Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels bijzondere bijstand 2011 gemeente Velsen

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand 2011 gemeente Velsen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Velsen;

    • b.

      wet: de Wet werk en bijstand (verder afgekort als WWB);

    • c.

      WIJ: de Wet investeren in jongeren;

    • d.

      bijzondere bijstand: de bijstand als bedoeld in artikel 35 van de wet die bestemd is voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten die niet kunnen worden voldaan uit het relevante inkomen of het in aanmerking te nemen aanwezige vermogen;

    • e.

      langdurigheidstoeslag: de toeslag bedoeld in artikel 36 van de wet voor personen die langdurig een laag inkomen hebben, geen in aanmerking te nemen vermogen en geen uitzicht op inkomensverbetering;

    • f.

      bijstandsnorm: de norm zoals bedoeld in de artikelen 20 tot en met 30 van de wet;

  • 2.

    De begripsbepalingen van de wet en de overige in de wet opgenomen en daaruit voortvloeiende bepalingen zijn bij de toepassing van deze beleidsregels onverkort van toepassing.

Artikel 2 Vormen van bijstand

  • 1.

    Bijzondere bijstand wordt – tenzij dat in deze beleidsregels anders is bepaald – om niet verstrekt.

  • 2.

    Bijzondere bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening in de gevallen, bedoeld in artikel 48, tweede lid van de wet. Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen kan worden verleend in de vorm van een geldlening overeenkomstig het bepaalde in artikel 51 van de wet.

  • 3.

    Als de belanghebbende eigenaar is van een door hemzelf bewoonde woning waaraan een in aanmerking te nemen vermogen is verbonden, wordt de bijzondere bijstand verleend in de vorm van een geldlening met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 van de wet.

  • 4.

    Periodieke bijzondere bijstand wordt in beginsel voor onbepaalde tijd verleend. Jaarlijks wordt heronderzoek gedaan naar de noodzaak en de omvang van deze bijstand en naar de in aanmerking te nemen middelen.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1.

    Bijzondere bijstand wordt op aanvraag verstrekt. Kosten die zijn gemaakt voor de aanvraag is ingediend, komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking, tenzij het gemaakte (eigen bijdragen voor) medische kosten betreft. Hiervoor kan tot een half jaar na ontvangst van de nota een aanvraag worden ingediend.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kan voorts worden afgeweken, indien:

    • a.

      de aanvrager de aanvraag redelijkerwijs niet vooraf heeft kunnen indienen;

    • b.

      er bijzondere omstandigheden of dringende redenen zijn om voor reeds gemaakte kosten bijstand te verlenen.

  • 3.

    Bij toepassing van het tweede lid is het verlenen van bijzondere bijstand met terugwerkende kracht mogelijk tot maximaal 12 maanden voor de indiening van de aanvraag.

  • 4.

    De aanvraag om bijzondere bijstand wordt door gehuwden of daarmee gelijkgestelden gezamenlijk aangevraagd en ondertekend, dan wel door één van hen met schriftelijke toestemming van de ander.

  • 5.

    Aanvragen worden ingediend met de door het hoofd van de afdeling Sociale Zaken vastgestelde formulier en worden volledig ingevuld, ondertekend en voorzien van de gevraagde bewijsstukken.

Artikel 4 Beoordeling van de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om bijzondere bijstand wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      doen de kosten zich voor;

    • b.

      zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk;

    • c.

      vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden;

    • d.

      kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, het inkomen voor zover dat meer bedraagt dan de bijstandsnorm en het aanwezige vermogen boven de in artikel 34 van de wet genoemde grenzen.

  • 2.

    De langdurigheidstoeslag wordt niet bij de middelentoets betrokken. Er wordt in Velsen geen gebruik gemaakt van het drempelbedrag als bedoeld in artikel 35, tweede lid van de wet.

  • 3.

    Het in het eerste lid onder a, b. en c. bepaalde geldt niet voor categoriale regelingen als bedoeld in de artikelen 17 en 18 (voor zover het personen van 65 jaar en ouder betreft) van deze beleidsregels.

  • 4.

    Toegekende periodieke bijzondere bijstand wordt jaarlijks herbeoordeeld aan de hand van de in het eerste lid genoemde criteria.

  • 5.

    Er is geen recht op bijzondere bijstand als er een toereikende voorliggende voorziening is of als de voorliggende voorziening een bewuste keus heeft gemaakt om de kosten niet te vergoeden. Als de voorliggende voorziening om budgettaire redenen geen vergoeding geeft kan bijzondere bijstand worden verleend.

  • 6.

    Bij de vaststelling van het bedrag van de bijzondere noodzakelijke bestaanskosten wordt, behoudens individuele omstandigheden, uitgegaan van de bedragen genoemd in de bijlage bij deze beleidsregels en in aanvulling daarop bij de Prijzengids van het Nibud. Komen de kosten niet in deze bronnen voor dan wordt de bijzondere bijstand in redelijkheid vastgesteld.

Artikel 5 Inkomensgrens doelgroep

Tenzij in deze beleidsregels of in gemeentelijke verordeningen anders is bepaald, gelden de bijzondere bijstandsvoorzieningen voor inwoners van Velsen met een (gezamenlijk) inkomen van ten hoogste 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm dan wel de norm als bedoeld in de artikelen 26 tot en met 34 van de WIJ.

Artikel 6 Uitbetaling

  • 1.

    Tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald wordt de bijzondere bijstand uitbetaald nadat de betalingsbewijzen zijn ingeleverd.

  • 2.

    In situaties waarin de belanghebbende de kosten niet eerst zelf kan betalen, kan de bijstand in overleg met de aanvrager rechtstreeks aan de leverancier worden betaald of kan de aanvrager om een voorschot verzoeken als de kosten naar verwachting meer bedragen dan € 300,00. De bijstand wordt dan verleend onder de ontbindende voorwaarde dat het betalingsbewijs achteraf wordt overgelegd.

  • 3.

    Indien deze voorwaarde niet wordt nagekomen of als blijkt dat de bijzondere bijstand niet is besteed voor het doel waarvoor de bijstand is verstrekt, wordt het recht op de toegekende bijstand ingetrokken en wordt het betaalde bedrag teruggevorderd.

Hoofdstuk 2 Toeslagen

Artikel 7 Algemene bepalingen over toeslagen

De toeslagen in de vorm van bijzondere bijstand als bedoeld in dit hoofdstuk worden verstrekt in aanvulling op de in de concrete situatie geldende bijstandsnorm. Het (netto) inkomen boven deze norm en het vermogen boven de in de wet genoemde vrijlatingsgrenzen wordt volledig in aanmerking genomen.

Artikel 8 Jongerentoeslagen

  • 1.

    Bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke bestaanskosten van zelfstandig wonende jongeren van 18 tot 21 jaar wordt verleend indien en voor zover:

    • a.

      de noodzakelijk kosten van bestaan hoger zijn dan de voor de jongere geldende inkomensvoorziening in gevolge de WIJ;

    • b.

      in de hogere bestaanskosten niet kan worden voorzien door het delen van deze kosten met (een) ander(en);

    • c.

      voor deze kosten geen beroep kan worden gedaan op de ouder(s), omdat:

      • -

        de middelen van de ouder(s) niet toereikend zijn, of

      • -

        de jongere redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouder(s) niet te gelde kan maken.

  • 2.

    De jongere bedoeld in het eerste lid wordt in elk geval geacht zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouder(s) niet te gelde te kunnen maken, als de jongere op de ingangsdatum van de bijstandsverlening al 12 maanden of langer zelfstandig woont. In alle andere gevallen dient de noodzaak op grond van individuele omstandigheden te worden beoordeeld. Criteria daarvoor zijn onder meer:

    • a.

      de ouder (s) is / zijn overleden of woont / wonen in het buitenland;

    • b.

      de jongere is in het kader van de Wet op de jeugdzorg buiten het gezin geplaatst;

    • c.

      er is sprake van een acute crisissituatie of er is anderszins sprake van een ernstig verstoorde relatie met de ouder(s).

  • 3.

    Voor de alleenstaande jongere van 18 tot 21 jaar als bedoeld in het eerste lid, wordt de bijzondere bijstand vastgesteld op het verschil tussen de norm als bedoeld in artikel 26 lid a. van de WIJ en de norm als bedoeld in artikel 26 lid b van de WIJ.

  • 4.

    Voor de jongere alleenstaande ouder van 18 tot 21 jaar als bedoeld in het eerste lid, wordt de bijzondere bijstand vastgesteld op het verschil tussen de norm als bedoeld in artikel 27 lid a. van de WIJ en de norm als bedoeld in artikel 27 lid b van de WIJ.

  • 5.

    De in een inrichting verblijvende jongere van 18 tot 21 jaar kan onder de voorwaarden genoemd in het eerste en tweede lid bijzondere bijstand worden verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 29 van de WIJ.

  • 6.

    Overgangsrecht. Indien en voor zover een jongere, die op 31 december 2010 al bijzondere bijstand in de algemeen noodzakelijke bestaanskosten ontving, door het bepaalde in dit artikel een lagere toeslag zou ontvangen, blijft de voor genoemde datum toegekende toeslag gedurende maximaal een jaar doorlopen.

Artikel 9 Toeslag voormalige alleenstaande ouders

  • 1.

    Aan de alleenstaande ouder wordt een toeslag verleend als het laatste in de bijstand begrepen kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt of om andere reden niet meer ten laste van de ouder komt.

  • 2.

    De basis voor de toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op het verschil tussen de inkomsten in de situatie dat het kind nog ten laste van de ouder kwam en de inkomsten vanaf het moment dat het kind niet meer ten laste van de ouder komt. In de bijlage is een berekeningmodel opgenomen.

  • 3.

    De toeslag is 75% van de basis als bedoeld onder 2. en wordt in stappen van 25% per kwartaal afgebouwd.

  • 4.

    De toeslag wordt eenmalig vastgesteld zonder rekening te houden met tussentijdse wijzigingen.

Artikel 10 Toeslag bij grote inkomensterugval

  • 1.

    Bij een plotselinge, onvoorzienbare en niet verwijtbare inkomensterugval tot bijstandsniveau van meer dan 25% van het oude inkomen, kan een tijdelijke toeslag worden verleend, als de vaste lasten moeten worden aangepast aan de nieuwe (inkomens-)situatie.

  • 2.

    De basis voor de toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op het verschil tussen de inkomsten voor de bijstand en de bijstandsnorm, met dien verstande dat de basis niet hoger kan zijn dat de in de concrete situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • 3.

    De toeslag is 75% van de basis als bedoeld onder 2. en wordt in stappen van 25% per kwartaal afgebouwd.

Artikel 11 Woonkostentoeslagen

  • 1.

    Begripsbepalingen woonkosten

    • a.

      huur: de per maand geldende rekenhuur als bedoeld in artikel 5 van de Wet op de huurtoeslag;

    • b.

      kosten eigen woning: de verschuldigde hypotheekrente, de in verband met het eigendom van de woning te betalen zakelijke rechten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor groot onderhoud.

  • 2.

    Woonkosten voor een huurwoning of gehuurde woonwagen.

  • Als de huur valt binnen de grenzen van de Wet op de huurtoeslag, maar belanghebbende krijgt door buiten zijn schuld gelegen omstandigheden (nog) geen huurtoeslag, dan kan een tijdelijke woonkostentoeslag worden verleend te hoogte van de huurtoeslag als deze wel zou zijn toegekend.

  • 3.

    Woonkostentoeslag bij een woning in eigendom.

  • Voor de kosten eigen woning die blijven binnen de grenzen van de Wet op de huurtoeslag voor huurwoningen met vergelijkbare kosten, kan een toeslag worden verleend ter hoogte van de huurtoeslag die bij een huurwoning met vergelijkbare kosten zou gelden.

  • 4.

    Woonkosten boven de maximale huurprijs.

    • a.

      Als de woonkosten (huur of eigen woning) hoger zijn dan het maximale huurbedrag waarvoor op grond van de Wet op de huurtoeslag toeslag kan worden verleend gelet op de financiële situatie van de belanghebbende, kan een tijdelijke woonkostentoeslag worden verleend.

    • b.

      De onder a. bedoelde toeslag is het verschil tussen de werkelijke woonkosten en het maximale bedrag dat een persoon in gelijke financiële omstandigheden in het kader van de Wet op de huurtoeslag wordt geacht te kunnen bijdragen aan huurlasten.

    • c.

      De onder a. bedoelde toeslag wordt in beginsel voor maximaal een jaar toegekend met de verplichting dat belanghebbende naar vermogen tracht goedkopere woonruimte te vinden. Verlenging van de periode van een jaar wordt individueel beoordeeld en is afhankelijk van de inspanningen van belanghebbende.

  • 5.

    Servicekosten woonzorgvoorzieningenIn afwijking van het uitgangspunt dat geen (bijzondere) bijstand wordt verleend voor servicekosten kan voor de niet subsidiabele servicekosten van de twee woonzorgcomplexen ( De Schulpen te Velsen-Noord en De Hofstede te Velserbroek) bijzondere bijstand worden verleend. Het gaat om de volgende kosten:

    • -

      ramen wassen

    • -

      tuinfonds

    • -

      glasfonds/verzekering

    • -

      administratiekosten

    • -

      reinigen containers.

Hoofdstuk 3 Individuele voorzieningen

Artikel 12 Algemeen

  • 1.

    In dit hoofdstuk wordt een aantal kostensoorten omschreven om zeker te stellen dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. De opsomming is niet limitatief. In het individuele geval kunnen zich noodzakelijke kosten voordoen die niet in dit hoofdstuk zijn te vinden maar waarvoor, gelet op de uitgangspunten van de wet wel bijzondere bijstand moet worden verleend.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat de belanghebbende adequaat is verzekerd voor ziektekosten, dat wil zeggen een basisverzekering, een aanvullende verzekering die tenminste het niveau heeft van de Beter Af Plus Polis 2 sterren van Zilveren Kruis Achmea, en een verzekering voor tandheelkundige hulp van het tenminste het niveau van de Beter Af Tandarts Polis 2 sterren van Zilveren Kruis Achmea.

  • 3.

    Als de belanghebbende zich niet (voldoende) heeft verzekerd heeft hij slechts aanspraak op de bijzondere bijstand die hij had kunnen krijgen als hij wel was verzekerd overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.

  • 4.

    De in de bijlage genoemde bedragen gelden in beginsel als de maximale vergoeding voor de in dit hoofdstuk genoemde voorzieningen. Bijstandsverlening is alleen mogelijk met inachtneming van de nadere voorwaarden in de bijlage.

Artikel 13 Medische kosten

Voor bijzondere bijstand kunnen elk geval in aanmerking komen de (para)medische noodzakelijke (meer)kosten of eigen bijdrage van:

  • a.

    een dieet;

  • b.

    (chronische) ziekte of handicap;

  • c.

    pedicurebehandeling;

  • d.

    een bril, contactlenzen en andere (medisch noodzakelijke) hulpmiddelen;

  • e.

    niet door de zorgverzekeraar vergoede geneesmiddelen, mits er geen alternatief is dat wel wordt vergoed door de zorgverzekeraar en uit medisch advies blijkt dat belanghebbende bijzondere baat heeft bij het niet door de zorgverzekeraar vergoede geneesmiddel;

  • f.

    (sociale) alarmering, maaltijdvoorziening en dagopvang;

  • g.

    alternatieve geneeswijze mits de voorliggende voorziening geen oplossing biedt en een reguliere behandeling geen genezing biedt en de behandeling medisch noodzakelijk is en door een arts wordt verricht;

  • h.

    fysiotherapie;

  • i.

    bevalling en kraamhulp, waarbij de eigen bijdrage voor bevalling in het ziekenhuis alleen wordt vergoed als dit medisch noodzakelijk was;

  • j.

    tandheelkundige hulp;

  • k.

    thuiszorg.

Artikel 14 Overige kosten

Voor bijzondere bijstand kunnen in elk geval in aanmerking komen de noodzakelijke (meer)kosten of eigen bijdrage van:

  • a.

    kleding en schoeisel bij calamiteit;

  • b.

    niet voorzienbare verhuizing met inbegrip van dubbele woonlasten;

  • c.

    vaste lasten bij dwangopname;

  • d.

    kinderopvang op grond van sociale omstandigheden en voor zover de Wet kinderopvang niet in de kosten voorziet;

  • e.

    telefoonabonnement bij voorkoming of doorbreking van sociaal isolement;

  • f.

    vervoer in verband met sociale omstandigheden;

  • g.

    rechtsbijstand bij toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand;

  • h.

    bewindvoering (beschermingsbewind) conform de criteria van het LOK dan wel de uitspraak van de rechter over deze kosten;

  • i.

    leges voor de verlenging van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en de verblijfsvergunning eerste aanvraag voor een in Nederland geboren kind; voorwaarde is dat er sprake is van rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen;

  • j.

    begrafenis of crematie;

  • k.

    Budgetbeheer op basis van de tarieven van Sociaal.nl.

Artikel 15 Duurzame gebruiksgoederen

  • 1.

    Duurzame gebruiksgoederen horen naar hun aard tot de incidenteel algemeen voorkomende bestaanskosten. Hierin dient de belanghebbende te voorzien door reservering of gespreide betaling. Uitsluitend in geval van bijzondere omstandigheden kan daarom bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen nodig zijn.

  • 2.

    De bijzondere bijstand voor noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen wordt verleend in de vorm van borgtocht voor een lening bij een bank, geldlening of een bedrag om niet. Deze volgorde is dwingend.

  • 3.

    De aflossingscapaciteit voor een lening als bedoeld in het tweede lid is voor een belanghebbende met een inkomen op bijstandsniveau 5% van de bijstandsnorm inclusief gemeentelijke toeslag volgens de bedragen in de belage.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 5 van deze beleidsregels wordt bij de bepaling van de aflossingscapaciteit van belanghebbende, naast het bepaalde in het derde lid, het volledige inkomen boven de toepasselijke bijstandsnorm in aanmerking genomen.

  • 5.

    Indien en voor zover de aflossingscapaciteit als bedoeld in de leden 3. en 4. niet voldoende is om de noodzakelijke lening in de daarvoor geldende looptijd van 36 maanden volledig te kunnen aflossen, wordt een toeslag voor de aflossing verleend.

  • 6.

    Voor complete woninginrichting gelden in afwijking van de Nibud prijzengids de bedragen de bedragen als omschreven in de bijlage bij deze beleidsregels.

Hoofdstuk 4 Minimaregelingen in Velsen

Artikel 16 Duurzame gebruiksgoederen om niet

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 15, kan voor noodzakelijke aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen een bedrag om niet worden verstrekt als de belanghebbende op de datum van de aanvraag al tenminste 36 maanden een inkomen heeft dat voldoet aan de grens als bedoeld in artikel 5 van deze beleidsregels. Een onderbreking van genoemde periode van minder dan zes maanden is niet van invloed.

  • 2.

    Het recht op het in het vorige lid bedoelde bedrag kan ten hoogste drie jaar worden opgespaard.

Artikel 17 Regeling chronisch zieken en gehandicapten

  • 1.

    De vraag of een belanghebbende behoort tot de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten wordt bepaald aan de hand van de door belanghebbende verstrekte feiten en omstandigheden. Deze feiten en omstandigheden worden waar mogelijk getoetst aan criteria als het (langdurig) aangewezen zijn op thuiszorg, het hebben van een WMO-voorziening of een gehandicapten parkeerplaats/kaart dan wel het hebben van een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%. Slechts bij uitzondering zal het aanvragen van medisch advies aan de orde zijn.

  • 2.

    De belanghebbende die een zelfstandige huishouding voert en die tot de doelgroep als omschreven in het eerste lid behoort en ook overigens voldoet aan de algemene criteria voor het recht op bijzondere bijstand ingevolge de wet en deze beleidsregels, heeft recht op een toeslag voor de met de ziekte of handicap verband houdende verborgen kosten.

  • 3.

    In afwijking van het vorige lid kan een (bij de ouder) inwonend kind van 21 jaar of ouder dat aan alle criteria voldoet wel voor de toeslag voor verborgen kosten in aanmerking komen.

  • 4.

    De kosten behoeven niet te worden aangetoond.

Artikel 18 Regeling sociaal-culturele activiteiten en actieve deelname aan sport en cultuur

  • 1.

    Als de niet in een inrichting verblijvende belanghebbende op de datum van de aanvraag voldoet aan de algemene criteria voor het recht op bijzondere bijstand ingevolge de wet en deze beleidsregels, kan hij aanspraak maken op een tegemoetkoming voor de kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten.

  • 2.

    Naast de tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid, kan de belanghebbende aanspraak maken op een tegemoetkoming voor de kosten van actieve deelname een sport en cultuur van zijn kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde kosten moeten kunnen worden aangetoond, tenzij het kosten voor personen van 65 jaar of ouder betreft.

Artikel 19 Regeling indirecte schoolkosten

  • 1.

    De belanghebbende die voldoet aan de algemene criteria voor het recht op bijzondere bijstand ingevolge de wet en deze beleidsregels, kan aanspraak maken op een tegemoetkoming voor de indirecte schoolkosten van elk financieel afhankelijk kind tot 18 jaar op het voortgezet onderwijs.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde kosten betreffen in elk geval de ouderbijdrage, schoolactiviteiten en bijkomende kosten en moeten kunnen worden aangetoond.

Artikel 20 Collectiviteitskorting premie zorgverzekering

  • 1.

    Belanghebbenden met een inkomen tot 130% van de voor hen geldende norm als bedoeld in de artikelen 26 tot en met 34 van de WIJ, respectievelijk de artikelen 20 tot en met 29 van de wet, hebben recht op een korting op de premie van de verschuldigde zorgverzekering indien deze is afgesloten bij Zilveren Kruis Achmea.

  • 2.

    Voorwaarde voor de korting is dat de belanghebbende zich naast de basiszorgverzekering aanvullend verzekert tot het niveau Beter Af Plus polis drie sterren en Beter Af Tandartspolis twee sterren en niet kiest voor een vrijwillig eigen risico.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde korting is 7,5 % van de premie van de basisverzekering en 10% van de premie van de aanvullende verzekeringen.

  • 4.

    Jaarlijks wordt getoetst of de belanghebbende aan de voorwaarden voldoet.

Hoofdstuk 5 Langdurigheidstoeslag

Artikel 21

  • 1.

    De Langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de wet wordt door het college verleend overeenkomstig de bepalingen van de Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 gemeente Velsen.

  • 2.

    De Langdurigheidstoeslag kan met terugwerkende kracht tot maximaal vijf jaar voor de aanvraagdatum worden aangevraagd. Voor de bepaling van het recht op een toeslag voor 1 januari 2009 zijn voor die datum geldende wettelijke bepalingen maatgevend.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 22 Individualisering en hardheidsclausule

  • 1.

    Als de bijzondere individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, wordt de bijzondere bijstand in afwijking van deze beleidsregels vastgesteld.

  • 2.

    In het geval dat strikte toepassing van deze beleidsregels zouden leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kan daar ten gunste van de belanghebbende van worden afgeweken.

Artikel 23 Uitvoeringsregels

Het hoofd van de afdeling Sociale Zaken is bevoegd regels vast te stellen ter uitvoering van deze beleidsregels.

Artikel 24 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels bijzondere bijstand 2011 gemeente Velsen.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2011 onder gelijktijdige intrekking van het Handboek verstrekkingen bijzondere bijstand 2007.

Bijlage bij Beleidsregels bijzondere bijstand 2011 gemeente Velsen

Deze bijlage maakt onderdeel uit van de Beleidsregels bijzondere bijstand 2011 gemeente Velsen.

Algemeen

De omvang van de gevraagde bijzondere bijstand kan als regel worden getoetst aan de bedragen zoals deze voorkomen in de meest recente uitgave van de Nibud-prijzengids (vindplaats Handboek Schulinck).

Voor een aantal kosten geldt echter de in deze bijlage genoemde bedragen. Deze bijlage gaat voor de Nibud-prijzengids. Zie ook artikel 4, lid 5 van deze beleidsregels.

Bij een aantal kostensoorten staat een korte toelichting, met name daar waar het gaat om gemeentelijk beleid. Voor meer en algemenere toelicht wordt verwezen naar het Handboek Schulinck en de relevante jurisprudentie.

Uitwerking per artikel

Artikel 9 Model berekening toeslag voormalige alleenstaande ouders

Oude inkomenssituatie (dwz voor het laatste kind 18 werd) afzetten tegen de nieuwe inkomenssituatie. In schema:

 

- norm oude situatie

bij: vakantietoeslag

Kinderbijslag (per maand)

A

- norm nieuwe situatie

bij: vakantietoeslag

Inkomen kind (bijv. WSF*, arbeid, etc.)

B

*) Indien kind in aanmerking kan komen voor studiefinanciering dan het bedrag ex artikel 33, lid 2 WWB hanteren.

De basis voor de toeslag is A min B.

De toeslag is drie maanden 75% van de basis, dan drie maanden 50% en vervolgens drie maanden 25% van de basis. Met tussentijdse wijzigingen na de vaststelling van de toeslag wordt geen rekening gehouden behoudens een beëindiging van de algemene bijstand.

Ter wille van een praktische uitvoering ontvangt de alleenstaande ouder de oude norm nog het hele kwartaal waarin het kind 18 jaar wordt. De herberekening en de toeslag gaan dus in op de eerste van het volgende kwartaal.

Artikel 13 Medische voorzieningen

 

 

 

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Extra verwarming

Meerkosten tov gemiddeld gebruik (Nibudgids)

Extra kosten noodzakelijk om medische redenen. Zo nodig GGD advies.

Pedicure

21,00 per behandeling

Maximaal zes behandelingen per jaar. Zijn meer behandelingen nodig dan GGD advies.

Bril en contactlenzen

Montuur: max. 70,00 Glazen : max. 230,00 per twee glazen) Prisma’s Geheel

Behoudens calamiteit vervanging bril in beginsel eens per drie jaar (kinderen < 17 jaar eens per jaar). Variluxglazen toegestaan (kosten zijn goedkoper dan twee aparte brillen). Contactlenzen in plaats van brillen zijn toegestaan: vergoeding nooit meer dan voor bril zou zijn vergoed. Ontspiegelen en krasvast maken kan worden vergoed.

(Sociale)Alarmering

18,42 per maand 70,00 eenmalig

Prijspeil 2010. Zie website Zorgbalans.

Maaltijdvoorziening

Kosten min referentiebedrag voor warme maaltijden.

Kosten maximaal het bedrag dat WonenPlus Velsen hiervoor rekent. Tabel referentiebedrag in Nibud lijst.

Hoortoestel

Max. 500,00 per apparaat Batterijen 130,00 per jaar per apparaat

Nieuw apparaat ten hoogste eens per vijf jaar.

Overige medische hulpmiddelen

Eigen bijdrage

Langdurige behoefte aan hulpmiddelen worden vergoed door zorgverzekering. Voor kortdurende behoefte is eigen bijdrage of huurbedrag verschuldigd.

Tandheelkundige hulp

Max. 600,00 p.p. per kalenderjaar.

Eigen bijdragen in aanvulling op vergoedingen van de zorgverzekeraar kunnen zonder nader onderzoek naar de noodzaak worden vergoed. Als zorgverzekeraar niet vergoedt, dan geen bijzondere bijstand behoudens zeer dringende redenen. En dan alleen de goedkoopste adequate voorziening. Zijn de kosten meer dan € 600,00 dan eerst GGD advies. Eigen aandeel in kosten van orthodontische behandeling vergoeden na overlegging behandelingsplan en (positief) besluit van zorgverzekeraar.

Artikel 14 Overige kosten

 

 

 

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Kleding / schoeisel bij calamiteit

250,00 per volwassene en 150,00 per kind

Vaste lasten bij dwangopname (basis art. 13,3 WWB)

Hieronder valt in elk geval de huur. Maximaal zes maanden. Verlenging met zes maanden individueel mogelijk. Zo nodig kan gedurende deze periode ook zakgeld naar de WWB norm en kosten premie zorgverzekering worden verstrekt.

Vaste lasten tijdens detentie

Alleen bij zeer dringende redenen de huur gedurende maximaal zes tot twaalf maanden. Advies van het noodteam kan aan de afweging bijdragen. In beginsel moet de belanghebbende dit zelf oplossen (lenen, verhuren).

Kinderopvang om sociaal/medische redenen

De kosten

GGD advies noodzakelijk. Voor noodzakelijke overblijfkosten op school kan € 1,50 per kind per dag worden gerekend.

Telefoon

Alleen (goedkoopste) abonnement

Voorwaarden: a. levensbedreigende omstandigheden maken telefoon nodig, of b. betreft alleenstaande oudere in sociaal isolement.

Vervoerskosten a. van/naar ziekenhuis b. bezoek gezinslid in inrichting / detentie c. scholing kind buiten gemeentegrens

a. eigen bijdrage b. kosten OV c. Meerkosten OV buiten gemeentegrens

c. Mits noodzakelijk en geen toereikende voorliggende voorziening. Tegemoetkoming Wtos is toereikend voor 2 zones OV.

Bewindvoering (beschermingsbewind)

Conform criteria LOK dan wel uitspraak rechter

Voor bewindvoering WSNP geen bijzondere bijstand (CRvB 29-6-2010)

Budgetbeheer

Conform tarieven Sociaal.nl

Wordt budget door andere instelling gedaan, dan bijstand beperken tot bedrag dat Sociaal.nl in rekening brengt tenzij bijzondere omstandigheden afwijking rechtvaardigen. Intake kosten kunnen (eenmalig) worden vergoed.

Begrafenis / crematie

Sobere uitvaart

Kosten toetsen aan Nibudbedragen. Tot de kosten kunnen worden gerekend: - verzorging overledene - eenvoudige kist - 50 kaarten en dankbetuigingen - werk uitvaartverzorger - rouwauto en één volauto - Kosten begrafenis / crematie

Artikel 15 Duurzame gebruiksgoederen

 

 

 

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Complete sobere woninginrichting

- alleenstaande kamerbewoner 1845 - alleenstaande 3310 - gezin twee personen 4960 - elk volgend gezinslid 555 Aan dit budget kan incidenteel het Nibud bedrag voor een gashaard worden toegevoegd.

Betreft bedragen 2010. Deze kunnen jaarlijks worden geïndexeerd (algemene prijsindexcijfer: zie Schulinck). Voor de groep ex-asielzoekers die een woning toegewezen krijgt in Velsen kan het budget worden verhoogd met een bedrag voor één of twee fietsen maximaal 2 x € 250 en bedrag voor computer en printer.

Aflossing PL bij (commerciële bank), eigen aandeel

- alleenstaande 46,00 per maand - alleenstaande ouder 59,00 per maand - gehuwden 65,00 per maand Gehele inkomen boven norm is ook aflossingscapaciteit.

Voor meerderkosten van de aflossing plus rente kan periodieke bijzondere bijstand worden verleend.

Computer voorgezet onderwijs

Conform Nibud gids

Als uitzondering op de algemene regel voor deze groep computer om niet.

Hoofdstuk 4 Minimaregelingen in Velsen

 

 

 

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Duurzame gebruiksgoederen om niet

350,00

Maximaal drie jaar op te sparen. Verblijf in een asielzoekerscentrum telt mee bij bepaling of iemand al drie jaar minimaal inkomen heeft.

Chronisch zieken /gehandicapten

250,00 per kalenderjaar. 375,00 bij meer personen van doelgroep in één huishouden

Sociaal-culturele activiteiten

Maximaal 75,00 per financieel afhankelijk gezinslid

Per kalenderjaar

Actieve deelname sport / cultuur

Maximaal 100,00 per financieel afhankelijk kind tussen 4-18 jaar

Per kalenderjaar

Indirecte schoolkosten

Maximaal € 270 per kind tot 18 jaar op voortgezet onderwijs

Per schooljaar