Regeling Mobiele communicatiemiddelen VrZW

1. Mobiele communicatiemiddelen worden verstrekt wanneer deze voor het uitoefenen van een functie noodzakelijk zijn.

2. Voordat tot verstrekking van mobiele telefoon, tablet of laptop wordt overgegaan dient de medewerker een gebruikersovereenkomst te ondertekenen.

3. De medewerker is gehouden verantwoord om te gaan met de verstrekte middelen, als bedoeld in de artikelen 15:1 en 19:31 CAR-UWO, en het maken van onnodige kosten te vermijden.

1. Mobiele communicatiemiddelen en abonnementen worden beschikbaar gesteld voor zakelijk gebruik. Controle geschiedt op basis van artikel 4 van deze regeling.

2. Voor het voeren van internationale gesprekken ten behoeve van VrZW is vooraf toestemming van de leidinggevende vereist.

3. Kosten die voortkomen uit internationale privégesprekken met de telefoon worden volledig verrekend. Onder internationale gesprekken worden verstaan:

• -

  het bellen naar internationale nummers;

• -

  het voeren van gesprekken in het buitenland.

4. De meerkosten van privégebruik van mobiele communicatiemiddelen boven 10% van het totaal worden verrekend met het salaris, rekening houdend met het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.

5. Het volgende gebruik van voorzieningen wordt als onacceptabel beschouwd:

• -

  gebruik van onbetamelijke c.q. niet-werkgerelateerde service- en amusementsnummers;

• -

  het gebruik van de voorzieningen op een wijze die bedreigend, beledigend, seksueel getint, racistisch dan wel discriminerend is.

1. Bij het ontstaan van schade door schuld of nalatigheid van de medewerker wordt deze verhaald op de medewerker, als bedoeld in de artikelen 15:1:12 en 19:37 CAR-UWO.

2. In geval van diefstal doet de medewerker aangifte bij de politie en overlegt daarvan een bewijs aan VrZW.

1. De gebruikskosten van de verstrekte middelen worden periodiek gecontroleerd.

2. Wanneer bij controle afwijkingen van het gangbare patroon worden geconstateerd, is dat reden voor nader onderzoek.

3. Voordat de verrekening plaatsvindt als bedoeld in artikel 2 lid 4 van deze regeling, wordt de medewerker gehoord over de oorzaak van de overschrijding van de gestelde limiet.

1. Op overtreding van de bepalingen van deze regeling kan een disciplinaire straf volgen, als bedoeld in de artikelen 16.1.1 en 19:38 CAR-UWO, en verder.

2. Alvorens een disciplinaire straf wordt opgelegd, wordt de medewerker in de gelegenheid gesteld mondeling of schriftelijk zijn zienswijze daaromtrent te geven.

3. De disciplinaire straf staat los van de verplichting de gemaakte kosten aan VrZW terug te betalen conform het bepaalde in deze regeling.