Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden houdende regels omtrent het cafetariamodel Regeling cafetariamodel 2017

Geldend van 21-12-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden houdende regels omtrent het cafetariamodel Regeling cafetariamodel 2017

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Haaglanden;

gelet op het bepaalde in het tweede lid van artikel 26 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden 2016;

mede gelet op het bepaalde in de artikelen 12:2 en 19:23 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden en de artikelen 4:13 en 4:21 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Ambulancezorg;

mede gelet op artikel 125 Ambtenarenwet;

mede gelet op het advies van de Commissie voor het Georganiseerd Overleg;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende regeling:

Regeling cafetariamodel 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1

Deze regeling verstaat onder:

a. ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 9b:4 en artikel 9b:26 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden, de ambtenaar die is aangesteld als vrijwilliger als bedoeld in hoofdstuk 19 van de arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden alsmede de ambtenaar werkzaam bij de Meldkamer ambulancezorg onder vigeur van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Ambulancezorg;

b. bronnen: arbeidsvoorwaarden als genoemd in artikel 5:1 van deze regeling;

c. doelen: bestedingsmogelijkheden als genoemd in artikel 6:1 van deze regeling.

Hoofdstuk 2 Aanvraag

Artikel 2:1

De ambtenaar heeft de mogelijkheid de in deze regeling vermelde bronnen in te ruilen tegen een of meer in deze regeling vermelde doelen.

Artikel 2:2

De ambtenaar die van deze mogelijkheid gebruik wil maken dient daartoe een aanvraag in.

Artikel 2:3

De ambtenaar maakt bij zijn aanvraag gebruik van de daarvoor bestemde formulieren.

Artikel 2:4

De aanvraag bevat in ieder geval een keuze uit één bron en één doel.

Artikel 2:5

Het bestuur beslist schriftelijk binnen vier weken na indiening van de aanvraag.

Artikel 2:6

Het bestuur kent de aanvraag toe tenzij de geldende fiscale bepalingen of een zwaarwegend dienstbelang zich hiertegen verzet.

Hoofdstuk 3 Voorwaarden

Artikel 3:1

Een door de ambtenaar gemaakte keuze is bindend voor het betreffende kalenderjaar en kan niet worden herroepen of gewijzigd.

Artikel 3:2

De ambtenaar kan geen tegenstrijdige keuzes maken.

Artikel 3:3

Bronnen kunnen slechts voor doelen worden ingezet zolang zij nog niet zijn genoten of uitbetaald.

Artikel 3:4

Door een ambtenaar aangewezen bronnen worden gereserveerd tot het moment waarop het door de ambtenaar gekozen doel is gerealiseerd en aan de fiscale eisen is voldaan.

Artikel 3:5

De ambtenaar dient bij de aanvraag maar uiterlijk binnen een maand na ontvangst van de belastingvrije vergoeding, bewijsstukken te overleggen waaruit blijkt dat de kosten waarvoor die vergoeding is verstrekt daadwerkelijk zijn gemaakt.

Artikel 3:6

De waarde van de bronnen, genoemd in artikel 5:1, wordt voor de ambtenaar werkzaam bij de Meldkamer Ambulancezorg onder vigeur van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Ambulancezorg en voor de ambtenaar als bedoeld in artikel 9b:4 en artikel 9b:26 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden, bepaald aan de hand van het salaris per uur op 1 januari van het betreffende kalenderjaar. Voor de medewerker die in de loop van het betreffende kalenderjaar in dienst treedt geldt het salaris per uur op de dag van indiensttreding.

Voor de ambtenaar die is aangesteld als vrijwilliger als bedoeld in hoofdstuk 19 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden wordt de waarde van de bronnen bepaald over de som van de belaste (bruto) vergoedingen als bedoeld in § 4 van hoofdstuk 19 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden, berekend over een periode van de afgelopen 12 maanden.

Artikel 3:7

De ambtenaar is verplicht die informatie te verstrekken die van belang is voor de beoordeling van de aanvraag en voor de uitvoering van de toegewezen aanvraag.

Hoofdstuk 4 Verhaal, verrekening of uitbetaling

Artikel 4:1

Indien achteraf blijkt dat door onjuiste informatie van de ambtenaar ten onrechte belastingvrij vergoedingen of verstrekkingen hebben plaatsgevonden, worden de loonheffing en sociale premies die over die vergoeding verschuldigd zijn, alsmede de eventuele (fiscale) boetes, alsnog op de ambtenaar verhaald en verrekend met het salaris.

Artikel 4:2

In geval van beëindiging van het dienstverband wordt vastgesteld welke in het kader van deze regeling opgebouwde en in geldwaarde uit te drukken aanspraken en aangegane verplichtingen tussen het Dagelijks Bestuur en de ambtenaar bestaan. Indien van toepassing vindt verrekening dan wel uitbetaling plaats.

Artikel 4:3

Bij overlijden van de ambtenaar wordt gehandeld als in artikel 4:2 is aangegeven, waarbij een eventueel saldo ten gunste van het bestuur niet wordt teruggevorderd.

Hoofdstuk 5 Bronnen

Artikel 5:1

  • 1. 1. De ambtenaar kan een aanvraag indienen om in ruil voor een belastingvrije vergoeding voor of verstrekking van één of meer in artikel 6 op hem van toepassing zijnde genoemde doelen geheel of gedeeltelijk af te zien van een of meer van de voor hem hieronder vermelde geldende aanspraken.

  • 2. De aanspraken als bedoeld in het eerste lid zijn voor de ambtenaar werkzaam bij de Meldkamer Ambulancezorg onder vigeur van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Ambulancezorg:

    a. bovenwettelijke vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 7.1 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Ambulancezorg;

    b. eindejaarsuitkering zoals bedoeld in artikel 4.6 van de Collectieve

    Arbeidsovereenkomst Ambulancezorg;

    c. maximaal 10% van het salaris zoals bedoeld in artikel 4.2 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Ambulancezorg.

    Bij cumulatie van de aanspraken als bedoeld onder a, b en c van dit artikellid, mag het totaal van de ingezette bronnen jaarlijks nooit meer bedragen dan 10% van het salaris.

  • 3. De aanspraak als bedoeld in het eerste lid is voor de ambtenaar als bedoeld in artikel 9b:4 en artikel 9b:26 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden maximaal 10% van de grondslag als bedoeld in artikel 9b:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden.

  • 4. De aanspraak als bedoeld in het eerste lid is voor de ambtenaar die is aangesteld als vrijwilliger als bedoeld in hoofdstuk 19 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden, maximaal de belaste bruto vergoedingen als bedoeld in § 4 van hoofdstuk 19 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden, berekend over een periode van de afgelopen 12 maanden.

Hoofdstuk 6 Doelen

Artikel 6:1

  • 1. Voor zover de geldende fiscale bepalingen dit mogelijk maken, worden de onderstaande doelen als bestedingsdoelen aangemerkt:

    • a.

      een fiscaal onbelaste aanvullende vergoeding voor de reiskosten van woon-werkverkeer en,

    • b.

      vakbondscontributie tot een maximaal bedrag van € 225,-- per jaar en,

    • c.

      sportactiviteiten (behoudens de aanschaf van sportaccessoires) tot een maximaal bedrag van € 250,-- per jaar en,

    • d.

      een fiets, met aan een fiets samenhangende zaken en een fietsverzekering tot een maximaal bedrag van € 1.000,--.”.

  • 2. De ambtenaar kan ten hoogste eenmaal per drie jaar een of meerdere bronnen inruilen ten behoeve van de aanschaf van een fiets met daarmee samenhangende zaken en een fietsverzekering.

  • 3. De door de ambtenaar aangegeven ruil van een of meer bronnen ten behoeve van de aanvullende vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt in de daaropvolgende jaren voortgezet, tenzij de ambtenaar tijdig schriftelijk aangeeft deze ruil stop te zetten.

Hoofdstuk 7 Verkoop van vakantie-uren

Artikel 7:1

Op de ambtenaar werkzaam bij de Meldkamer ambulancezorg onder vigeur van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Ambulancezorg is artikel 3:36 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 8 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 8:1

Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling Cafetariamodel 2017” en treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 8:2

Met de inwerkingtreding van deze regeling komt de Regeling Cafetariamodel, inwerking getreden op 1 juli 2016, te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 12 december 2016,
J.J. van Aartsen
voorzitter
E.E. Lieben
secretaris