Individueel Keuze Budget (IKB)

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Individueel Keuze Budget (IKB)

Regeling lokale bestedingsdoelen Individueel Keuze Budget (IKB)

Inhoudsopgave

  • Paragraaf 1 Algemene bepalingen

    • Artikel 1 Begripsomschrijving

    • Artikel 2 Uitgesloten van deelname

  • Paragraaf 2 Lokale bronnen

    • Artikel 3 Lokale bronnen van het IKB

  • Paragraaf 3 Lokale doelen

    • Artikel 4 Lokale doelen

    • Artikel 5 Fiets

    • Artikel 6 Vakbondscontributie

    • Artikel 7 Fiscale uitruil woon-werkverkeer

  • Paragraaf 4 Slotbepalingen

    • Artikel 8 Gevolgen keuzes

    • Artikel 9 Onvoorziene gevallen

    • Artikel 10 Citeertitel en looptijd

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Fiscale ruimte:

    Het verschil - met betrekking tot de vergoeding voor woon-werkverkeer - tussen het bedrag dat fiscaal onbelast mag worden vergoed aan een medewerker en het bedrag dat daadwerkelijk door de werkgever voor woon-werkverkeer wordt vergoed.

  • b.

    Individueel KeuzeBudget (IKB):

    In geldwaarde uitgedrukte aanspraken resulterend in een saldo dat de medewerker kan aanwenden voor de landelijke in de CAR-UWO neergelegde en lokaal aangewezen doelen.

  • c.

    Medewerker:

    De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, onder a van de CAR-UWO.

  • d.

    Vakbond:

    Organisatie, zoals bedoeld in artikel 12:1, lid 1, sub c en artikel 12:1, lid 3 van de CAR-UWO.

  • e.

    Vakbondscontributie:

    Het geldbedrag dat moet worden betaald voor het lidmaatschap van een vakbond.

  • f.

    Werkgever:

    Het Dagelijks bestuur van de VRK.

Artikel 2 Uitgesloten van deelname

Stagiaires, buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand, politieke ambtsdragers en personeel vallende onder de cao Ambulancezorg of vrijwillige brandweer kunnen aan deze regeling niet deelnemen.

Paragraaf 2 Lokale bronnen

Artikel 3 Lokale bronnen van het IKB

Lid 1

VRK voegt geen lokale bronnen toe aan de bronnen voor het IKB zoals die zijn vastgelegd in artikel 3:28 lid 6 van de CAR/UWO.

Lid 2

De medewerker kan niet meer besteden dan aan saldo in het IKB is opgebouwd.

Paragraaf 3 Lokale doelen

Artikel 4 Lokale doelen

Lid 1

Naast de in artikel 3:29 van de CAR-UWO vermelde landelijke doelen (kopen van vakantie-uren, extra inkomen door uitbetaling en financieren van een opleiding, indien en voor zover deze niet door de werkgever wordt vergoed en met inachtneming van de geldende fiscale regelgeving) gelden de volgende lokale doelen:

  • fiets;

  • fiscale uitruil woon-werkverkeer;

  • vakbondscontributie;

Artikel 5 Fiets

Lid 1

Doel van deze regeling is de medewerker in staat te stellen tot het kopen van een fietspakket teneinde het woon-werkverkeer op de fiets te bevorderen.

Deze regeling biedt de mogelijkheid om afspraken te maken over een fiscaal aantrekkelijke vergoeding voor de aanschafkosten van een fietspakket. De regeling valt onder het regime van de Werkkostenregeling en het IKB.

Lid 2

Onder fietspakket wordt verstaan: het geheel van fiets, bijbehorende fietsaccessoires, onderhoud en verzekering.

Een fietsaccessoire is een accessoire die is gekoppeld aan de fiets of wordt gebruikt tijdens het fietsen naar het werk. Denk aan een extra slot, helm, tassenhouder, ander zadel of een regenpak. Niet limitatieve voorbeelden die hier niet voor in aanmerking komen zijn een bidon (houder), kinderzitje of fietscomputer.

Lid 3

Om de drie jaren (36 maanden) mag de medewerker een fietspakket aanschaffen ter grootte van maximaal €1.000,- en declareren bij de werkgever. De werkgever vergoedt dit fietspakket, mits de forfaitaire ruimte van de werkkostenregeling dit toelaat en medewerker voldoet aan de (fiscale) voorwaarden van deze regeling.

Medewerker kan kiezen voor meerdere declaratiemomenten in deze periode. De declaratiedatum van de fiets is als ingangsdatum bepalend voor het berekenen van de periode.

Lid 4

Overgangsbepaling: Indien de medewerker al eerder heeft deelgenomen aan een fietsregeling van de VRK, dan blijven die regeling van krachten tot einde looptijd van die regeling.

Lid 5

Door deze keuze te maken, verklaart de medewerker de fiets voor meer dan de helft van het voor hem of haar van toepassing zijnde aantal werkdagen voor het woon-werkverkeer gebruikt.

Lid 6

De werkgever is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door verlies, diefstal of beschadiging van de fiets, voor enige schade die het gevolg is van het gebruik van de fiets of voor eventuele andere gevolgen die deelname aan deze regeling voor de medewerker met zich meebrengt.

Artikel 6 Vakbondscontributie

Lid 1

Indien de medewerker lid is van een vakbond die de belangen van medewerkers bij de VRK behartigt, kan hij of zij één keer per jaar het IKB aanwenden voor het doel vakbondscontributie.

Lid 2

De medewerker dient bij de keuze de jaaropgave van de vakbond te overleggen. Dit dient de medewerker te doen via het personeelsinformatiesysteem Workforce.

Artikel 7 Fiscale uitruil woon-werkverkeer

Lid 1

De medewerker kan - indien hier fiscale ruimte toe is - maandelijks het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil woon-werkverkeer.

Lid 2

Hiertoe wordt fiscale ruimte bepaald die maandelijks belastingvrij kan worden uitgeruild. De fiscale ruimte ontstaat als werkgever minder onbelaste kilometervergoeding vergoedt dan fiscaal toegestaan. De vergoeding per kilometer die VRK vergoedt is gelijk aan de maximaal onbelaste kilometervergoeding van € 0,19, vastgesteld door de belastingdienst. Echter de vergoeding van de afstand bij VRK is gemaximeerd tot 30 kilometer enkele reis. Dat betekent dat indien de medewerker meer reist dan die 30 kilometer reist, over het meerdere er wél uitruilmogelijkheid ontstaat;

Voor medewerkers die met het openbaar vervoer reizen is er geen uitruilmogelijkheid omdat VRK zowel voor- hoofd- en natraject volledig vergoedt.

Lid 3

De medewerker kan via de IKB-module in Workforce aangeven gebruik te willen van de fiscale uitruil woon-werkverkeer. Indien de medewerker de maandelijkse uitruil wil stoppen dan dient de medewerker dit ook in deze IKB-module aan te geven. Het initiatief hiertoe rust uitdrukkelijk bij medewerker.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 8 Gevolgen keuzes

Lid 1

De medewerker is verantwoordelijk voor de keuzes die hij of zij maakt.

Lid 2

Het gebruik van het IKB kan gevolgen hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen. De medewerker wordt geacht deze gevolgen te kennen voordat hij zijn keuze maakt.

Lid 3

Als blijkt dat een bedrag uit het IKB ten onrechte belastingvrij is uitgekeerd doordat de medewerker onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, kan werkgever de verschuldigde loonheffing of eventuele boetes op de ambtenaar verhalen.

Lid 4

Als een netto voordeel voor de medewerker vervalt door wijzigingen van wet- en regelgeving dan wordt dat niet gecompenseerd door werkgever.

Lid 5

Alle transacties in het IKB moeten in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Citeertitel en looptijd

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling lokale bestedingsdoelen IKB VRK” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Ondertekening