Regeling vervallen per 01-01-2020

Generatiepact

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Generatiepact

Regeling generatiepact

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Definities

  • Artikel 2 Verzoek om deelname

  • Artikel 3 Beoordeling van het verzoek om deelname

  • Artikel 4 Keuzemogelijkheden

  • Artikel 5 Duur van deelname

  • Artikel 6 Verlof en arbeidsduur

  • Artikel 7 Salaris

  • Artikel 8 Pensioenopbouw

  • Artikel 9 Andere rechtspositionele randvoorwaarden en gevolgen

  • Artikel 10 Werktijden en werkzaamheden bij deelname

  • Artikel 11 Herbezetting van vrijgekomen ruimte

  • Artikel 12 Uitgesloten

  • Artikel 13 Evaluatie

  • Artikel 14 Slotbepalingen

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder;

  • a.

    ambtenaar:

    de persoon, bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de CAR-UWO, die is aangesteld in vaste dienst;

  • b.

    generatiepact:

    de in deze regeling vervatte mogelijkheid om onbetaald verlof op te nemen met gedeeltelijke doorbetaling van het salaris onder de daaraan gestelde voorwaarden, met de doelstelling om de hierdoor beschikbaar komende ruimte binnen de organisatie zoveel mogelijk te benutten voor herbezetting door instroom van jongeren.

Artikel 2 Verzoek om deelname

Lid 1

De ambtenaar kan na overleg met zijn leidinggevende een schriftelijk verzoek indienen om deelname aan het generatiepact, met vermelding van de gewenste ingangsdatum.

Lid 2

De ambtenaar dient het verzoek om deelname 2 maanden vóór de gewenste ingangsdatum in, met inachtneming van de daarvoor aangewezen procedure.

Artikel 3 Beoordeling van het verzoek om deelname

Lid 1

De bevoegdheid tot het beslissen op een verzoek tot deelname aan het generatiepact ligt bij de leidinggevende 3de echelon of hoger.

Lid2

De leidinggevende willigt het verzoek om deelname in nadat is vastgesteld dat:

  • a.

    de gewenste ingangsdatum is gelegen in het tijdvak tussen 1 januari 2017 en 1 januari 2020,

  • b.

    de ambtenaar op de gewenste ingangsdatum 58 jaar of ouder is,

  • c.

    de ambtenaar op de gewenste ingangsdatum ten minste drie jaar in dienst van de VRK is,

  • d.

    de ambtenaar in vaste dienst is van de VRK,

  • e.

    er geen sprake is van samenloop met een vorm van verlof of van ontslag met een uitkeringsregeling met het risico op een fiscale eindheffing vanwege een regeling voor vervroegde uittreding

Lid 3

De leidinggevende kan in afwijking van het tweede lid een verzoek om deelname onder opgaaf van redenen schriftelijk afwijzen:

  • a.

    als een zwaarwegend dienstbelang zich verzet tegen inwilliging;

  • b.

    als de ambtenaar 3 jaar voor het verzoek tot deelname aan het generatiepact een verzoek heeft gedaan om vermeerdering van zijn arbeidsduur dat is ingewilligd.

  • c.

    als de ambtenaar een aanstelling van minder dan 21,6 uur overhoudt.

Artikel 4 Keuzemogelijkheden

Lid 1

Deelnemers hebben de volgende keuzes:

  • a.

    Vanaf 58 jaar oud 80% werken tegen 90% salaris en 100% pensioenopbouw

  • b.

    Vanaf 62 jaar oud 60% werken tegen 80% salaris en 100% pensioenopbouw

Lid 2

Indien een medewerker voor optie a. in lid 1 van dit artikel heeft gekozen mag hij, wanneer hij de leeftijd van 62 jaar heeft bereikt, een verzoek doen om aan de 62+ variant deel te nemen (optie b).

Artikel 5 Duur van deelname

Lid 1

Deelname aan het generatiepact vindt plaats gedurende de resterende duur van het dienstverband van de ambtenaar tot de datum waarop hij de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt of tot de datum waarop de aanstelling eerder eindigt.

Lid 2

Deelname aan het generatiepact kan niet tussentijds worden beëindigd gedurende de resterende duur van de aanstelling, voor zover in deze regeling niet uitdrukkelijk anders is bepaald.

Artikel 6 Verlof en arbeidsduur

Lid 1

Aan de ambtenaar die deelneemt aan het generatiepact wordt gedeeltelijk doorbetaald buitengewoon verlof verleend.

Lid 2

Het verlof bedraagt 20% of 40% van de formele arbeidsduur van de ambtenaar en blijft gedurende de deelname ongewijzigd.

Lid 3

Die ambtenaar die door deelname niet voldoet aan de voorwaarde onder artikel 3 lid 3 sub c neemt deel aan het generatiepact tot 21,6 uur aanstelling waarbij 50% van de uren die hij aan het generatiepact meedoet worden vergoed door de werkgever.

Lid 4

In afwijking van de laatste volzin van artikel 6:4:5 van de CAR-UWO wordt het verlof verleend voor de duur van deelname.

Lid 5

Voor de berekening van rechtspositionele aanspraken en verplichtingen die gebaseerd zijn op de formele arbeidsduur van de ambtenaar wordt bij deelname uitgegaan van de formele arbeidsduur van de ambtenaar, verminderd met het op grond van deze regeling verleende verlof, voor zover in deze regeling niet uitdrukkelijk anders is bepaald.

Artikel 7 Salaris

Lid 1

De ambtenaar ontvangt bij deelname aan het generatiepact over elk uur buitengewoon verlof dat in verband daarmee is verleend, 50% van het voor hem geldende salaris per uur. Het percentage blijft gedurende de deelname ongewijzigd.

Lid 2

Voor de berekening van rechtspositionele aanspraken en verplichtingen die gebaseerd zijn op het salaris van de ambtenaar, wordt bij deelname uitgegaan van het met toepassing van deze regeling geldende salaris, voor zover in deze regeling niet uitdrukkelijk anders is bepaald.

Artikel 8 Pensioenopbouw

Deelname aan het generatiepact brengt, in afwijking van artikel 6:10, vierde lid, van de CAR-UWO, geen wijziging in de pensioenopbouw door de ambtenaar en de premiebetaling door de VRK en de ambtenaar zoals geldend voorafgaand aan de deelname. De bepalingen met betrekking tot de maximale opbouw van pensioen, vastgelegd in fiscale wet- en regelgeving en het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, blijven van kracht.

Artikel 9 Andere rechtspositionele randvoorwaarden en gevolgen

Lid 1

Al berekende en aan de ambtenaar toegekende aanspraken op basis van diens formele arbeidsduur en salaris of bezoldiging, worden bij deelname aan het generatiepact zo nodig opnieuw berekend en vastgesteld.

Lid 2

De ambtenaar kan worden toegestaan om bij deelname per week feitelijk meer uren te werken dan zijn formele arbeidsduur, verminderd met het op grond van deze regeling verleende verlof, mits het dienstbelang zich niet hiertegen verzet. Deze uren worden aangemerkt als compensatie uren.

Lid 3

Als deelname leidt tot wijziging van het aantal dagen woon-werkverkeer van de ambtenaar dient een nieuwe reiskostenvergoeding door ambtenaar te worden aangevraagd.

Lid 4

Deelname aan het generatiepact kan betekenen dat toekomstige verzoeken om de arbeidsduur aan te passen niet worden gehonoreerd. Deelname aan het generatiepact wordt in dit kader als zwaarwegend dienstbelang aangemerkt.

Lid 5

De inzetbaarheid van de ambtenaar bij arbeidsongeschiktheid gedurende deelname is ten hoogste gelijk aan diens formele arbeidsduur, verminderd met het op grond van deze regeling verleende verlof.

Lid 6

Als een deelnemende ambtenaar gedurende een half jaar volledig arbeidsongeschikt is, kan de deelname op verzoek van de ambtenaar tussentijds worden beëindigd.

Lid 7

Mocht de AOW gerechtigde leeftijd in de toekomst stijgen, dan stijgt de startleeftijd van deelname aan het Generatiepact evenredig mee.

Artikel 10 Werktijden en werkzaamheden bij deelname

Lid 1

De ambtenaar die deelneemt aan het generatiepact en zijn leidinggevende maken afspraken over de werktijden van de ambtenaar en de werkzaamheden die de ambtenaar gaat verrichten gedurende de werktijden.

Lid 2

Als de zwaarte of het niveau van de te verrichten werkzaamheden daarvoor aanleiding geeft, bespreken de ambtenaar en zijn leidinggevende de mogelijkheid om toepassing te geven aan artikel 2:1B van de CAR-UWO (andere werkzaamheden).

Artikel 11 Herbezetting van vrijgekomen ruimte

Lid 1

De door deelname aan het generatiepact beschikbaar gekomen ruimte binnen de organisatie wordt zoveel mogelijk benut voor herbezetting door middel van instroom van jongeren (jonger dan <35).

Lid 2

De realisering van de doelstelling, genoemd in het eerste lid, is onderwerp van overleg met het georganiseerd overleg.

Artikel 12 Uitgesloten

Uitgesloten van deelname aan het Generatiepact VRK zijn:

  • a.

    Medewerkers vallend onder hoofdstuk 9 CAR-UWO

  • b.

    Medewerkers vallend onder de cao AZ

  • c.

    Medewerkers vallend onder Hoofdstuk 19 CAR-UWO (Vrijwilligers)

Artikel 13 Evaluatie

Lid 1

De toepassing van deze regeling wordt binnen drie jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Lid 2

De evaluatie wordt geagendeerd voor overleg met de commissie voor georganiseerd overleg.

Artikel 14 Slotbepalingen

Lid 1

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Lid 2

Deze regeling eindigt op 1 januari 2020.

Lid 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling generatiepact VRK 2017.

Ondertekening