurd door het college. Het verzoek om toestemming wordt gemotiveerd, tezamen met de jaarrekening ingediend.

  • 4. Voor de onontkoombare verplichtingen dienen instellingen voorzieningen op te nemen. Deze worden zichtbaar gemaakt in een voorzieningenplan, die zij tezamen met de begroting indienen.

Hoofdstuk 10 Overige bepalingen

Artikel 30 Evaluatie

er kan periodiek een evaluatie plaatsvinden

Artikel 31 Administratieve verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan.

  • 2. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende zeven jaren bewaard

  • 3. Het boekjaar dient samen te vallen met het kalenderjaar, tenzij dit bij de subsidieverlening anders is bepaald.

Artikel 32 Meldingsplicht bij wijziging omstandigheden

  • 1. Wanneer de subsidieontvanger de prestaties, activiteiten of investeringen waarvoor de subsidie is verleend niet kan realiseren of anderszins niet kan voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, is hij verplicht het college hiervan direct in kennis te stellen.

  • 2. Een instelling die een subsidie heeft aangevraagd of waaraan een subsidie is verleend, doet zo spoedig mogelijk mededeling aan het college van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de beslissing op de aanvraag dan wel een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.

Artikel 33 Zorgvuldig beheer en verzekeringsplicht

  • 1. De instelling beheert de tot haar beschikking staande middelen zorgvuldig en treft maatregelen ter voorkoming van vermogensschade.

  • 2. De instelling is verplicht haar roerende en onroerende zaken te verzekeren en verzekerd te houden tegen de schade van brand, storm en inbraak.

  • 3. De instelling is verplicht het bij haar in dienst zijnde personeel en de voor haar werkzame vrijwilligers gedurende de tijd dat dezen voor haar werkzaam zijn, te verzekeren tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid.

  • 4. Het college kan van het bepaalde in het tweede en derde lid vrijstelling verlenen, als de naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd.

Artikel 34 Vervreemdingen, vermogenrechtelijke handelingen, ontbinding en fusie.

  • 1. De bepalingen uit artikel 4:71 van de Wet zijn van toepassing

  • 2. Voor zover een batig liquidatiesaldo mede door het verstrekken van subsidie is gevormd, kan het college terugstorting van dit saldo in de gemeentekas verlangen tot het totale bedrag dat aan subsidie is verstrekt.

Artikel 35 Medewerking gemeentelijk onderzoek

Een subsidie-ontvangende instelling dient mee te werken aan een door of namens de gemeente ingesteld onderzoek dat is gericht op het verkrijgen van inlichtingen ten behoeve van de ontwikkeling van beleid.

Artikel 36 Informatieplicht

De subsidie-ontvangende instelling is gehouden, aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, inzage te verstrekken in de administratie alsmede aan hen alle inlichtingen te verstrekken die voor de subsidievaststelling en subsidieverlening van belang zijn.

Artikel 37 Hardheidsclausule

Het college kan op grond van bijzondere omstandigheden een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Artikel 38 Zaken waarin de verordening niet voorziet

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 39 Overgangsbepaling

Aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2013 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Veere 2005.

Artikel 40 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013 onder gelijktijdige intrekking van de Algemene Subsidieverordening Veere 2005.

Artikel 41 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Subsidieverordening Veere 2013

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Veere,
gehouden op 13 december 2012.
De griffier, De voorzitter,