Verordening op de heffing en de invordering van rechten Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 

Geldend van 07-12-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Rechten VRR

Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, gelet op artikel 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en gelet op artikel 4 Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

gezien het advies van het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

B E S L U I T

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van rechten Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (“Verordening Rechten VRR”)

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'rechten' worden geheven:

    • a.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van, voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond in beheer of in onderhoud zijn;

    • b.

      rechten voor het genot van door of vanwege de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond verstrekte diensten.

  • 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b.

      het beperken van brandgevaar;

    • c.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d.

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

    • e.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • f.

      de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet Veiligheidsregio’s.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a.

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

  • b.

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. De bij deze verordening behorende tarieventabel wordt jaarlijks door het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond vastgesteld.

  • 3. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld, waaronder mede wordt verstaan een nota of een rekening. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. Indien zich ten aanzien van één en dezelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving.

  • 2. Indien de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten worden betaald binnen één maand na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Het Retributiebesluit Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond (“Retributiebesluit RHRR”), vastgesteld op 22 november 1993, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, het ingetrokken besluit gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Rechten VRR”.

  • 6.

    Deze verordening wordt gepubliceerd op de website van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (www.vr-rr.nl).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond d.d. 6 december 2010.
De voorzitter,
A.Aboutaleb
De secretaris,
J.D. Berghuijs