Regeling vervallen per 06-08-2020

Besluit van de plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden houdende regels omtrent de aanwijzing van categorieën van gevallen waarop het verbod ex art. 2.2 van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Haaglanden van 11 mei 2020 niet van toepassing is

Geldend van 14-05-2020 t/m 05-08-2020

Intitulé

Besluit van de plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden houdende regels omtrent de aanwijzing van categorieën van gevallen waarop het verbod ex art. 2.2 van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Haaglanden van 11 mei 2020 niet van toepassing is

De plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden;

Overwegende:

  • -

    dat op 11 mei 2020 de ‘Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Haaglanden 11 mei 2020’ (hierna: de Noodverordening) in werking is getreden;

  • -

    dat artikel 2.2 van de Noodverordening het verbiedt zich in de publieke ruimte in een groep van drie of meer personen op te houden zonder tot de dichtstbijzijnde persoon in die groep en andere personen een afstand te houden van ten minste 1,5 meter;

  • -

    dat dit verbod niet van toepassing is op personen die een gezamenlijke huishouding vormen;

  • -

    dat artikel 1.2 van de Noodverordening een gezamenlijke huishouding definieert als: de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en ouders, grootouders en kinderen, voor zover zij volgens de basisregistratie personen op hetzelfde adres woonachtig zijn;

  • -

    dat hieronder niet begrepen wordt het beschermd wonen in een woonvoorziening, bijvoorbeeld voor personen met een verstandelijke beperking of zware vormen van autisme;

  • -

    dat het voor personen in deze woonvorm niet mogelijk is zelfstandig te reizen en zij afhankelijk zijn van hulp van professionele begeleiders en daarom gebruik maken van speciaal voor hen georganiseerd vervoer, meestal per minibus;

  • -

    dat dat vervoer naar de letter van de Noodverordening niet is toegestaan, omdat daarin dan geen onderlinge afstand van 1,5 meter afstand aangehouden kan worden;

  • -

    dat er een grote gelijkenis is met gezamenlijke huishoudingen waarvoor een uitzondering geldt op die eis;

  • -

    dat het om het voor personen met deze woonvorm mogelijk te maken te reizen voor een uitstapje of vervoer naar een vakantieadres gewenst is eenzelfde uitzondering te maken;

  • -

    dat hij op grond van artikel 3.1 van de Noodverordening de mogelijkheid heeft de verboden uit de Noodverordening niet van toepassing te verklaren op door hem te bepalen (categorieën van) gevallen;

gelet op de artikelen 1.2, 2.2 en 3.1, eerste lid, onder c, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Haaglanden van 11 mei 2020;

Artikel 1

  • I.

    te bepalen dat het verbod van artikel 2.2, eerste lid van de Noodverordening niet van toepassing is op personen die wonen in een beschermde woonvoorziening tijdens het speciaal voor hen georganiseerde vervoer;

  • II.

    te bepalen dat dit besluit onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking treedt.

Ondertekening

Den Haag, 14 mei 2020

De plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden,

J.W. Remkes