Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken wet sociale werkvoorziening

Geldend van 24-07-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken wet sociale werkvoorziening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bestuur: het bestuur van het Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven;

    • b.

      de wet: de Wet sociale werkvoorziening;

    • c.

      periodieke subsidie: de loonkostensubsidie en overige aan de werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele kosten.

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten

Het bestuur stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten en de kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van een begeleid werkenplaats voor elk te verstrekken persoonsgebonden budget voor het daarop volgende kalenderjaar.

Artikel 3 Invulling voorwaarden adequate werkplek

  • 1. Het bestuur verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde die daar recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de Wsw-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld.

  • 2. De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      zijn onderneming is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in het geval de betreffende onderneming een inschrijvingsplicht heeft;

    • b.

      de aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op de indicatiestelling en mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde, als passend aan te merken;

    • c.

      de duur van het dienstverband bedraagt tenminste twaalf maanden, met een mogelijkheid tot verlenging;

    • d.

      de salariëring is gebaseerd op de onderneming of de voor betreffende branche geldende CAO of arbeidsvoorwaarden;

    • e.

      de werkplek en werkomstandigheden voldoen aan de arbonormen.

  • 3. De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      de begeleidingsorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      de begeleidingsorganisatie en/of haar medewerkers zijn gekwalificeerd voor het begeleiden van de Wsw-geïndiceerde voor wie het persoonsgebonden budget is bestemd;

    • c.

      de begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld.

  • 4. In individuele gevallen behoeft niet voldaan te worden aan de vereisten zoals genoemd in lid 3, indien de begeleidingsorganisatie, naar het oordeel van het bestuur, in staat is om de Wsw-geïndiceerde adequaat te begeleiden.

Artikel 4 De wijze van vaststelling van de periodieke subsidie aan de werkgever

  • 1.

    Het bestuur stelt op voorstel van de Wsw-geïndiceerde de hoogte van de subsidie aan de werkgever vast op basis van een loonwaardeonderzoek, waarbij een externe deskundige ingezet kan worden.

  • 2.

    De periodieke subsidie bedraagt op jaarbasis maximaal de Rijksbijdrage Wsw minus de uitvoeringskosten als bedoeld in artikel 2 en de vergoeding van de begeleidingsorganisatie als bedoeld in artikel 6.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 en 10 van deze verordening vindt periodiek een loonwaardeonderzoek plaats in geval er sprake is van een dienstverband voor onbepaalde tijd. Op basis van dit loonwaardeonderzoek vindt herbeoordeling van de hoogte van de subsidie plaats in relatie tot de actuele loonwaarde.

Artikel 5 Herziening van de loonkostensubsidie

  • 1. Op verzoek van de werkgever kan een loonkostensubsidie worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is.

  • 2. De loonkostensubsidie kan ambtshalve worden gewijzigd als hier aanleiding toe is.

Artikel 6 De vergoeding aan de begeleidingsorganisatie

  • 1. Het aantal uren aan begeleiding dat door het bestuur wordt vergoed dient proportioneel te zijn en bedraagt maximaal 15% van het aantal uren dat door de Wsw-geïndiceerde bij de werkgever wordt gewerkt.

  • 2. De vergoeding aan de begeleidingsorganisatie bedraagt op jaarbasis maximaal de Rijksbijdrage Wsw minus de uitvoeringskosten als bedoeld in artikel 2 en de periodieke subsidie als bedoeld in artikel 4. Deze vergoeding dient proportioneel te zijn.

  • 3. De kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van een begeleid werkenplaats (jobfinding) komen alleen voor vergoeding in aanmerking als dit leidt tot het tot stand komen van een arbeidsovereenkomst van minimaal twaalf maanden.

Artikel 7 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht

  • 1.

    Het bestuur kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht als uit een rapport van een deskundige blijkt dat aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, deze persoonsgerelateerd zijn, en het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen.

  • 2.

    De vergoeding dient proportioneel te zijn.

  • 3.

    Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken komen niet in aanmerking voor vergoeding.

  • 4.

    Een vergoeding wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een dienstverband van minimaal twaalf maanden.

  • 5.

    Aan dit artikel kan ook toepassing worden gegeven door middel van het in bruikleen beschikbaar stellen van hulpmiddelen aan de werkgever.

  • 6.

    Het bestuur regelt de wijze van uitbetaling van de vergoeding.

Artikel 8 Indienen van de aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt ingediend door middel van een volledig ingevulde aanvraag. De aanvraag wordt ondertekend door de Wsw-geïndiceerde, de werkgever en de begeleidingsorganisatie.

  • 2. Het bestuur stelt ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vast.

Artikel 9 Beslistermijn

  • 1. Het bestuur besluit over de aanvraag binnen vier weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2. Het bestuur kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het bestuur stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 10 Het besluit tot verlenen van de periodieke subsidie

Het besluit tot verlening van een periodieke subsidie bevat in ieder geval:

  • a.

    de subsidieverleningperiode, de hoogte van de periodieke subsidie en de wijze waarop deze kan worden aangepast;

  • b.

    wijze van betaling van de subsidie;

  • c.

    de verplichtingen van de werkgever.

Artikel 11 Tussentijdse verantwoording

  • 1. De werkgever verstrekt binnen tien werkdagen na afloop van ieder kwartaal aan het bestuur een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande kwartaal betaalde bruto CAO-loon van de Wsw-geïndiceerde.

  • 2. In de voorwaarden en regeling begeleid werken van het bestuur is opgenomen waaraan deze tussentijdse verantwoording verder dient te voldoen.

Artikel 12 Het vaststellen van de periodieke subsidie

  • 1. De werkgever verstrekt binnen vier weken na afloop van het tijdvak waarover subsidie is verleend, aan het bestuur een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande tijdvak betaalde bruto CAO-loon van de Wsw-geïndiceerde.

  • 2. Het bestuur stelt de periodieke subsidie binnen vier weken na ontvangst van deze opgave vast.

Artikel 13 Verplichtingen van de werkgever

  • 1. De werkgever doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het bestuur van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie.

  • 2. De werkgever bewaart alle bewijsstukken die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen tenminste vijf jaren na de vaststelling van de subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking aan het bestuur voor controledoeleinden.

Artikel 14 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing ervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

 

  • 2.

    Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 4 en/of de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie als bedoeld in artikel 6, indien door het bestuur vastgesteld wordt dat dit noodzakelijk is voor het realiseren van een begeleid werken plek.

 

  • 3.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 15 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken sociale werkvoorziening.

  • 2.

     Zij treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2008.