Regeling vervallen per 31-12-2020

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2020.

Geldend van 01-01-2020 t/m 30-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2020.

De raad van de gemeente Veere;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2020.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaat onder:

- begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen te Aagtekerke, Biggekerke, Domburg, Gapinge, Grijpskerke, Koudekerke, Meliskerke, Oostkapelle, Serooskerke, Veere/Zanddijk, Vrouwenpolder, Westkapelle en Zoutelande;

- eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

10 het doen begraven en begraven houden van lijken;

20 het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het begraven van lijken;

- eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

- urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

- asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

- verstrooiingsplaats: de door de houder aangewezen plaats waarop as mag worden verstrooid;

- grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

- gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

- beheerder: de ambtenaar van de afdeling beheer en onderhoud die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

- rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht op een eigen graf is verleend;

- gebruiker: degene in wiens opdracht begraven is in een algemeen graf, dan wel degene, die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

- columbarium: een urnenmuur met nissen voor het bijzetten van asbussen met of zonder urn

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5. Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

De rechten als bedoeld in de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld

De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Overgangsrecht

De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2019", vastgesteld bij besluit van 13 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2020".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2019.

De voorzitter,

De griffier,

BijlageTarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2020

Hoofdstuk 1. Verlenen van rechten

2020

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf bestemd voor één begraving van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 1.106,00

1.1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf bestemd voor één begraving van een kind beneden 12 jaar wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 553,00

1.1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf bestemd voor één begraving van een kind beneden 1 jaar wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 276,50

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op twee graven bestemd voor twee begravingen boven elkaar wordt geheven voor een periode van 20 jaar.

€ 2.213,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 330,00

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een nis in een columbarium voor de bijzetting van maximaal 3 asbussen voor een periode van 5 jaar.

€ 346,50

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een nis in een columbarium voor de bijzetting van maximaal 3 asbussen voor een periode van 10 jaar.

€ 693,00

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt geheven

€ 551,00

1.6.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1 met 10 jaar wordt geheven

€ 275,50

1.6.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.2 met 10 jaar wordt geheven

€ 137,50

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaar wordt geheven

€ 1.103,00

1.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt geheven

€ 168,00

1.9

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4 met 5 jaar wordt geheven

€ 346,50

1.10

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.5 met 10 jaar wordt geheven

€ 693,00

Hoofdstuk 2. Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 1.882,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

€ 941,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 470,50

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1,

2.2 en 2.3 verhoogd met 10%

2.5

Onder gewone uren wordt verstaan:

a. maandag tot en met vrijdag van 10.00 uur tot 15.00 uur

b. zaterdag van 10.00 uur tot 12.00 uur, echter alleen indien het de eerste dag voor Pasen of Pinksteren of voor of na Kerstmis betreft.

 

Hoofdstuk 3. Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1

op of in een leeg graf, met of zonder grafgedenkteken

€ 1.882,00

3.1.2

op een urnengraf

€ 330,00

3.1.3

in een urnengraf

€ 660,00

3.1.4

in een graf of een urnengraf, de tweede bijzetting

€ 330,00

3.2

Voor het bijzetten op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 3.1.1 tot en met 3.1.4 verhoogd met 10%

3.3

Onder gewone uren wordt verstaan de uren als genoemd in 2.5

Hoofdstuk 4. Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van een grafbedekking wordt geheven

€ 78,00

4.1.1

Wordt de vergunning als bedoeld in artikel 4.1 geacht te zijn afgegeven op basis van een melding dan is de vergunning vrijgesteld van leges

4.2

Indien de vergunning wordt afgegeven ten behoeve van een graf waarin de laatste begraving heeft plaatsgevonden na 31 december 1996 en voor 1 januari 2004, wordt voor het onderhoud van het grafgedenkteken geheven voor een periode van 20 jaar

€ 1.106,00

4.3

Indien de vergunning wordt afgegeven ten behoeve van een urnengraf waarin de laatste bijzetting heeft plaatsgevonden na 31 december 1996 en voor 1 januari 2004, wordt voor het onderhoud van het grafgedenkteken geheven voor een periode van 20 jaar

€ 330,00

4.4

Voor het onderhoud van een grafgedenkteken op een algemeen graf uitgegeven na 31 maart 1998 wordt na de uitgiftetermijn van 20 jaar geheven:

4.4.1

Voor de eerste periode van 10 jaar

€ 545,00

4.4.2

Voor de tweede periode van 10 jaar

€ 545,00

4.5

Voor het onderhoud van een grafgedenkteken op een algemeen urnengraf uitgegeven na 31 maart 1998 wordt na de uitgiftetermijn van 20 jaar geheven:

4.5.1

Voor de eerste periode van 10 jaar

€ 188,50

4.5.2

Voor de tweede periode van 10 jaar

€ 188,50

Hoofdstuk 5. Inschrijven en overboeking van eigen graven

Vervallen

Hoofdstuk 6. Opgraven, ruimen, verstrooien

6.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

€ 2.213,00

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

€ 1.882,00

6.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

€ 1.882,00

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

€ 330,00

6.5

Worden de werkzaamheden bedoeld in de artikelen 6.1, 6.2, 6.3 en 6.4 uitgevoerd door een daartoe gespecialiseerde bedrijf dan worden de werkelijke kosten geheven.

6.6

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

6.6.1

Op een verstrooiingsplaats

€ 110,50

6.7

Voor het Verstrooien op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 6.6

verhoogd met 10%

Behorende bij het raadsbesluit van 18 december 2019.

De griffier van de gemeente Veere,