Regeling vervallen per 01-11-2010

Regeling terugvordering en verhaal Veldhoven 2010

Geldend van 01-11-2010 t/m 31-10-2010

Intitulé

Regeling terugvordering en verhaal Veldhoven 2010

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder College: het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in het Burgerlijk Wetboek, de Wet werk en bijstand, de Wet Investeren in Jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1.2 Gebruikmaking bevoegdheden

  • 1.

    Het College maakt gebruik van de bevoegdheid tot:

    • a.

      het herzien of intrekken van het toekenningsbesluit ingevolge artikel 54 lid 3 van de Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 40 lid 3 WIJ;

    • b.

      het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand zoals neergelegd in de artikelen 58 tot en met 60 van de WWB; c. het terugvorderen van ten onrechte verleende inkomensvoorziening zoals neergelegd in de artikel 54 tot en met 56 van de (WIJ); d. het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand op grond van artikelen 25 tot en met 33 van de IOAW; e. het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand op grond van de artikelen 25 tot en met 33 van de IOAZ; f. het bruteren van het terug c.q. in te vorderen bedrag met.de kosten als genoemd in artikel 58 lid 4 WWB en artikel 54 van de WIJ.

  • 2.

    Het College vordert persoonsgebonden budgetten en/of andere toegekende voorzieningen op grond van de WMO terug op grond van artikel 3.9 lid 2 en artikel 7.9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Veldhoven 2010. Dit geschiedt met inachtneming van afdeling 4.4.1 Awb en de Regeling Terugvordering en Verhaal.

  • 3.

    Het College maakt gebruik van de bevoegdheid tot:

    • -

      verhaal van kosten van bijstand zoals neergelegd in de artikelen 61 tot en met 62 van de WWB.

    • -

      het verhaal van kosten van de inkomensvoorziening zoals neergelegd in artikel 57 van de WIJ;

Hoofdstuk 2 Herziening en intrekking

Artikel 2.1 Afzien van de bevoegdheid tot herziening/intrekking

  • 1.

    Het College kan op grond van dringende redenen afzien van het nemen van een herzienings- of intrekkingsbesluit.

  • 2.

    Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing indien er sprake is van verwijtbare gedragingen van de belanghebbende.

Hoofdstuk 3 Terugvordering

Artikel 3.1 - Inhoud terugvorderingsbesluit

  • 1.

    Het College deelt in het terugvorderingsbesluit aan de belanghebbende mede:

    • a.

      de reden van terugvordering

    • b.

      tot welk bedrag en over welke periode de ten onrechte ontvangen bijstand wordt teruggevorderd;

    • c.

      de termijn of termijnen waarbinnen de belanghebbende de ten onrechte ontvangen bijstand dient terug te betalen;

    • d.

      de wijze waarop de betaling dient te geschieden

    • e.

      de ingangsdatum van de onder sub c genoemde termijn, en wel in het bijzonder de vervaldatum daarvan;

    • f.

      de vervaldatum van de eerste termijnbetaling c.g de hervatting van de aflossingsverplichting onder d. ligt 6 weken na de dagtekening van het terugvorderingsbesluit als bedoeld in dit artikel, doch uiterlijk op de eerste van de maand volgend op die 6 weken;

  • 2.

    In de periode als genoemd in lid 1 onder f. kan belanghebbende verzoeken, tot een minnelijke schikking te komen. Aan de minnelijke schikking zijn dezelfde voorwaarden verbonden, als genoemd in dit artikel, alsmede worden de bepalingen, genoemd in artikel 4.3 t/m 4.5 van toepassing geacht;

Artikel 3.2 - Verplichtingen met betrekking tot de terugvordering

  • 1.

    Het aflossingsbedrag, zoals medegedeeld in het terugvorderingsbesluit of dat met de belanghebbende op grond van een minnelijke regeling tot stand is gekomen, geldt als een opgelegde betalingsverplichting.

  • 2.

    Tenminste één keer per jaar verrichten burgemeester en wethouders onderzoek naar de hoogte van het inkomen. Indien het inkomen daartoe aanleiding geeft wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld.

  • 3.

    Bij beëindiging van de bijstand of inkomensvoorziening wordt de betalingsverplichting binnen 6 maanden na de beëindiging opnieuw vastgesteld.

Artikel 3.3 - Afzien van terugvordering

    • 1.

      Het College ziet af van het nemen van een terugvorderingsbesluit indien hiertoe een dringende reden aanwezig is.

    • 2.

      Het College kan afzien van invordering indien het bedrag lager is dan het bedrag als genoemd in de Regeling terugvordering geringe bedragen.

    • 3.

      Lid 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing indien er sprake is van verwijtbare gedragingen van de belanghebbende.

Hoofdstuk 4 Kwijtschelding

Artikel 4.1 – Afzien van (verdere) invordering

  • 1.

    In afwijking van artikel 3.3 kan het College van invordering of van verdere invordering afzien, indien de belanghebbende:

    • a.

      gedurende 36 aaneengesloten maanden volledig aan de door ons opgelegde betalingsverplichting heeft voldaan;

    • b.

      gedurende 36 maanden niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald;

    • c.

      gedurende 36 maanden geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of d. een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom, in één keer aflost.

  • 2.

    Indien de terugvordering het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17 eerste lid WWB, beziet het College in afwijking van lid 1 pas na vijf jaar op verzoek van belanghebbende of er individuele gronden aanwezig zijn tot gedeeltelijke kwijtschelding. Als er gronden voor kwijtschelding aanwezig zijn kan aan belanghebbende een voorstel worden gedaan de restantvordering af te kopen tegen betaling van 50% van de restvordering. Gedeeltelijke kwijtschelding is slechts mogelijk indien belanghebbende de voorafgaande vijf jaar stipt aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Artikel 4.2 - Geen kwijtschelding bij pand of hypotheek

Kwijtschelding als bedoeld in artikel 4.1 vindt niet plaats ten aanzien van vorderingen welke door pand of hypotheek op een zaak zijn gedekt, behoudens voor zover zij niet op die goederen verhaald kunnen worden.

Artikel 4.3 - Kwijtschelding wegens schuldsanering

  • 1.

    Het College kan besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde bijstand indien:

    • a.

      redelijkerwijs te voorzien is dat belanghebbende niet zal kunnen voortgaan methet betalen van zijn schulden, en naar ons oordeel redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in artikel 4.2 bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en

    • b.

      de vordering van de gemeente wegens teruggevorderde bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

  • 2.

    Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing indien de vordering het gevolg is van verwijtbare gedragingen van de belanghebbende.

Artikel 4.4 - Inwerkingtreding kwijtscheldingsbesluit bij schuldsanering door derden

Het besluit tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van teruggevorderde bijstand treedt niet in werking voordat een schuldenregeling tot stand is gekomen.

Artikel 4.5 - Intrekking kwijtscheldingsbesluit bij schuldsanering

Het College trekt het besluit tot het geheel of gedeeltelijk kwijtschelden van de teruggevorderde bijstand in of wijzigen dit ten nadele van de belanghebbende indien:

  • a.

    niet binnen twaalf maanden nadat het besluit bekend is bekendgemaakt, een schuldenregeling tot stand is gekomen;

  • b.

    de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldenregeling voldoet; of

  • c.

    onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Hoofdstuk 5 Invordering

Artikel 5.1 - Verplichtingen met betrekking tot de invordering

  • 1.

    Het aflossingsbedrag, zoals medegedeeld in het terugvorderingsbesluit of dat met de belanghebbende op grond van een minnelijke regeling tot stand is gekomen, geldt als een opgelegde betalingsverplichting.

  • 2.

    Het College verricht tenminste één keer per jaar onderzoek naar de hoogte van het inkomen. Indien het inkomen daartoe aanleiding geeft, stelt het College als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vast.

Artikel 5.2 - Aanmaning

  • 1.

    Bij het niet nakomen van de verplichting, zoals deze is opgenomen in het terugvorderingsbesluit, zoals genoemd in artikel 3.2 wordt een aanmaning verstuurd.

  • 2.

    In de aanmaning, als bedoeld onder lid 1. wordt alsnog een termijn van twee weken doch uiterlijk op de eerste van de maand volgend op die 2 weken geboden om de vordering te voldoen, althans de termijnbetalingen te starten c.q. voort te zetten;

Artikel 5.3 - Rente en kosten

Indien het College moet overgaan tot het versturen van een aanmaning of dwangbevel, dan verhoogt het College de vordering met: - een vergoeding voor de aanmaning ex artikel 4:113 Abw; - de kosten van de betekening en uitvoering van een dwangbevel ex artikel 4:120 Abw

Artikel 5.4 - Afzien van invordering

  • 1.

    Het College ziet af van invordering:

    • a.

      indien het terug te vorderen bedrag lager is dan het bedrag genoemd in de Regeling terugvordering geringe bedragen of

    • b.

      indien daarvoor, gelet op de omstandigheden van de belanghebbende, dringende redenen aanwezig zijn.

  • 2.

    Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing indien er sprake is van verwijtbare gedragingen van de belanghebbende.

HOOFDSTUK 6 Verhaal

Besluit tot verhaal

Artikel 6.1 - Afzien van verhaal

Het College ziet geheel of gedeeltelijk af van verhaal indien:

  • a.

    blijkt dat de draagkracht van de onderhoudsplichtige lager is dan € 50,00 per maand; of

  • b.

    daarvoor, gelet op de omstandigheden van degene die de bijstand ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn; of c. de kosten van bijstand of inkomensvoorziening , meer dan vijf jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot verhaal zijn gemaakt

Artikel 6.2 - Inhoud verhaalsbesluit

  • 1. Een besluit tot verhaal op grond van artikel 20 deelt het Collegemede aan degene op wie verhaal wordt gezocht. Het besluit vermeldt het bedrag of de bedragen waarvan, evenals de termijn of termijnen waarbinnen, betaling wordt verlangd en de wijze waarop het besluit, bij gebreke van tijdige betaling, ten uitvoer wordt gelegd.

  • 2. Bij verhaal op de nalatenschap kan het College de mededeling richten tot de langstlevende echtgenoot of een der erfgenamen die geacht kan worden bij de afwikkeling van de nalatenschap te zijn betrokken.

Artikel 6.3 - Heronderzoek

Tenminste één keer per 18 maanden verricht het College onderzoek naar de draagkracht voor het voldoen van een verhaalsbijdrage. Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven stelt het College als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vast.

Verhaal in geval van schuldsanering

Artikel 6.4 - Afzien van verhaal wegens schuldsanering

In afwijking van artikel 6.1 kan het College, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:

  • a.

    naar ons oordeel redelijkerwijs te voorzien is dat degene op wie wordt verhaald niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden;

  • b.

    naar ons oordeel redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen; en

  • c.

    de vordering van de gemeente wegens verhaal van bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

Artikel 6.5 - Inwerkingtreding besluit tot afzien verhaal wegens schuldsanering door derden

Het besluit tot het geheel of gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling als bedoeld in artikel 6.4 tot stand is gekomen.

Artikel 6.6 - Intrekking besluit afzien van verhaal wegens schuldsanering

Het College trekt het besluit tot het geheel of gedeeltelijk afzien van verhaal in of wijzigen dit ten nadele van de belanghebbende indien:

  • a.

    niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen die voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 6.4 sub a, b en c;

  • b.

    de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of

  • c.

    onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Invordering

Artikel 6.7 - Afzien van invordering

Het College ziet geheel of gedeeltelijk af van invordering, danwel schorten de invordering op indien daarvoor, gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die de bijstand of een inkomensvoorziening ingevolge de WIJ ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 6.8 - Verhaal in rechte

Indien de belanghebbende niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden aan de gemeente te betalen dan wel niet of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat, kan het College besluiten tot verhaal in rechte.

Hoofdstuk 7 Overige bepalingen

Artikel 7.1 Intrekking

De Regeling Terugvordering en Verhaal Veldhoven 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 7.2- Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 november 2010

Artikel 7.3 - Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Terugvordering en Verhaal Veldhoven 2010