FINANCIELE VERORDENING VEILIGHEIDSREGIO LIMBURG-NOORD

Geldend van 10-08-2018 t/m heden

Intitulé

FINANCIELE VERORDENING VEILIGHEIDSREGIO LIMBURG-NOORD

Het Algemeen bestuur van de Veiligheidregio Limburg-Noord besluit,

Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet

Vast te stellen:

De financiële verordening van de Veiligheidsregio Limburg-noord

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. afdeling: Iedere organisatorische eenheid binnen de Veiligheidsregio Limburg-Noord die wordt geleid door een manager. De manager is verantwoordelijk voor het kwalitatief en kwantitatief functioneren van de afdeling.

b. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de Veiligheidsregio Limburg-Noord en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

c. Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de veiligheidsregio Limburg Noord, om te komen tot een goed inzicht in:

  • 1.

    de financieel-economische positie;

  • 2.

    het financiële beheer;

  • 3.

    de uitvoering van de begroting;

  • 4.

    het afwikkelen van vorderingen en schulden;

  • 5.

    alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

d. Administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

e. Financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de Veiligheidsregio Limburg-Noord.

f. Rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder verordeningen en Bestuursbesluiten. De rechtmatigheid omvat:

  • 1.

    de deugdelijkheid van de financiële verantwoording;

  • 2.

    de rechtmatigheid van de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten;

  • 3.

    het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen (voor zover het misbruik of het oneigenlijk gebruik financiële consequenties heeft);

  • 4.

    ordelijk en controleerbaar financieel beheer. 

g. Doelmatigheid: binnen de kaders van de beleidsuitgangspunten van het algemeen bestuur en/of de bestuurscommissie Veiligheid en/of de bestuurscommissie GGD handelt het dagelijks bestuur zodanig dat een zo groot mogelijk nuttig effect wordt bereikt. Het handelen is in overeenstemming met het gestelde doel c.q. de beslissing(en) van het algemeen bestuur en/of de bestuurscommissie Veiligheid en/of de bestuurscommissie GGD. Bij het handelen is het rationeel toepassen van economische principes leidend.

Het gaat hierbij om:

  • 1.

    het economisch verantwoord verwerven van de benodigde middelen, dat wil zeggen verwerving tegen de laagst mogelijke kosten, gegeven een gewenst kwaliteitsniveau;

  • 2.

    de keuze van effectieve methoden en technieken voor de uitvoering van de activiteiten;

  • 3.

    het optimaal aanwenden van middelen bij de uitvoering van activiteiten. 

h. Doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Hoofdstuk 1 Financieel Beleid en overige bepalingen

Artikel 2 Gemeentelijke bijdragen collectieve dienstverlening

Voor de dekking van de kosten van de Veiligheidsregio Limburg-Noord op grond van de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting wordt door de Veiligheidsregio Limburg-Noord een bijdrage bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht.

De systematiek voor de heffing van de bijdrage is gebaseerd op de volgende uitgangspunten;

1. De grondslag voor de bijdrage van gemeenten in het programma Veiligheid wordt bepaald op grond van de door de commissie Veiligheid geaccordeerde programmabegroting.

2. De grondslag voor de bijdrage van gemeenten in het programma Gezondheid wordt bepaald op grond van de door de commissie GGD geaccordeerde programmabegroting.

3. Met ingang van het begrotingsjaar 2017 wordt de bijdrage voor het programma Veiligheid (inclusief o.a. de kosten huisvesting en exploitatie van de brandweer) gebaseerd op de verdelingssytematiek van het cluster Brandweer en Rampenbestrijding van de Algemene Uitkering vanuit het gemeentefonds. Hierbij is het aandeel van de gemeente bepaald aan de hand van het relatieve aandeel van de inkomsten van alle gemeente gezamenlijk. Voor het programmaonderdeel risicobeheersing gelden voor de gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen en Venray specifieke afspraken.

4. Met ingang van het begrotingsjaar 2017 wordt de bijdrage voor het programma Gezondheid bepaald aan de hand van een verdeelsleutel die gebaseerd is op het relatieve aandeel van het aantal inwoners van die gemeente van het totaal aantal inwoners van de regio op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar behoudens de in lid 6 en 7 en van dit artikel bepaalde uitzonderingen.

5. De kosten voor de programmaonderdeel Standaardzorg Jeugd en Risiozorg Jeugd worden verdeeld aan de hand van een verdelingsmodel waarbij de SES score en het aantal 0-19 jarigen van die gemeenten de grondslag vormen. Voor de gemeente Mook & Middelaar gelden specifieke, afwijkende afspraken.

6. Voor het onderdeel inspecties Kinderopvang vindt een verrekening plaats van de kosten op grond van de door het dagelijks bestuur vastgestelde tarieven en op grond van de daadwerkelijk verrichte werkzaamheden.

7. Voor de berekening van de bijdrage over de begrotingsjaren 2017, 2018, 2019 en 2020 geldt een ingroeiregeling waarbij jaarlijks het relatieve verschil tussen het gemeentelijke aandeel in de totale bijdrage van de regiobegroting voor de harmonisatie en de gemeentelijke bijdrage na de harmonisatie in stappen van 25%, 50%, 75% en100% onderling wordt vereffend.

8. De systematiek voor de bepaling van de bijdrage zal vierjaarlijks worden geëvalueerd. De systematiek voor het onderdeel Veiligheid zal voor het eerst op 1 januari 2021 worden geëvalueerd. De systematiek voor het onderdeel Gezondheid zal voor het eerst op 1 januari 2018 worden geëvalueerd.

Artikel 3 Maatwerkafspraken gemeenten

  • 1.

    Naast de collectieve dienstverlening staat het gemeenten vrij zogenaamde "maatwerk' afspraken te maken met de Veiligheidsregio Limburg-Noord.

  • 2.

    Voor deze maatwerk afspraken zullen de kosten op basis van kostendekkendheid worden voldaan.

  • 3.

    De afnemende gemeente vrijwaart de overige gemeenten voor de financiële gevolgen welke rechtstreeks het gevolg zijn van de met de Veiligheidsregio Limburg-Noord overeengekomen dienstverlening.

  • 4.

    In geval van frictiekosten als gevolg van beëindiging van de dienstverlening zullen deze kosten door de desbetreffende gemeente worden voldaan.

Artikel 4 Dienstverlening aan burgers en overige partijen

In het kader van de dienstverlening aan burgers en overige partijen kan de Veiligheidsregio Limburg-Noord activiteiten verrichten.

  • 1.

    Deze activiteiten dienen een logisch uitvloeisel van de reguliere dienstverlening van de Veiligheidsregio Limburg-Noord te zijn en te passen binnen de algemene maatschappelijke opgave van de organisatie. De Veiligheidsregio Limburg-Noord verricht deze activiteiten zonder winstoogmerk.

  • 2.

    Voor deze activiteiten stelt de directie jaarlijks op grond van het afgesproken kader in Artikel 16 de hoogte van tarieven en prijzen vast.

  • 3.

    Eventuele voordelen of nadelen van deze activiteiten komen ten laste van de vermogenspositie van de Veiligheidsregio Limburg-Noord.

Artikel 5 Financiële gevolgen uittreding

  • Indien een gemeente op grond van artikel 8 Wvr jo. artikel 35 van de gemeenschappelijke regeling haar lidmaatschap van de regeling beëindigt, treedt zij in overleg met het algemeen bestuur over de condities en voorwaarden waaronder dit plaatsvindt. Uitgangspunt hierbij is dat een en ander geschiedt onder de voorwaarde dat er geen nadelige financiele gevolgen voor de achterblijvende gemeenten ontstaan.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 6 Programmabegroting

1. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 de programmabegroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

2. Het algemeen bestuur stelt per programma c.q. deelprogramma vast:

a. de beoogde maatschappelijke effecten;

b. de te leveren goederen en diensten;

c. de baten en lasten.

3. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.

Artikel 7 Kaders begroting

Het dagelijks bestuur biedt uiterlijk 15 april van het begrotingsjaar een nota aan waarin de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren zijn opgenomen.

Artikel 8 Uitvoering begroting

1. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

2. Het dagelijks bestuur draagt ten aanzien van de begroting er zorg voor dat:

a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productenraming;

b. de budgetten uit de begroting en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;

c. de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

3. het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de lasten van de zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Artikel 9 Interne controle

Het dagelijks bestuur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

Artikel 10 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur, de bestuurscommissie Veiligheid en de bestuurscommissie GGD door middel van tenminste één tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de Veiligheidsregio Limburg-Noord van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan bij de indeling van de begroting.

  • 3.

    De rapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten en baten, de gerealiseerde doelstellingen en, indien daar aanleiding voor is, de maatschappelijke effecten.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur informeeert in ieder geval vooraf het algemeen bestuur voor zover het betreft niet bij begroting vestgestelde afzonderlijke verplichtingen, uitgaven en investeringen groter dan € 250.000. Tot het doen van dergelijke uitgaven kleiner dan € 250.000 is het dagelijks bestuur gemachtigd. Het algemeen bestuur wordt hierover achteraf via de tussentijdse rapportage in kennis gesteld.

Artikel 11 Jaarstukken

Het dagelijks bestuur legt verantwoording af over de uitvoering van de begroting overeenkomstig het bepaalde in het Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten.

Hoofdstuk 3 Financiële positie

Artikel 12 Financiële positie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat al het nieuwe beleid waartoe het algemeen bestuur c.q. de bestuurscommissie Veiligheid en de bestuurscommissie GGD hebben besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2.

    Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3.

    Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de investeringskredieten.

Artikel 13 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden afgeschreven naar tijdsgelang op basis van de verwachte gebruiksduur. De verwachte gebruiksduur wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur en opgenomen in begroting en jaarrekening.

  • 2.

    Op gronden en terreinen vindt geen afschrijving plaats.

  • 3.

    Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatste worden altijd geactiveerd.

  • 4.

    Activering en afschrijving vindt plaats in overeenstemming met de feitelijke gebruiksduur.

Van deze richtlijnen kan door het dagelijks bestuur, in voorkomende gevallen, worden afgeweken.

Artikel 14 Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 15 Reserves en voorzieningen

1. Het dagelijks bestuur biedt 4-jaarlijks een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan.

2. De nota behandelt:

a. de vorming en besteding van reserves;

b. de vorming en besteding van voorzieningen;

c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en voorzieningen, in relatie tot de paragraaf weerstandsvermogen, zoals bedoeld in artikel 19.

Artikel 16 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de Veiligheidsregio Limburg-Noord wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de Veiligheidsregio Limburg-Noord verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa.

Artikel 17 Treasury

1. Het dagelijks bestuur draagt bij de uitoefening van de treasuryfunctie zorg voor:

a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders van de begroting te kunnen voeren;

b. het beheersen van de risico's verbonden aan de treasuryfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en kredietrisico's;

c. het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de keningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

2. Het dagelijks bestuur neemt bij de uitvoering van de treasuryfuncties de volgende richtlijnen in acht:

a. verbintenissen tot het aangaan van leningen en uitzettingen van middelen uit hoofde van treasury vinden uitsluitend plaats bij instellingen die voldoen aan de eisen die worden gesteld in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden zoals ministerieel vastgesteld op grond van artikel 2, lid 2, van de wet financiering decentrale overheden;

b. overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom ten minste aan het eind van de looptijd in tact is;

c. derivaten worden niet gebruikt;

d. overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro's;

e. voor de kasgeldlimiet en de renterisiconorm gelden de wettelijke waarden. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur indien de kasgeldlimiet of de renterisiconorm dreigen te worden overschreden.

3. Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties anders dan genoemd in het tweede lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het dagelijks bestuur indien mogelijk zekerheden. Het dagelijks bestuur motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

4. Het dagelijks bestuur stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met het derde lid en legt deze regels evenals de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievooziening vast in een besluit treasurystatuut. Het dagelijks bestuur zendt het besluit treasurystatuut ter kennisgeving aan het algemeen bestuur. De uitvoering van de treasuryfunctie wordt opgedragen aan een in het treasurystatuut benoemde functionaris.

Artikel 18 Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de Veiligheidsregio Limburg-Noord systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, voorraden, uitstaande leningen, (debiteuren-)vorderingen, liquiditeiten, opgenomen leningen en (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 4 jaar.

  • 2.

    Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan het algemeen bestuur geboden.

Hoofdstuk 4 Paragrafen

Artikel 19 Weerstandsvermogen en risicomanagement

Het dagelijks bestuur draagt eens in de 4 jaar zorg voor het opstellen van een nota risicomanagement en weerstandsvermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en de jaarstukken wordt jaarlijks de weerstandscapaciteit aangegeven en wordt aangegeven in hoeverre schade en verliezen als gevolg van risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen. De risico's worden benoemd in de paragraaf.

Artikel 20 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1 Het dagelijks bestuur biedt eens in de 6 jaar een nota onderhoud gebouwen aan. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten inclusief het meerjarig budgettair beslag.

  • 2 Bij de begroting en de jaarstukken doet het dagelijks bestuur in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan gebouwen.

Artikel 21 Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het dagelijks bestuur in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

a. de kasgeldlimiet;

b. de renterisico norm;

c. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

d. de rentevisie;

e. de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 22 Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering evenals over nieuwe ontwikkelingen.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en administratie

Artikel 23 Administratie

  • 1. De administratie van de Veiligheidsregio Limburg-Noord bestaat uit:

    • a.

      de adminstratie van de afdeling, waarin opgenomen de administratie van de Veiligheidsregio Limburg-Noord als geheel en de niet verbijzonderde administraties;

    • b

      de per organisatie eenheid verbijzonderde administraties.

  • 2. Iedere administratie wordt gevoerd overeenkomstig het gestelde in deze verordening.

  • 3. De inrichting en de werking van een financiële administratie dienen te voldoen aan het gestelde in de comptabiliteitsvoorschriften die voor gemeenten gelden.

  • 4. De adminstratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen; het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.

    • b.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

    • c.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoeleinden, de begroting en geldende wet- en regelgeving;

    • d.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie evenals voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 24 Financiële administratie

Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, evenals aan andere instelingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan de Veiligheidsregio Limburg-Noord.

Artikel 25 Financiële organisatie

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de organisatie en een eenduidig toewijzing van de taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verpichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de organisatieonderdelen van de Veiligheidsregio Limburg-Noord;

  • e.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de vooruitgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de regels voor de verlening van decharge over het gevoerde beheer van de afdelingen.

Artikel 26 Aanbesteding en inkoop

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels van de Europese Unie.

Artikel 27 Functionarissen

  • 1. Het dagelijks bestuur wijst voor de organisatie ambtenaren aan als: controller, administrateur, compabele en kassier alsmede hun respectieve plaatsvervangers. Deze bevoegdheid kan gemandateerd worden aan de algemeen directeur.

  • 2. De algemeen directeur regelt, in overleg met de controller diens vervanging en die van de administrateur, van de comptabele en kassier bij normale afwezigheid zoals verlof of ziekte. Bij langdurige afwezigheid wijst het dagelijks bestuur plaatsvervangende functionarissen aan.

  • 3. De controller voert regelmatig overleg met de administrateur of de comptabele van de organisatie. Specifiek in dit overleg te bespreken onderwerpen zijn de bewaking van eenheid in administratie, het bevorderen van de doelmatigheid van het beheer van vermogenswaarden en de afstemming over de informatieverzorging.

  • 4. De functies van controller en van administrateur zijn overenigbaar met die van compabele en kassier, alsmede met enige andere, die functiescheiding wezenlijk aantastende, functie. Dit betreft met name functies, die verantwoordelijkheid dragen voor het beheer van vermogenswaarden.

    Controller

  • 1. De controller heeft, onverlet de in artikel 4, lid 1 en 2, aangeduide verantwoordelijkheden van het dagelijks bestuur en de directie, onder meer de zorg voor:

    • a.

      de financiële planning van de Veiligheidsregio Limburg-Noord en de aansluiting daarvan op de beleidsplanning en op het beleid en de plannen ten aanzien van de middelen;

    • b.

      het opstellen van de begroting en de aansluiting op de daaraan ten grondslag liggende werk- en middelenplan;

    • c.

      het opstellen van periodieke (voortgangs)rapportages voor de Veiligheidsregio Limburg-Noord;

    • d.

      de tijdigheid, de volledigheid, de juistheid en de toereikendheid van de onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde administraties en verstrekte informatie;

    • e.

      de opzet en de werking van de adminstratieve organisatie;

    • f.

      het opzetten en het doen functioneren van een budgetsysteem voor de organisatie;

    • g.

      het bevorderen en het bewaken van de doelmatigheid en de rechtmatigheid van het beheer en van de administratie van de Veiligheidsregio Limburg-Noord;

    • h.

      de analyse en interpretatie van de beschikbare gegevens; hij bewerkt deze gegevens zodanig dat deze (optimaal) geschikt zijn voor de sturing en de beheersing van processen en activiteiten bij de organisatie door de directie en voor de sturing en de beheersing van de organisatatie als geheel;

    • i.

      de analyse en interpretatie van de beschikbare gegevens om het dagelijks bestuur danwel het algemeen bestuur in staat te stellen de doelmatigheid en de rechtmatigheid te bevorderen respectievelijk te beoordelen;

    • j.

      de verslaggeving ten behoeve van het bestuur en de daarop te baseren bedijfseconomische advisering;

    • k

      het tijdig nemen van de vereiste invorderingsmaatregelen en van de wettelijke vervolgingsmaatregelen bij het in gebreke blijven van debiteuren van de organisatie.

  • 2. De controller heeft onverlet de verantwoordelijkheid van de directie een eigen verantwoordelijkheid voor de bevordering en de bewaking van de doelmatigheid en de rechtmatigheid van het beheer en van de administratie.

  • 3. Indien de controller van oordeel is dat een meer doelmatig beheer kan worden gerealiseerd, treedt hij in overleg met de directie. Zo nodig legt hij zelfstandig voorstellen voor aan het dagelijks bestuur.

  • 4. De controller kan het dagelijks bestuur, gevraagd en ongevraagd, rechtstreeks adviseren ten aanzien van de in dit artikel genoemde taken.

  • 5. Het dagelijks bestuur kan onderwerpen vaststellen ten aanzien waarvan de controller, met het oog op handhaving en uitvoering van deze verordening, nadere richtlijnen kan geven.

  • 6. De controller is verantwoording verschuldigd aan de algemeen directeur.

    Administrateur

  • 1. De administrateur van de organisatie zorgt voor:

    • a.

      het voeren van de financiële administratie;

    • b.

      het opstellen van perioedieke financiële rapportages en van de rekening.

  • 2. Bij het uitvoeren van zijn taken neemt de administrateur de functionele richlijnen en de aanwijzingen van de controller in acht.

  • 3. De administrateur zorgt voor het tijdig, het juist en het volledig verwerken van de gegevens in zijn administratie(s).

  • 4. De administrateur zorgt voor het tijdig, het juist en het volledig verstrekken van de producten van c.q. de gegevens uit zijn administratie(s) aan de controller.

    Comptabele

  • 1. Het beheer van de geldmiddelen van de Veiligheidsregio Limburg-Noord is opgedragen aan de comptabele. Het beheer omvat de bewaring van de financiële middelen, de inning van de inkomsten en het doen van de betalingen van de Veiligheidsregio Limburg-Noord.

  • 2. Tot de taak van de comptabele behoort mede de belegging van overtollige financiële middelen overeenkomstig daarvoor door het dagelijks bestuur gegeven richtlijnen en onder toezicht van de controller.

  • 3. Het geldverkeer wordt uitsluitend geleid via door het dagelijks bestuur aangezen banken. Het aanhouden van chartale gelden (kassen) kan slechts in uitzonderingsgevallen, na goedkeuring door de controller, plaatsvinden.

  • 4. Alvorens betalingen te doen vergewist de comptabele zich ervan dat de opdrachten door bevoegde functionarissen zijn goedgekeurd. Deze functionarissen zijn door het dagelijks bestuur aangewezen.

  • 5. Onder de verantwoordelijkheid van de comptabele is een kassier belast met de bewaring van chartale gelden.

Artikel 28 Informatieplicht

  • 1. De controller en de administrateur worden tijdig en schriftelijk op de hoogte gesteld van alle door het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur respectievelijk de directie genomen besluiten waaraan financiële consequenties voor de organisatie zijn verbonden.

  • 2. De daarvoor in aanmerking komende functionarissen verstrekken aan de controller c.q. aan de administrateur alle gegevens en stukken die zij ten behoeve van de juiste verzorging van de administratie, de financiële planning, de budgetbewaking of de verslaglegging nodig hebben. Zij stellen in overleg met hen en met de verantwoordelijke leiding zodanige organisatorische maatregelen vast, dat aan deze verplichting tijdig en volledig wordt voldaan. De leiding ziet erop toe dat deze maatregelen worden genomen.

Artikel 29 Coördinatie informatievoorziening

  • 1. De begroting en de rekening worden opgesteld conform de wettelijke bepalingen, de voor de gemeenschappelijke regeling geldende comptabiliteitsvoorschriften en de specifieke bepalingen.

  • 2. Het opstellen gebeurt binnen door het dagelijks bestuur te stellen randvoorwaarden en binnen de vastgestelde tijdsplanning.

  • 3. De controller stelt in samenspraak met de administrateur een tijdsplanning op. Hierin wordt aangegeven op welke tijdstippen de deelbegrotingen en de -rekeningen alsmede andere relevante gegevens beschikbaar moeten komen. Doel is de tijdigheid van de verstrekking van gegevens door de dienst te waarborgen.

Artikel 30 Verantwoording en decharge

  • 1. De directie stelt jaarlijks een rekening en een verslag over het gevoerde beheer op. Deze dienen voor het afleggen van verantwoorden aan het dagelijks bestuur.

  • 2. Aanbieding van de rekening en van het verslag door de directie geschiedt binnen de door het dagelijks bestuur gestelde termijn en conform de door hem gegeven richtlijnen.

  • 3. Vaststelling van de rekening en van het verslag over het gevoerde beheer door het algemeen bestuur, impliceert de decharge van de onder de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur vallende ambtenaren met betrekking tot het gevoerde beheer en de administatie. Zulks behoudens later (in rechte) gebleken onregelmatigheden.

  • 4. Het gestelde in het voorgaande lid is niet van toepassing indien het dagelijks bestuur, vóór aanbieding van rekening en verslag aan het algemeen bestuur, de dienst en/of ambtenaar schriftelijk heeft medegedeeld niet akkoord te gaan met de rekening en/of met het verslag.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per datum van ondertekening, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2016 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

De bij besluit van 30 november 2012 vastgestelde "Financiële verordening Veiligheidsregio Limburg-Noord" wordt ingetrokken.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Financiële verordening Veiligheidsregio Limburg-Noord".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 16 december 2016.

Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord

de secretarisde voorzitter