Regeling vervallen per 01-01-2016

Mandaatbesluit heffingsambtenaar 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Mandaatbesluit heffingsambtenaar 2015

MANDAATBESLUIT HEFFINGSAMBTENAAR 2015

De heffingsambtenaar;

overwegende dat het college van burgemeester en wethouders d.d.

4 juni 2012 heeft besloten om het hoofd van de afdeling Publiekszaken aan te wijzen als heffingsambtenaar, bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1, lid 2, van de Wet waardering onroerende zaken;

gelet op het bepaalde in de artikelen 10:1 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

  • I.

    Onder intrekking van de eerder door de heffingsambtenaar verleende mandaten, de uitoefening van de bevoegdheden, zoals vermeld in het bij dit besluit behorend overzicht, op te dragen aan de daarbij aangegeven functionarissen;

  • II.

    De volgende algemene bepalingen vast te stellen en van toepassing te verklaren op de bevoegdheden, zoals bedoeld onder I. van dit besluit:

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

Onder mandaat wordt in dit besluit verstaan de machtiging tot het in naam en onder verantwoordelijkheid van de heffingsambtenaar uitoefenen van een besluitbevoegdheid, zulks met inbegrip van de ondertekeningsbevoegdheid.

Artikel 2. Kaderstelling

  • 1. De uitoefening van de bevoegdheden geschiedt met inachtneming van de kaders en specifieke voorwaarden, zoals aangegeven in het onder I. bedoelde overzicht.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid geschiedt de uitoefening van de bevoegdheden binnen de grenzen van het recht, waarop deze bevoegdheden steunen en de terzake geldende uitvoeringsregels.

  • 3. Voor zover de uitoefening van de bevoegdheden financiële consequenties voor de gemeente met zich brengt, geschiedt zulks met inachtneming van de terzake gestelde budgettaire kaders.

Artikel 3. Terugkoppeling

  • 1. Indien in enig geval wordt getwijfeld of de voorgenomen uitoefening van de bevoegdheid in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 2, oefent de gemandateerde zijn bevoegdheid niet uit dan nadat hij daarover overleg heeft gepleegd met de heffingsambtenaar.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid vindt in elk geval plaats indien:

    • a.

      de heffingsambtenaar de wens daartoe heeft kenbaar gemaakt;

    • b.

      de uitoefening van de bevoegdheid (vermoedelijk) bestuurlijke/ politieke consequenties zal hebben;

    • c.

      precedentwerking is te verwachten.

Artikel 4. Ondertekening

De ondertekening van uitgaande stukken, waarop de besluitbevoegdheid betrekking heeft, geschiedt als volgt:

-“De heffingsambtenaar,

- namens hem,”

gevolgd door de functie-aanduiding van de gemandateerde, diens handtekening en naam. Het gebruik van handtekeningstempels of voorbedrukte formulieren is toegestaan.

Artikel 5. Ondermandaat

Buiten de in bijbehorend overzicht aangegeven gevallen is de gemandateerde niet bevoegd om ondermandaat te verstrekken ten aanzien van enige bij dit besluit aan hem verleende bevoegdheid, tenzij en voor zover de heffingsambtenaar daarvoor toestemming heeft verleend.

Artikel 6. Toezicht en rapportage

  • 1. De mandaatgever draagt zorg voor het toezicht op de rechtmatige uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2. De gemandateerde draagt desgevraagd zorg voor periodieke rapportages aan de mandaatgever over de uitoefening van zijn gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 7. Register/bekendmaking

  • 1. De bij dit besluit verleende mandaten en de eventuele toekomstige wijziging of intrekking ervan, worden geregistreerd in een openbaar register.

  • 2. Dit besluit wordt bekendgemaakt op de wijze, zoals voorgeschreven in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Mandaatbesluit heffingsambtenaar 2015”.

Overzicht mandaten heffinsambtenaar 17-12-2014