Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2015

Geldend van 18-09-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2015

Intitulé

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2015

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

Overwegende:

dat bij besluit van de directieraad van 26 februari 2014 is besloten dat de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond per 1 april 2014 voor het beschrijven en waarderen van functies aansluiting zoekt bij het sectorale functiewaarderingssysteem HR21;

dat het noodzakelijk is dat in lijn met de uitgangspunten van HR21 een nieuwe procedureregeling, afgestemd op een generieke wijze van beschrijven en waarderen, wordt vastgesteld;

dat hiermee wordt afgeweken van de Rotterdamse Regeling generieke functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Rotterdam 2009;

Gelet op:

- Artikel 35, eerste lid van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

- Artikel 29 van het Ambtenarenreglement Rotterdam;

- het bepaalde in het Bezoldigingsbesluit 1993;

de instemming van de Centrale ondernemingsraad d.d. 6 mei 2014 met betrekking tot de aansluiting bij HR21;

de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg van 9 februari 2015 ter zake de inhoud van deze regeling;

Besluit vast te stellen:

Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2015,

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Functie: het samenstel van taken en of werkzaamheden dat, afgeleid uit de taakstelling van de organisatie, is opgedragen aan een functiehouder.

  • b.

    Functiebeschrijving: de normbeschrijving dan wel de lokale functiebeschrijving die een resultaatgerichte weergave is van aard, overwegend karakter, niveau en complexiteit van taken.

  • c.

    Functiehouder:

    - de ambtenaar in de zin van artikel 1, eerste lid onder a van het Ambtenarenreglement.

    - de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst is aangegaan in de zin van de Arbeidsovereenkomstenverordening 2002.

  • d.

    Normbeschrijving: de generieke functiebeschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21. De normbeschrijving is voorzien van een vaste waardering (puntenreeks).

  • e.

    Lokale functiebeschrijving: de volgens het format van HR21 lokaal gewijzigde normbeschrijving of toegevoegde (nieuwe) functiebeschrijving.

  • f.

    Functiewaardering: het bepalen van de relatieve functiewaarde van een functiebeschrijving aan de hand van de in HR21 vastgelegde waarderingsmethode.

  • g.

    Bevoegd gezag: het  dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam–Rijnmond.

  • h.

    Bestuurder: algemeen directeur

  • i.

    Directieraad: de algemeen directeur en de directeuren.

  • j.

    Directie: een van de als zodanig benoemde onderdelen van de VRR van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.

  • k.

    Externe deskundige: een door de systeemhouder (VNG) erkend deskundige inzake de ontwikkeling, toepassing en werking van HR21.

  • l.

    Gecertificeerde gebruiker: de volgens de normering van de externe deskundige opgeleide lokale gebruiker die geautoriseerd is om te werken met HR21.

  • m.

    Toetsingscommissie: de commissie, bedoeld in artikel 6 van deze regeling.

  • n.

    Bezwarencommissie: de commissie, bedoeld in artikel 7 van deze regeling.

  • o.

    Waarderingsadvies: de in het eindadvies functiewaardering opgenomen waarderingsresultaten.

  • p.

    Projectgroep: vertegenwoordigers van de COR, de verschillende directies binnen de VRR en P&O.

Artikel 2 Vaststelling functiebeschrijvingen

  • 1. De bestuurder selecteert (in samenspraak met de externe deskundige en/of een gecertificeerde gebruiker) per functie een normbeschrijving uit HR21. Indien de normbeschrijving voor de functie onvolledig is, dan wel een voor de functie dekkende normbeschrijving niet beschikbaar is, wordt een lokale functiebeschrijving opgesteld.

  • 2. De geselecteerde normbeschrijving(en) en/of lokale functiebeschrijving(en), wordt/worden besproken binnen de directieraad en door of namens de bestuurder voorlopig vastgesteld. De voorlopig vastgestelde functiebeschrijving(en) wordt/worden door de bestuurder ter informatie aangeboden aan de Centrale ondernemingsraad.

  • 3. Indien sprake is van een organisatiebrede functiebeschrijvingsronde, of indien sprake is van een organisatorische verandering zoals bedoeld in artikel 25 lid 1 van de WOR, dan stelt de bestuurder de Centrale ondernemingsraad in de gelegenheid advies uit te brengen over de voorgenomen vaststelling van de functiebeschrijvingen. Artikel 25 lid 2 tot en met 6 en artikel 26 WOR zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid, legt de bestuurder de functiebeschrijvingen ter vaststelling voor aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag stelt de tot stand gekomen (norm- en lokale) functiebeschrijvingen bij besluit vast.

Artikel 3 Vaststelling waarderingen

  • 1. In opdracht van het bevoegd gezag worden door de gecertificeerde gebruiker en externe deskundige, aan de hand van de in HR21 vastgelegde functiewaarderingsmethode alle lokale functiebeschrijvingen gewaardeerd.

  • 2. De waarderingsresultaten van de functiebeschrijvingen worden ter toetsing aangeboden aan de externe deskundige en/of directie en/of paritair samengestelde toetsingscommissie.

  • 3. Het waarderingsadvies wordt aangeboden aan het bevoegd gezag. Het waarderingsadvies bevat in ieder geval:

    • a.

      Een motivering, gerubriceerd per invalshoek en dimensie, van de subscores en de totaalscore per lokale functiebeschrijving;

    • b.

      Een overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle lokale functiebeschrijvingen;

    • c.

      Een gecombineerd overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen;

    • d.

      Een verslag van de toetsing als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

  • 4. Het bevoegd gezag stelt de waarderingen van de lokale functiebeschrijvingen en normbeschrijvingen bij besluit vast met inachtneming van het eindadvies functiewaardering. Afwijking van dit advies kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten.

Artikel 4 Vaststelling conversietabel

  • 1. Het bevoegd gezag stelt op basis van de vastgestelde salarisstructuur, na verkregen overeenstemming binnen de commissie voor Georganiseerd Overleg, een conversietabel vast. Wijziging van de salarisstructuur vindt niet plaats zonder overeenstemming binnen de Commissie voor Georganiseerd Overleg.

  • 2. Door middel van toepassing van de vastgestelde conversietabel worden de waarderingen van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen omgezet naar functionele schalen.

Artikel 5 Voorbereiding indelingsadvies, indelingsbesluit en bezwaar

  • 1. De projectgroep adviseert (in samenspraak met de externe deskundige en/of de gecertificeerde gebruiker) het bevoegd gezag over de indeling van de functies in norm- en/of lokale functiebeschrijvingen.

  • 2. In geval van een organisatie-brede functiebeschrijvingsronde, of indien sprake is van een ingrijpende organisatorische verandering, wordt het indelingsadvies ter advisering voorgelegd aan de centrale ondernemingsraad. Artikel 25 lid 2 tot en met 6 en artikel 26 WOR zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het bevoegd gezag maakt aan de functiehouder schriftelijk bekend welke functiebeschrijving zij voornemens is op de functie van toepassing te verklaren (indelingsbesluit). In het voorgenomen indelingsbesluit zijn tevens de gevolgen opgenomen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging.

  • 4. De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn/haar zienswijze over de indeling in de norm- of lokale functiebeschrijving kenbaar te maken. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijze bedraagt twee weken. De zienswijze wordt schriftelijk en gemotiveerd kenbaar gemaakt aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag legt de zienswijze ter advisering voor aan de bestuurder.

  • 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in het vierde lid maakt het bevoegd gezag, indien van toepassing na kennisneming van de ingediende zienswijze(n) van de functiehouder(s) en het advies van de bestuurder, schriftelijk en gemotiveerd aan de functiehouder bekend in welke functiebeschrijving de functie van de functiehouder is ingedeeld en welke de gevolgen zijn voor de inschaling, het salaris en/of bezoldiging. Deze mededeling is een besluit als bedoeld in artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht. Tegen dit besluit kan de functiehouder schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij het bevoegd gezag.

Artikel 6 Toetsingscommissie

  • 1. Nadat het bevoegd gezag het voorgenomen indelingsbesluit heeft vastgesteld, toetst een onafhankelijke commissie of alle functies op de juiste normfuncties van HR21 zijn ingedeeld.

  • 2. De toetsingscommissie bestaat uit:

    • a.

      een lid aan te wijzen door het bevoegd gezag, niet zijnde een bestuurder van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond of anderszins werkzaam voor of bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

    • b.

      een lid aan te wijzen door de werknemersdelegatie vanuit de Centrale Ondernemingsraad, niet werkzaam bij of voor de gemeente of vaste adviseur van de werknemersdelegatie in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

    • c.

      een voorzitter, aan te wijzen door de leden onder a en b.

  • 3. Een lid van de toetsingscommissie kan niet tevens lid zijn van de bezwarencommissie.

  • 4. Aan de toetsingscommissie wordt een door het bevoegd gezag aan te wijzen functionaris als secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht.

Artikel 7 Bezwarencommissie

  • 1. Er is een onafhankelijke commissie van bezwaar en beroep inpassing ingesteld ingevolge artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De bezwarencommissie bestaat uit:

    • a.

      een lid aan te wijzen door het bevoegd gezag, niet zijnde een bestuurder van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond of anderszins werkzaam voor of bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

    • b.

      een lid aan te wijzen door de werknemersdelegatie vanuit de Centrale Ondernemingsraad, niet werkzaam bij of voor de gemeente of vaste adviseur van de werknemersdelegatie in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

    • c.

      een voorzitter, aan te wijzen door de leden onder a en b.

  • 3. Een lid van de bezwarencommissie kan niet tevens lid zijn van de toetsingscommissie.

  • 4. Aan de bezwarencommissie wordt een door het bevoegd gezag aan te wijzen functionaris als secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht.

  • 5. De bezwarencommissie adviseert het bevoegd gezag over de ontvankelijkheid en inhoud van bezwaren voortvloeiende uit de besluitvorming ex artikel 5 van deze regeling.

  • 6. De bezwarencommissie hoort de bezwaarde in tegenwoordigheid van de werkgever. De bezwaarde kan zich laten bijstaan door een adviseur. Het staat de bezwarencommissie vrij bij de behandeling van het bezwaarschrift informanten te raadplegen. De commissie krijgt alle informatie die zij nodig acht om haar werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten.

  • 7. De bezwarencommissie dient bij elke vergadering voltallig tot besluitvorming te komen. Minderheidsstandpunten kunnen worden ingenomen. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht en bevat tenminste een verslag van het horen.

Artikel 8 Nieuwe en gewijzigde taken

  • 1. Indien aan een functiehouder, door of namens de directeur, nieuwe of gewijzigde taken worden opgedragen, dan heroverweegt het bevoegd gezag, na en met inachtneming van het advies van de bestuurder, de indeling in de functiebeschrijving.

  • 2. Indien de heroverweging leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan is het bepaalde in artikel 5 (met uitzondering van lid 2) van overeenkomstige toepassing. In het geval dat de heroverweging niet leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan wordt de functiehouder hiervan onverwijld in kennis gesteld.

Artikel 9 Wijziging functiebeschrijvingen

  • 1. Bij wijziging van de structuur, taken of doelstellingen van de organisatie wordt, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, door of namens de bestuurder bezien of de vastgestelde functiebeschrijvingen volledig en/of toereikend zijn. Het selecteren, wijzigen of opstellen van nieuwe functiebeschrijvingen verloopt volgens de procedure als beschreven in artikel 2.

  • 2. Een verzoek tot heroverweging van de bestaande functiebeschrijvingen kan ook worden ingediend door de Centrale Ondernemingsraad.

Artikel 10 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1. Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen omtrent hetgeen in deze procedureregeling is neergelegd voor zover aard en strekking van deze regeling zich daartegen niet verzetten. Indien en voor zover bij nadere regels van deze regeling wordt afgeweken, dient hierover voorafgaand instemming te worden gevraagd aan de ondernemingsraad. Het bepaalde in artikel 27 lid 2 t/m 7 WOR is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet beslist het bevoegd gezag.

  • 3. Deze regeling, welke kan worden aangehaald als ‘Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2015', treedt terstond in werking na publicatie / bekendmaking dezes en vervangt alle voorgaande regelingen en werkt terug tot 1 april 2015.

Ondertekening

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, 7 september 2015.
Secretaris,
A. Littooij
Voorzitter,
A. Aboutaleb