Aanwijzingsbesluit ex artikel 2:6c Apv (Bouwgerelateerde objecten)

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Aanwijzingsbesluit ex artikel 2:6c Apv (Bouwgerelateerde objecten)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veldhoven;

overwegende dat het op grond van artikel 2:6a, lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) verboden is zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan;

dat het bevoegd bestuursorgaan op grond van artikel 2:6c van de Apv bevoegd is categorieën van voorwerpen aan te wijzen, al dan niet beperkt in plaats en tijd, waarvoor het verbod als hiervoor bedoeld niet geldt en daarbij voorschriften te stellen;

dat het college van burgemeester en wethouders in deze bevoegd is;

dat de voorschriften in dit besluit van toepassing zijn op de volgende bouwgerelateerde objecten:

  • ·

    containers;

  • ·

    (bouw)keten;

  • ·

    toiletunits;

  • ·

    steigers;

  • ·

    opslagruimte;

  • ·

    hoogwerkers;

  • ·

    bouwschuttingen;

  • ·

    bouwkranen;

dat het wenselijk is bouwgerelateerde objecten aan te wijzen, vanwege de wens om te dereguleren en de administratieve lasten van de gebruikers van deze voorwerpen te verminderen en op deze manier wel te kunnen reguleren door middel van het stellen van voorschriften;

gelet op artikel 2:6c van de Algemene plaatselijke verordening;

b e s l u i t :

Bouwgerelateerde objecten (zoals hierboven limitatief aangegeven) ,

als categorie van voorwerpen aan te wijzen zoals bedoeld in artikel 2:6c van de Algemene plaatselijke verordening, onder oplegging van de volgende voorschriften:

  • 1.

    Plaatsing van bouwgerelateerde objecten op een openbare plaats mag alleen plaatsvinden, indien op eigen terrein geen mogelijkheid is voor de plaatsing van deze voorwerpen en er ook geen alternatieven beschikbaar zijn;

  • 2.

    Degene die een bouwgerelateerd object op een openbare plaats wil plaatsen, maakt hiervan minimaal 2 weken voorafgaand aan de periode van plaatsing schriftelijk melding bij de gemeente via een door het college vastgesteld meldingsformulier en vermeldt daarbij duidelijk de locatie van plaatsing op een bij te voegen situatietekening;

  • 3.

    Het bouwgerelateerde object moet:

    • a.

      voldoen aan de veiligheidseisen conform CROW publicatie 130 (Richtlijnen voor het markeren van onverlichte obstakels);

    • b.

      zodanig geplaatst worden, zodat ten behoeve van het voetgangersverkeer een vrije loopruimte van 1.50 meter, gerekend vanaf de openbare weg, wordt vrijgehouden;

    • c.

      in het geval van een open container, buiten werktijden worden afgedekt met een dekzeil of soortgelijk materiaal;

  • 4.

    Het bouwgerelateerde object mag:

    • a.

      maximaal 31 dagen geplaatst worden;

    • b.

      niet op een invalidenparkeerplaats geplaatst worden;

    • c.

      geen overlast veroorzaken voor:

      • i.

        het overige verkeer,

      • ii.

        de doorgang van hulpdiensten (minimaal 4 meter breed en 4,2 meter hoog moet te allen tijde vrij gehouden worden) en

      • iii.

        de gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaken (de aanliggende percelen dienen onder andere bereikbaar te zijn);

    • d.

      geen bluswatervoorzieningen belemmeren (rondom een bluswatervoorziening dient steeds een obstakelvrije ruimte aanwezig te zijn met een diameter van minimaal 1,8 meter);

    • e.

      de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu niet in gevaar of in het geding brengen;

    • f.

      geen schade toebrengen aan de openbare plaats, gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

  • 5.

    Na afloop van iedere werkdag wordt de directe omgeving ontdaan van alle puin, afval, materialen e.d., verband houdende met de uitvoering van de werkzaamheden;

  • 6.

    Zodra de werkzaamheden geheel klaar zijn, geeft de melder dit door aan de afdeling Beheer & Realisatie van de gemeente Veldhoven. Deze afdeling kunt u bereiken via telefoonnummer 14 040;

  • 7.

    Beschadigingen van gemeente-eigendommen als gevolg van het geplaatst hebben van bouwgerelateerde objecten worden door de gemeente hersteld en worden in rekening gebracht aan de melder;

  • 8.

    De gemeente Veldhoven aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid tegenover derden, die uit het plaatsen van bouwgerelateerde objecten kan voortvloeien;

  • 9.

    Bij niet-naleving van een van de voorschriften moet het bouwgerelateerde object worden verwijderd. Indien het object niet binnen de gestelde termijn door of namens de melder wordt verwijderd, zal de gemeente dit doen op kosten van de melder.

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Aanwijzingsbesluit ex artikel 2:6c Apv (Bouwgerelateerde objecten)’ en treedt in werking op 1 januari 2016.