Delegatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

Geldend van 14-12-2015 t/m heden

Intitulé

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant;

Gelet op:

  • ·

    de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder afdeling 10:1:2;

  • ·

    artikel 33 tot en met 33d van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • ·

    de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant;

Overwegende:

  • ·

    dat de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015 onder andere een nadere regeling bevat van de verdeling van bevoegdheden van en tussen organen van openbare lichamen op grond van die wet;

  • ·

    dat op grond van deze wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen tevens een wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant plaatsvind;

  • ·

    het onderliggende besluit past binnen deze gewijzigde gemeenschappelijke regeling;

  • ·

    dat de Algemeen Directeur is geïnstrueerd om politiek-gevoelige onderwerpen tijdig ter bespreking voor te leggen aan het bevoegde bestuursorgaan;

Besluit:

Vast te stellen het navolgende:

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Algemeen Bestuur:

    het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, bedoeld in artikel 8 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

  • 2.

    Dagelijks Bestuur:

    het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, bedoeld in artikel 11 van de Gemeenschappelijke regeling VeiligheidsregioMidden- en West-Brabant.

Artikel 2 Delegatie

Aan het Dagelijks Bestuur worden overgedragen alle bevoegdheden van het Algemeen Bestuur met uitzondering van de bevoegdheden die zijn genoemd in bijlage A van dit besluit.

Artikel 3 Voorwaarden

De uitoefening van de overgedragen bevoegdheden geschiedt binnen de beleidskaders die zijn of worden vastgelegd door het Algemeen Bestuur.

Artikel 4 Mandaat, volmacht en machtiging

Het Dagelijks Bestuur kan mandaat, volmacht en machtiging verlenen voor de uitoefening van de overgedragen bevoegdheden.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016

Artikel 6 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Delegatiebesluit VR MWB 2016’

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur in de openbare vergadering van 5 november 2015,
de voorzitter,
mr. P.G.A. Noordanus
de secretaris,
N. van Mourik

BIJLAGE A

Behorende bij het Delegatiebesluit VR MWB 2016

De volgende taken en bevoegdheden worden op grond van artikel 2 van het Delegatiebesluit VR MWB 2016 voorbehouden aan het Algemeen Bestuur:

Nr.

Bevoegdheid

Beschrijving

Toelichting

1

Wvr

Art 10 sub d

Voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing voor wat betreft vaststellen van evaluatiemethodiek en -systematiek en vaststellen van multidisciplinaire evaluatierapporten vanaf GRIP 2

Voorbereiding op de brandbestrijding en organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing wordt uitgevoerd door en namens het Dagelijks Bestuur, maar hieronder kan ook het evalueren van incidenten worden begrepen. Het vaststellen van evaluatiemethodiek en -systematiek en vaststellen van multidisciplinaire evaluatierapporten vanaf GRIP 2 blijft voorbehouden aan het Algemeen Bestuur.

Voorbeelden van dergelijke evaluaties zijn Chemiepack, ELD, Shell, Destra Data, Remondis Argentia.

2

Wvr

Art 10 sub e

Instellen en in stand houden van een brandweer

Het Algemeen Bestuur stelt de organisatiebesluiten vast.

Beslissingen die direct raken aan de organisatie, taken en verantwoordelijkheden van de brandweer.

Bijvoorbeeld: het vaststellen van het basistakenpakket van de brandweer

3

Wvr

Art10 sub f

Instellen en in stand houden van een GHOR

Het Algemeen Bestuur stelt de organisatiebesluiten vast.

Beslissingen die direct raken aan de organisatie, taken en verantwoordelijkheden van de GHOR

Bijvoorbeeld beslissingen m.b.t. de samenwerking met GHOR Brabant-Noord

4

Wvr

Art 10 sub g

Voorzien in de meldkamerfunctie

Het Algemeen Bestuur stelt de organisatiebesluiten vast.

Beslissingen die direct raken aan de organisatie, taken en verantwoordelijkheden van de GMK

Bijvoorbeeld beslissingen rond overgang van GMK naar LMO.

5

Wvr

Art 14 lid 1

Vaststellen van beleidsplan, waarin het beleid ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio is vastgelegd

Het Algemeen Bestuur stelt het beleidsplan vast.

Vaststellen van beleidsnota’s en notities die een directe uitwerking van het regionale beleidsplan zijn.

Bijvoorbeeld de agenda veiligheid en zorg die samen met de GGD zal worden opgesteld of de uitvoeringsagenda voor risicocommunicatie die samen met de 26 gemeenten binnen de VR wordt opgesteld.

6

Wvr

Art 14 lid 3

Afstemmen van het beleidsplan met de beleidsplannen van de aangrenzende veiligheidsregio’s en met het beleidsplan, bedoeld in artikel 39 van de Politiewet 2012 van de betrokken regionale eenheid van de politie

Afstemming beleidsplan wordt meegenomen het beleidsplan dat door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

7

Wvr

Art 15 lid 3

Na overleg met de raden van deelnemende gemeenten vaststellen van het risicoprofiel en deze raden verzoeken om wensen omtrent in het beleidsplan op te nemen beleid kenbaar te maken

Wensen voor beleidsplan worden meegenomen in beleidsplan dat door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

8

Wvr

Art 16 lid 1

Vaststellen van een crisisplan, waarin in ieder geval de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing worden beschreven.

Het Algemeen Bestuur stelt het crisisplan vast.

Vaststellen van multidisciplinaire plannen m.b.t. rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Betreft o.a. planvorming m.b.t. vaarwegen, spoor, natuurbrandbestrijding, nucleaire veiligheid, grensoverschrijdende samenwerking, continuïteitsplannen

Sluiten van convenanten met vitale partners

Convenanten met Rijkswaterstaat/Waterschappen, Drinkwatermaatschappijen Brabant Water en Evides, Prorail, Essent en Gasunie, Defensie

9

Wvr

Art 17 lid 1

Vaststellen van een rampbestrijdingsplan

In de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gekozen voor een generiek rampbestrijdingsplan voor alle brzo-inrichtingen. Jaarlijks vindt een update plaats die door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

10

Wvr

Art 17 lid 3

Op grond van de ingevolge artikel 48 Wvr verschafte informatie besluiten dat geen rampbestrijdingsplan behoeft te worden vastgesteld.

Besluiten om voor bepaalde brzo-inrichting geen rampbestrijdingsplan vast te stellen wordt meegenomen in generiek rampbestrijdingsplan dat door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

11

Wvr

Art 19 lid 1

Het sluiten van een convenant met de korpschef en de hoofdofficier van justitie met het oog op samenwerking bij branden, rampen en crisis.

Het Algemeen Bestuur besluit zelf tot het aangaan van het convenant. Ondertekening van het convenant vindt plaats op basis van de regels voor vertegenwoordiging van de veiligheidsregio.

12

Wvr

Art 35, lid 4

Eisen vaststellen waaraan de Regionale Ambulancevoorziening m.b.t. de meldkamer voor de daadwerkelijke ambulancezorg moet voldoen en deze ter kennis brengen van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Het Algemeen Bestuur stelt de eisen vast.

13

Wvr

Art 36

Aanwijzen van een functionaris die is belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis.

Ambtenaren worden benoemd, geschorst en ontslaan door het DB. Hier is echter geen sprake van benoeming, maar van een aanwijzing.. Het Algemeen Bestuur neemt het aanwijzingsbesluit.

Beslissingen die direct raken aan de organisatie, taken en verantwoordelijkheden m.b.t. regionale bevolkingszorg

Bijvoorbeeld beslissingen rond de organisatie van de bevolkingszorg in districten

14

Wvr

Art 56 lid 1

sub a

Zorgdragen voor verrichten van kostenevaluatie

Kostenevaluatie wordt ambtelijk voorbereid en uitgevoerd, maar het vaststellen van de resultaten en het bepalen van te nemen maatregelen blijft aan het Algemeen Bestuur.

15

Wvr

Art 56 lid 1

Sub b

Zorgdragen voor visitatie door een visitatiecommissie

Visitatie wordt ambtelijk voorbereid en uitgevoerd, maar het vaststellen van de resultaten en het bepalen van te nemen maatregelen blijft aan het Algemeen Bestuur.

16

Bvr

Art 2.1.1

Zorgdragen voor de inrichting van de hoofdstructuur

Inrichting hoofdstructuur kan worden meegenomen in het crisisplan dat door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

17

Bvr

Art 2.2.1

Criteria vaststellen voor de situaties waarin de meldkamer tot grootschalige alarmering overgaat

Criteria grootschalig alarmeren kunnen worden meegenomen in crisisplan dat door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

18

Bvr

Art 2.2.5

Zorgdragen voor een voorziening waardoor in het geval dat de meldkamer uitvalt, de functie en taken van de meldkamer worden gecontinueerd

Fall-back voorziening meldkamer kan worden meegenomen in de continuïteitsplannen die door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld.

19

Bvr

Art 2.3.2

Zorgdragen dat de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in staat is gedurende een ramp of crisis onafgebroken te functioneren

Continuïteit van de hoofdstructuur kan worden meegenomen in het crisisplan dat door het AB wordt vastgesteld. Daarnaast worden continuïteitsplannen door het AB vastgesteld.

20

Bvr

2.4.1

Zorgdragen dat binnen hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing tijdens een ramp of crisis een totaalbeeld wordt bijgehouden

Bijhouden totaalbeeld kan worden meegenomen in de plannen m.b.t. netcentrisch werken die door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld.

21

Bvr

Art 2.5.1

Zorgdragen dat de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing jaarlijks gezamenlijk een oefening houden met een fictieve ramp of crisis

Oefenen hoofdstructuur wordt meegenomen in het multidisciplinair opleidings-, trainings- en oefenbeleidsplan dat als onderdeel van het beleidsplan door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

22

Bvr

Art 3.1.1

Zorgdragen dat de brandweer basisbrandweereenheden, ondersteuningseenheden voor redden en blussen op hoogte en ondersteuningseenheden voor hulpverlening heeft.

Kan worden meegenomen in het dekkingsplan brandweer dat als onderdeel van het beleidsplan door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

23

Bvr

Art 3.1.5

Besluiten tot een andere samenstelling van basisbrandweereenheden

Kan worden meegenomen in het dekkingsplan brandweer dat als onderdeel van het beleidsplan door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld

24

Bvr

Art 3.2.1

Vaststellen van de opkomsttijden van een basisbrandweereenheid

Kan worden meegenomen in het dekkingsplan brandweer dat als onderdeel van het beleidsplan door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld

25

Bvr

Art 3.2.2

Vaststellen voor welke objecten de inzet van een ondersteuningseenheid voor redden en blussen op hoogte altijd noodzakelijk is.

Kan worden meegenomen in het dekkingsplan brandweer dat als onderdeel van het beleidsplan door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld

26

Bvr

Art 3.2.3

Zorgdragen voor een sluitende registratie van de gerealiseerde opkomsttijden

Kan worden meegenomen in het dekkingsplan brandweer dat als onderdeel van het beleidsplan door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld

27

Bvr

Art 6.1.1

Vaststellen van rampenbestrijdingsplannen voor een inrichting als bedoeld in artikel 8 van de Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo)

Zie onder 7

27

Bvr

Art 6.1.7

Zorgdragen dat tenminste eenmaal per drie jaar gezamenlijk met de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing een oefening wordt gehouden waarbij het rampbestrijdingsplan op juistheid, volledigheid en bruikbaarheid wordt getoetst.

Oefeningen worden opgenomen in het multidisciplinair opleidings-, trainings- en oefenbeleidsplan dat als onderdeel van het beleidsplan door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld

29

Bvr

Art 6.2.1

Vaststellen van een rampbestrijdingsplan voor een vliegongeval op een luchthaven binnen de veiligheidsregio

In de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant wordt één rampbestrijdingsplan voor de luchthavens in Gilze-Rijen en Woensdrecht vastgesteld.

30

Bvr

Art 6.2.3

Zorgdragen dat gezamenlijk met de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing tenminste eenmaal per twee jaar een multidisciplinaire stafoefening en tenminste eenmaal per vier jaar een multidisciplinaire oefening van staf en operationele eenheden plaatsvindt waarbij het rampbestrijdingsplan op juistheid, volledigheid en bruikbaarheid getoetst wordt.

Oefeningen worden opgenomen in het multidisciplinair opleidings-, trainings- en oefenbeleidsplan dat als onderdeel van het beleidsplan door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

31

Bvr

Art 6.3.1

Vaststellen van een rampbestrijdingsplan voor een ramp in een afvalvoorziening categorie A

Op moment van vaststelling van dit besluit bevindt zich binnen de grenzen van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant geen afvalvoorziening categorie A.

32

Wpg

Art 6 lid 2

Zorgdragen voor de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, alsmede op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus, waarbij ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat

Het Algemeen Bestuur stelt de plannen m.b.t Infectieziektebestrijding vast.

33

Wpg

Art 8 lid 2

In het crisisplan beschrijven van de organisatie, de taken en bevoegdheden in het kader van de bestrijding van en de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, alsmede de voorbereiding op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus waarbij ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat.

Beschrijving infectieziektebestrijding wordt meegenomen in het kader van het vaststellen van het crisisplan dat door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

34

Wgr

Art 23 lid 1 en 2

In een besloten vergadering geheimhouding opleggen omtrent het in die vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken

Algemeen Bestuur kan bij hun besloten vergadering geheimhouding opleggen omtrent het geen is besproken en in de stukken staat.

35

Wgr

Art 24 lid 1 en 3

Instellen van commissie van advies

Algemeen Bestuur kan commissies van advies voor zichzelf instellen.

36

Wgr

Art 25 lid 1 en 3

Commissies instellen met het oog op behartiging van bepaalde belangen en het aan de commissie overdragen van bevoegdheden van het algemeen en dagelijks bestuur

Alleen het Algemeen Bestuur kan bestuurscommissies instellen.

37

Wgr

Art 31a

Besluiten tot het oprichten van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen

Wettelijk voorbehouden aan het Algemeen Bestuur.

38

Wgr

Art 32a

Voorzien in een beslissing indien een commissie waaraan bevoegdheden zijn overgedragen en deze commissie een bij of krachtens wet gevorderde beslissing niet of niet naar behoren neemt

Algemeen Bestuur voor zover het eigen taken/bevoegdheden betreft.

39

Wgr

Art 34 lid 1

Vaststellen van de begroting in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient

Wettelijk voorbehouden aan het Algemeen Bestuur

40

Wgr

Art 34 lid 3

Vaststellen van de jaarrekening in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft

Wettelijk voorbehouden aan het Algemeen Bestuur

41

Wgr

Art 39e

Opnieuw nemen van een besluit omtrent het onderwerp van een vernietigd besluit, waarbij met het koninklijk besluit rekening wordt gehouden

Algemeen Bestuur voor zover het eigen taken/bevoegdheden betreft.

42

Awb

Art 4:81

Vaststellen van beleidsregels voor de uitoefening van bevoegdheden

Bijvoorbeeld het Beleid aanwijzing bedrijfsbrandweer, het Handhavingsbeleid

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur in de openbare vergadering van 5 november 2015,

de voorzitter,

mr. P.G.A. Noordanus

de secretaris,

N. van Mourik